LA PALMA

Na meer dan 19 jaar hebben we eind februari 2020 weer een vakantie geboekt naar Isla Bonita, de bijnaam van La Palma, het eiland dat door velen ook wel beschouwd wordt als de mooiste van de Canarische eilanden. 

Op het moment van de keuze voor dit relaxte eiland hadden we nooit verwacht dat er nog een spannende tijd zou komen. Waar we normaal gesproken vaak het avontuur opzoeken, zou het nu een rustige en ontspannen vakantie moeten worden. Helaas trok de coronacrisis een streep door het hele plan. Het virus bracht de hele wereld in rep en roer en kwam wel erg dichtbij onze geplande vakantiebestemming toen ook net na onze boeking in een hotel op Tenerife een uitbraak bleek te zijn. De vakantiegangers daar moesten in quarantaine en alle geplande reizen naar de Canarische Eilanden werden ineens gehuld in onzekerheid. Weg relaxte vakantie voor de mensen daar en op dat moment werd ook voor ons La Palma even een boze droom. Al gauw waren er bemettingshaarden over de hele wereld en was de pandemie een feit.

De rest is geschiedenis.

 

Op 15 maart werd de annulering een feit en de vliegticket voor tien dagen later omgezet in een coronavoucher.

Op 19 september 2021 gebeurde een volgende ramp voor het vulkanische eiland, toen na een aardbeving de vulkaan de Cumbre Vieja na vijftig jaar uitbarstte.

 

Door de lava zijn meer dan tot nu toe 1.134 hectare land had bedekt en dat de uitbarsting bijna 2.700 gebouwen had beschadigd of vernield, waardoor duizenden op het eiland uit hun huizen moesten worden geëvacueerd. Meer dan 2500 inwoners zijn hun huis, zaak of bedrijf voor altijd kwijt.

Vele stukken landbouwgrond en bananenplantages zijn vernietigd, deskundigen zeggen dat het 30 tot 40 jaar kost voordat men weer wat kan met een stuk grond. 

In totaal moesten ruim zevenduizend inwoners van La Palma, bijna 10 procent van de bevolking, in veiligheid worden gebracht. Een deel van het eiland is bedekt onder een laag vulkanische as. Op beelden zijn metershoge zwarte en rode stromen te zien die langs de flanken van de vulkaan naar beneden komen en bomen, wegen en huizen verzwelgen.

Hoewel de vulkaan voor zover bekend geen slachtoffers heeft geëist, heeft de eruptie enorme schade en overlast in het dagelijks leven tot gevolg. Zo moeten eilandbewoners soms thuisblijven en zijn bijvoorbeeld ook scholen gesloten geweest. Het vliegverkeer is meermaals stilgelegd en de toeristensector is na de corona lockdown voor de tweede keer hard getroffen.

 

 

 

 

 

 

 

Het begon op zondagmiddag 19 september met aardbevingen en de eruptie van de vulkaan Cumbre Vieja,

een actieve vulkanengroep op het zuidelijk deel van het eiland. De keten is 18 km lang en telt ongeveer 120 dicht bij elkaar gelegen vulkanen.

De vulkaan liet de afgelopen decennia af en toe iets van zich horen, in de vorm van lokale bevingen en onderaards gerommel, maar had sinds 1971 geen lava meer uitgebraakt. Daar kwam in 2021 verandering in. Op 19 september om 15.12 uur plaatselijke tijd begon opstijgend magma uit meerdere diepe spleten in de westflank van de berg te stromen, waarna een spectaculaire uitbarsting begon.

Van grote afstand ziet het spektakel er indrukwekkend uit. Torenhoge fonteinen van lava –met een temperatuur van meer dan 1000 graden celcius- spoten de hemel in en bereikten hoogten van wel 1500 meter, tweemaal zo hoog als de hoogste wolkenkrabber ter wereld, de Burj Khalifa. Eronder begon een netwerk van lavarivieren uit spleten te stromen, als bloed uit diepe sneden.

 

Door volgende aardbevingen ontstonden zeker acht scheuren in de vulkaan waar de lava in tientallen meters brede stromen de hellingen af vloeit. Lava, puin en rook worden de lucht in gespoten.

De vulkaan ligt in een dichtbevolkt natuurgebied, maar de lavastromen lopen langzaam naar de kust en dezelfde avond was de wijde omgeving bedolven onder de lava.

Maandagochtend bereikte de lava de eerste woonwijken op het eiland. Voor zover bekend zijn er geen doden of ernstig gewonden gemeld, duizenden mensen werden geëvacueerd. 

De schade aan huizen, elektriciteitsnetwerken, kerken, bananenplantages en wegen is groot.

Dit is de volgende ramp voor het eiland, eerder deze zomer werd La Palma getroffen door grote bosbranden en dat terwijl ze de coronacrisis nog niet voorbij is. 

 

 

 

 

Het vorige bezoekje aan La Palma in 2001 was nog vóór het digitale tijdperk, nu gaan we dit gebrek aan camerabeelden ruimschoots goedmaken.

La Palma is een bult die aan de westzijde van de Canarische archipel een kleine vijfhonderd kilometer voor de westkust van Marokko uit de Atlantische Oceaan steekt. Het eiland heeft zijn bestaan geheel en al te danken aan de vulkanische hotspot die eronder schuilgaat. De erupties uit deze schijnbaar eeuwig brandende en extreem hete oven in de aardmantel heeft gedurende een lange periode een archipel van acht hoofdeilanden gecreëerd. Het vulkanisme heeft zowel de geografie, de flora en de fauna als het leven van de mensen bepaald.

Het is het steilste eiland ter wereld, nergens anders liggen zulke hoge bergen op zo'n klein oppervlak. 

Vanuit Santa Cruz vormt de Cumbre Vieja een natuurlijke barriére waar slechts enkele doorgaande wegen lopen. Als we van het vliegveld dwars over het eiland naar ons appartementje aan de andere kant rijden, krijgen we al een voorproefje van het afwisselende berglandschap met dalende en klimmende wegen en paadjes. Van de weg wordt ook goed gebruik gemaakt door de vrachtwagens die volgeladen dozen bananen naar de haven van Santa Cruz brengen.
Het uitzicht uit de bus is een een landschap vol hellingen, vulkaankegels, bossen, rotsklippen en diepe dalen.

Aangekomen in onze verblijfplaats van deze week, Puerto Naos, ervaren we het relief van het eiland al gauw aan den lijve in onze kuiten. Hier is geen enkel vlak stuk te vinden, het wordt een week van klimmen en dalen.

Dag in, dag uit aan het strand zitten kan hier natuurlijk ook, maar ons ding is het niet. Liever nog dan een strandvakantie willen we ook hier het eiland echt te beleven, waarderen en begrijpen. Daarom zullen we ook nu weer hier de stoute schoenen aantrekken en er op uit gaan.

Het openbaar vervoer op La Palma is goed geregeld en we willen deze keer dan ook met de plaatselijke bus en te voet het eiland gaan ontdekken.

Puerto Naos

In het zonnige westen van La Palma is hier aan de kust een groot vakantiecentrum ontstaan. Het plaatsje is opgescheept met een aantal niet bepaald smaakvolle bouwwerken. 

Grootste attractie is het ongeveer 600m lange strand met zwart vulkaanzand. 

Typisch voor La Palma is het grote aantal vakantiewoningen en appartementencomplexen. Dit is dé meest toerischtische badplaats met het grootste strand van het eiland, maar de strandresorts zijn er op de vingers van één hand te tellen. La Palma onderscheid zich van Tenerife en Gran Canaria door de kleinschalige accommodaties en het ontbreken van echt massatoerisme. Natuurlijk is het erg toeristisch, maar de treurige betonkolossen die de kustlijnen van sommige andere eilanden verpesten, beperken zich hier tot laagbouw en ecotoerisme.

Hier kom je niet alleen om te bakken op het strand of om te feesten, veel toeristen bezoeken La Palma voor de uitstekende wandelroutes, de bijzondere natuur en authentieke eilandcultuur.

Op heel oude foto's staan nog vissershutjes en mensen in ouderwetse badkleding. Op latere ansichtkaarten, van ongeveer het begin van de jaren tachtig, staat op het rotsplateau boven zee iets wat een hotel had moeten worden: een reusachtig betonnen flatgebouw á la Benidorm. Op een gegeven moment was het geld op, de bouw werd gestaakt en de betonnen kolos werd uiteindelijk opgeblazen.

Daarna zijn er weer nieuwe pogingen gedaan om met behulp van het zwarte zandstrand snel rijk te worden in de toeristenindustrie.

In de plaats van het mislukte hotel staat nu het viersterrenhotel Sol La Palma, het grootste bebouw aan het strand en misschien wel van het hele eiland.

Van het vroegere dorp zelf is praktisch niets over. Het vormt een goed voorbeeld van de manier waarop door het toerisme bestaande structuren verdwijnen.

Een badplaats als Puerto Naos kan aan elk willekeurig strand ter wereld liggen, met zijn toeristen als tijdelijke bewoners, inkomstenbronnen en consumenten.

Op de promenade langs het strand met zwart lavazand zijn de bars met koud bier, worden zonnebrandolie en ligmatjes verkocht. Het water schijnt steeds vuiler te worden en er gaan geruchten dat veel plaatsen te kleine zuiveringsinstallaties hebben aangelegd.

In 2001 hebben we met een huurauto een roadtour over het eiland gemaakt, nu gaan we op zoek naar de bushalte. Natuurlijk geeft een huurauto veel meer vrijheid, maar de bus heeft ook zo z'n voordelen en is wel zo relaxt.

Er vertrekt regelmatig een bus naar het 10km verderop gelegen Los Llanos, waar een busstation is en verdere verbindingen met veel plaatsen op het eiland.

 

 

Los Llanos de Aridane

Het op één na grootste stadje van het eiland ligt in het vruchtbare Aridanedal, waar vooral heel veel bananen, maar ook avocado's en sinasappels worden verbouwd.

In economisch opzicht bestaat er een spanning met hoofdstad Santa Cruz, Los Llanos wordt door de bewoners ook wel de geheime hoofdstad genoemd.

Dankzij het zonnige klimaat hier aan de westkant van het eiland is het stadje de laatste jaren duidelijk gegroeid, veel buitenlanders hebben zich hier en in de omgeving gevestigd. Tegenwoordig is het misschien wel het belangrijkste economische centrum met veel winkels en restaurants. Het gastronomische aanbod is aanzienlijk en ook het nachtleven schijnt hier levendiger te zijn dan in de echte hoofdstad Santa Cruz.

Wij zullen hier deze week regelmatig vertoeven, al is het maar uit praktisch oogpunt om over te stappen op het busstation en wat te winkelen.

Het stadje zelf is minder interessant, het bestaat grotendeels uit moderne, functionele huizen.

Alleen rond de Plaza de Espana staan historische gebouwen en dit is dan ook een geliefde plek van locals en toeristen met gezellige terrasjes rond het plein met een machtige, meer dan honderd jaar oude schaduwrijke laurierboom.

Tazacorte

Dit dorpje in het zuidwesten is het centrum van de bananenteelt aan de westkust. Er is ook hard gewerkt aan grootschalige toeristische projecten en wooncomplexen.

Toch is er nog wel wat van het landelijke karakter bewaard gebleven. Er zijn pleintjes, smalle straatjes en de huisjes met potten vol kleurrijke bloemen zorgen voor een aangename sfeer. 

Twee kilometer van het centrum ligt de haven Puerto de Tazacorte aan de monding van de Barranco de las Angustias. Deze diepe kloof ontstond toen een deel van de vulkaanwand afbrak en in zee stortte.

In deze beschermde havenbaai werden ooit de in het Aridanedal verbouwde bananen verscheept en uitgevoerd. Het is nog een vissershaven, de vangst wordt hier aan land gebracht en doorgevoerd naar de viswinkels en restaurants. Tegenwoordig nemen de vissersboten liever toeristen mee, die brengen meer geld in het laatje. Met geld van de EU is er dan ook een jachthaven gemaakt. Vanuit de haven vertrekken georganiseerde boottochtjes en tochten voor toeristen die op zee willen vissen. 

 

Santa Cruz de La Palma

Op de dienstregelingen van de bussen wordt de hoofdstad van het eiland meestal kortweg aangeduid als S/C La Palma en door de plaatselijke bevolking vaak kortweg La Palma genoemd.

De grootste stad van het eiland, de hoofd- en havenstad, zetel van de eilandregering (Cabildo Insular), het economische en dienstverleningscentrum. Maar het eilandgevoel is nooit ver te zoeken, je moet niet denken aan een druk stadsleven als op het vasteland. Hier klopt zachtjes het polsje van een eerbiedwaardig plaatsje. Er zijn een reeks prachtige, statige huizen van burgers en edelen te vinden en kerken en kloosters uit vroeger tijden toen de economie op het eiland floreerde.

Tegenwoordig heerst er wel gecultiveerde rust, er is hier duidelijk geen enkele reden voor haast.

Wat heeft de hoofdstad verder te bieden? Enkele winkelstraten, goed onderhouden steegjes, door palmen omzoomde pleinen, een statige strandboulevard, toch wel interessante musea, een markthal en de vele bezienswaardige kerken en huizen uit de tijd dat de handel met de voormalige Spaanse koloniën bloeide. Alweer lang geleden.
Nu waait er door de groei van het toerisme een frisse wind door de hoofdstad en omstreken die nieuwe economische perspectieven biedt.

 

 

We beginnen onze stadswandeling vanaf het busstation en Plaza de la Constitución, een druk verkeersplein. Vervolgens lopen we over de strandboulevard Avenida Maritima langs souvenirwinkels, cafés, bars en terrassen en verderop langs de mooie herenhuizen met de oude, statige houten balkons.

De weg leidt naar het massieve Castillo de Santa Catalina, waar we even linksafslaan en de betonnen replica van het historische vlaggenschip Santa Maria zien, waarin tegenwoordig het scheepvaartmuseum gehuisvest is. 

Min of meer parallel aan de Avenida Maritima slenteren we terug en komen we uit bij de schaduwrijke Plaza de la Alameda, waaraan het monumentale klooster San Francisco ligt.

Nog geen honderd meter verder zijn we bij de Mercado, de markthal die vooral 's morgens een druk bezocht wordt omdat hier dan verse groenten, fruit, vlees, kaas en andere levensmiddelen te koop zijn. 

In het drukste winkel- en voetgangersgebied van de stad ligt de El Salvador kerk aan het prachtige, door palmen en historische gebouwen omzoomde Plaze de Espana. Hier staat ook het stadhuis, Casas Consistoriales, met arcaden en een rijk versierde gevel. 

Tenslotte komen we weer op de Plaza de la Constitución, waar we onze citytrip vanmorgen zijn begonnen en nu de bus naar Los Llanos weer gaan opzoeken.

Fuencaliente

De naam van dit grootste dorp in het diepe zuiden van het eiland en een belangrijk wijngebied is afgeleid van een warmwater bron (fuente caliente). In vroeger tijden moet die bron door een eruptie van de vulkaan bedekt zijn. 

Het vulkanische landschap is uniek, op de lava- en asbodem staan knoestige, oude wijnranken. Ze groeien kort boven de grond, worden traditioneel door gevorkte takjes ondersteund en door muurtjes van slakken en lavasteen tegen de ruwe wind beschermd.

Ook hier liggen enkele meer dan fraaie wandelroutes over de door slakken, as en vulkanisch gesteente gevormde hellingen die prachtig uitzicht bieden op de vulkanische aard van het zuidelijke gebied. Als je hier loopt is het moeilijk voor te stellen dat La Palma ook wel het groene eiland genoemd wordt, het lijkt eerder een marswandeling op dit desolate stukje van het eiland.

Hier op de zuidpunt van het eiland speelt de vulkanische activiteit zich vooral de laatste eeuwen af. De vulkaan Teneguia is in 1971 nog uitgebarsten en heeft zo voor een nieuw stukje La Palma gezorgd.

 

Vulcán San Antonio

Deze 657m hoge vulkaan is de imposantste van La Palma. Hij is te bereiken vanuit Fuencaliente door in het centrum de hoofdstraat te verlaten en over de bochtige straat naar het zuiden te lopen (staat aangegeven). Na ca 1,5km zien we tegenover Bodega Carballo het bordje staan. Bij de parkeerplaats van het bezoekerscentrum loopt een voetpad naar de kraterrand van de vulkaan. Hier komen de georganiseerde excursies bij elkaar en kun je de massatoerist uithangen door op een bejaarde dromedaris over de kraterrand van deze vulkaan een ritje te maken tegen extra betaling. Dat heb je als de toegang van de vulkaan zich op prive grondgebied bevindt. Net als op veel andere toeristische plekken ter wereld wordt een bijzonder stukje natuur commercieel uitgebuit. Als je, zoals wij, van wat meer rust houdt en liever niet in colonne de paraplu van een gids achtervolgt, kun je ook van onderaf via een ander pad gratis naar de kraterrand van de San Antonio klimmen. Vanaf de bushalte in Fuencaliente lopen we er in een goed half uur naar toe.

De laatste eruptie van deze vulkaan vond plaats rond 1678, er stroomden toen tonnen warme as en gloeiende lava over de weiden in de omgeving die zo rijp gemaakt werden voor de landbouw.

Later ontdekte men dat op deze vulkanische bodem wijnranken het uitstekend deden. Bovendien gaan de aroma's van de vulkanische stoffen over in de wijn, waardoor deze unieke geur- en smaaknuances heeft.

Er loopt een goede weg naar de krater van de San Antonio waar je over de rand rond de vulkaan kunt lopen en een mooi uitzicht hebt over het vulkanische landschap in het zuiden en de kuststreek.

Op bijzonder heldere dagen kun je met een beetje geluk zelfs de buureilanden Gomera en Hierro zien liggen. De wandeling is geheel ongevaarlijk, al is er op extreem winderige dagen wel wat voorzichtigheid geboden. Het kijkje in de krater is interessant, in de loop der tijd zijn er pijnbomen opgeschoten in de kraterwand. Wie in alle stilte wil genieten van de wandeling over de vulkaanrand en het uitzicht over land en zee, kan het best zo vroeg mogelijk in de ochtend gaan. Later moet je altijd rekening houden met grote groepen toeristen. 

Vulcán Teneguía

De tweede vulkaan op de zuidpunt heeft niet zo'n opvallende vorm als de San Antonio, maar uit de krater stijgen af en toe nog steeds warme zwaveldampen op.

Er is ook goed te zien wat er in oktober en november 1971 gebeurd moet zijn. De Teneguía stootte vuur en stenen uit. Een trage lavastroom stroomde richting zee en bedreigde de oude vuurtoren. 

Wetenschappers, fotografen, journalisten en duizenden kijkers hielden het meer dan drie weken durende schouwspel in de gaten. Het was tot nu toe de laatste grote eruptie op de Canarische eilanden. Nog steeds voelt het gesteente opvallend warmer aan en af en toe komen er geelachtige dampen vanaf. In de omgeving zijn de geweldige lavamassa's die ooit uit de mond van de vulkaan zuidwaarts stroomden goed te zien.

Punta de Fuencaliente

De vuurtoren ligt ten zuiden van het dorpje nabij de zuidpunt van het eiland en is over een weg van vulkanische as te bereiken, de route is vanaf Fuencaliente aangegeven. Het kan in deze hoek van La Palma wel vaak hard waaien en de temperatuur ligt gevoelig lager dan aan de westkust.

De eruptie van de valkaan Teneguia in 1971 bedreigde ook de voormalige, nabije vuurtoren. De stromende lava kwam als bij wonder vlak voor de voortoren tot rust. Toch werd in 1984 een nieuwe faro gebouwd, destijds de eerste van Spanje die op zonne-energie werkte.

In de nabijheid ligt een zoutmijn die verschillende soorten keukenzout levert. Vanaf de parkeerplaats bij de faro gaat er een kleine rondwandeling met informatieborden rond de zoutpannen. In de oude faro wordt soms een videopresentatie gehouden over het gebied.

Naast de vuurtorens staat een kruis ter nagedachtenis aan 40 evangelisten uit Portugal op weg naar Brazilië om daar het geloof te verspreiden. Vlak bij dit punt werd hun schip geënterd door piraten en de Jezuïten werden gedood en overboord gegooid. Op de zeebodem even ten noorden van dit punt heeft men 40 betonnen kruizen voor de, inmiddels heilig verklaarde, geestelijken op de zeebodem geplaatst. Met slechts 16 meter diepte is deze plek een populaire duikstek geworden.

Op het terrein van de zoutpannen staat een restaurant waar je vanaf het terras een mooi uitzicht hebt over de oceaan en het vulkanische landschap. Natuurlijk is er ook een souveniershop waar het zeezout van zeer grof tot het fijnste zout, flor de la sal, verkocht wordt als een gewild aandenken.

 

Puntagorda

Na een kleine uurtje in de bus vanuit Los Llanos komen we in dit gemoedelijke dorpje in het noordwesten van het eiland. Eigenlijk bestaat het boerendorp uit diverse kernen die stil en onopvallend in het heuvellandschap tussen groene velden, amandel- en sinasappelbomen liggen. 

Als in februari de tientallen amandelbomen in de hoofdstraat in volle bloei staan, viert men hier ieder jaar het vrij populaire amandelfeest. Daarvoor zijn wij helaas te laat, amandelbloesem is een  prachtig gezicht.

Net buiten het dorpje staat de in Canarische stijl ingericht Iglesia San Mauro met een beeld van de Heilige Maurus. 

La Zarza

Met de bus van Puntagorda naar Barlovento stappen we onderweg uit bij cultureel en archelogisch park La Zarza. Dit is de vindplaats van enkele decennia geleden ontdekte rotstekeningen van de eerste bewoners van La Palma. In het park leidt een rondwandeling langs inscripties en tekeningen van de oerbewoners. De petrogliefen zijn in 1941 gevonden en zouden de belangrijkste van La Palma zijn. Naar het schijnt wordt er keramiek en gereedschappen van de inheemse bevolking tentoongesteld. Wij hebben het kleine museum gelaten voor wat het is en zijn meteen doorgelopen die kloof in, die te bereiken is via een tunnel onder de weg door vanaf de parkeerplaats. Het bezoekerscentrum is ook het beginpunt van een wandeling door het mystieke laurierbos en de kloof waar de oorspronkelijke bewoners van La Palma hebben gewoond. In de kloof veel grotten en bronwater, die het tot een ideale plek maakte voor de oerbewoners. Het gaat flink naar beneden, soms via traptreden, maar ook via steile, glibberige weggetjes. We daalden steeds verder en verder en....... pfff 'what goes down, must come up'! 

Maar het is de moeite waard, zacht zonlicht dringt zich af en toe door de takken van de laurierbomen. Veel varens en stenen met een dikke laag mos geven een bijzondere sfeer.

 

Barlovento

In dit dorpje in het hoge noorden vinden wij niet zo veel te beleven, we lopen even de parochiekerk binnen en dan houden we het voor gezien. Het is hier koel en bewolkt, weer voor een warme chocomel met slagroom. Daarna zoeken we de bus naar zonniger oorden op. Ieder uur is er een goede verbinding met Santa Cruz waar we wederom overstappen richting ons tijdelijke huis voor deze week..

Drakenbloedbomen

Deze imponerende bomen komen alleen voor op de Canarische eilanden, de Kaapverdische eilanden en Madeira. De Drago, zoals de boom hier wordt genoemd, zijn langzaam groeiende planten die honderden jaren oud kunnen worden en zijn het symbool van de Canarische Eilanden.

De drakenbloedboom is meer dan andere Canarische planten met mythen en sagen omgeven.

In iedere vertakking, zo geloofden de oorspronkelijke bewoners van La Palma (Benahaores), verstopte zich de ziel van een gestorvene.

De drago komt aan zijn naam doordat bij kneuzingen van de bast het 'drakenbloed' uit de boom loopt, een rood, harsachtig sap. In de middeleeuwen dacht men dat dit bloed van draken was.

Voor de oerinwoners speelde de boom ook een belangrijke rol binnen hun religie. Het ‘drakenbloed’ werd gebruikt als medicinaal wondermiddel, helende smeersels en voor het balsemen van hun doden. De hars was zo gewild dat de boom in het wild bijna uitgestorven is, want als er te veel 'bloed' wordt uitgehaald, dan gaat hij dood.

 

Wandelend en met het openbaar vervoer hebben we zo het bergachtige en vulkanische eiland doorkruist. Voor het grootste gedeelte is het met dennenbossen en cultuurgewassen begroeid. Een tegenstelling met de kale gebieden, vulkanen met as- en lavastromen en de grootste erosieketel ter wereld. Het was zeer de moeite waard om het ene moment tussen de gestolde lavastromen van vulkanische uitbarstingen te wandelen en later door uitgestrekte bananenplantages.

In tegenstelling tot bijvoorbeeld Lanzarote en Fuerteventura is La Palma toch grotendeels een groen eiland. Het wordt daarom ook wel Isla Verde genoemd. Het regent hier dan ook vaak in de winter, voor veel bezoekers een teleurstelling, voor veel Palmeros een eerste levensbehoefte. Het water is onontbeerlijk voor de wijn- en landbouw, die nog steeds de belangrijkste inkomstenbron van La Palma is.

Natuurlijk profiteren vele restauranthouders, appartementenverhuurders en winkeliers van het toerisme. Een deel van de bevolking heeft echter nog steeds weinig met de toeristen. Niet zo zeer uit onvriendelijkheid maar vaak ook met een gebrek aan ervaring in de omgang met de vreemdelingen die elke week als een zwerm sprinkhanen op het eiland neerstrijkt, zijn sommige Palmero's terughoudend. Daarom zijn soms op La Palma nog wel traditionele structuren te vinden, waartoe overigens ook de spreekwoordelijke rust waarmee zaken worden geregeld, klanten worden geholpen en informatie wordt gegeven.

El Paso

Dit dorp dat bestaat uit mooie eilandhuizen en landelijke plekjes ligt tussen de oude weg naar Los Llanos en de Carretera General, de hoofdstraat die Los Llanos met Santa Cruz verbind en die altijd erg druk is. In de jaren negentig is er in El Paso heel veel gebouwd, hetgeen de sfeer niet ten goede is gekomen. Het lijkt of iedereen het dorp zojuist langs de snelle hoofdweg heeft verlaten. Op het eerste gezicht is er ook niets wat voor ons interessant zou kunnen zijn, maar het ligt op onze weg en we besluiten om toch even een kijkje gaan te nemen nu we er toch zijn. 

In het historische centrum zijn een paar winkeltjes, het raadhuis en een evenementenhal die ook in de Pyreneeën of in Nederland had kunnen staan.

In de zijstraten is echter nog wel wat van het idyllische bergdorpje te vinden. Hier staan nog wat eeuwenoude eilandhuisjes, kleine winkeltjes en de bewoners die werken op hun stukje grond of een praatje maken met de buren.

Maak jouw eigen website met JouwWeb