DENEMARKEN

JUTLAND

Alhoewel Scandinavië niet mijn meest favoriete deel van Europa is, zetten we in de zomer van 2019 koers naar Denemarken, het kleinste en over de weg het gemakkelijkste bereikbare land van Scandinavië. Misschien niet zo ruig als Noorwegen en Zweden, maar Denemarken beweert wel een mooie natuur te hebben, rust en een vriendelijke sfeer.

Tevens staat dit land al jarenlang op nummer één van de wereldwijde Geluksindex. Alles lijkt te kloppen in Denemarken. Het is er schoon, er heerst gelijkheid en welvaart. Maar is het niet te mooi om waar te zijn? Is het wel zo ‘lykkelig’ in Denemarken?

We gaan het ontdekken tijdens onze tocht dwars door het glooiende  landschap van Jutland en staan stil op diverse plekken, zoals het dorpje Jelling met de vikingmonumenten.  Ook gaan we een van 's werelds gelukkigste steden bekijken: Aarhus, de tweede stad van het land.

Ooit was Denemarken de thuishaven van de Vikingen, die bekend stonden om het plunderen, roven en moorden. Ze stonden in vroeger tijden bekend als de plaag uit het noorden.

Dit belooft een spannende tocht te worden door het kleine koninkrijk.

Vanuit Flensburg rijden we Denemarken in, een klein land dat iets groter is dan Nederland. We zijn dan op het Deense deel van het schiereiland Jutland, dat het grootste gedeelte van het land vormt.

Het merendeel van de ongeveer 5,7 miljoen inwoners van Denemarken leeft in de stedelijke gebieden. Het land bestaat uit drie belangrijke eilanden en tal van kleine eilandjes en schiereilandjes.

In het westen vind je Jutland, dat grenst in het zuiden aan Duitsland. Het oostelijke eiland, Seeland, bevat de hoofdstad Kopenhagen en is met Zweden verbonden door een spectaculaire brug over het water naar Malmö. Het kleine eilandje in het midden heet Funen en ligt tussen Jutland en Seeland in. Ook Groenland behoort tot het Deense koninkrijk, evenals de Færøer Eilanden.

Denemarken staat verder bekend om de sprookjes van Hans Cristian Andersen, smørebrød en desingner winkels.

Het noorden van het schiereiland Jutland vormt het grootste deel en het vasteland van Denemarken, het zuidelijke deel behoort tot de Duitse deelstaat Sleeswijk-Holstein.

Hoewel de Vikingen van weleer vooral terug te vinden zijn in musea merk je dat de Denen nog steeds een trots volk is. Trots op hun land en op zichzelf. De Vikingentijd herinnert hen aan de periode dat de Denen/Scandinaviërs een dominante rol speelde in de regio. Wat betreft technieken en wijze van leven waren ze hun tijd soms ver vooruit. Dat element zie je nog steeds terug in het Deense leven van nu.

Aan de staat met de oudste nationale vlag ter wereld -de zogenaamde Dannebrog- die aan veel Deense huizen wappert, is de moderne tijd niet voorbij gegaan. Integendeel.

Dankzij de Deense inventiviteit en handelsgeest tellen firma's als techfabrikant Bang & Olofsen speelgoedproducent Lego, brouwerijgigant Carlsberg, waartoe ook Tuborg behoort en de grootste rederij ter wereld, Mærsk, internationaal mee.

De naaste buren en verder gelegen landen kijken met argusogen naar de Deense economie die het jaar na jaar goed blijft doen.

Maar ondanks de moderne tijd leeft men in Denemarken ook in de 21e eeuw nog met de natuur.

 

Het is een beetje kaal, en vlak. Heel veel grasland, tot zover je kunt kijken, met daartussen een rechte tweebaansweg, waar je maar zo om de minuut een tegenligger tegenkomt. Hier en daar een klein dorpje met saaie huisjes langs de hoofdweg.

In de taal, het uiterlijk van de Denen en het landschap kun je zeker overeenkomsten met ons eigen Nederland en de Nederlanders vinden. Maar al gauw zie je dat Denemarken een stuk uitgestrekter en rustiger is.

“Lysets Land” of “Land van het Licht”, wordt het noorden van Jutland wel genoemd vanwege het bijzondere licht dat er heerst en de vele extra zonne-uren die er kunnen worden genoten. Het topje van Denemarken is omgeven door zee, die voor het zonlicht als een spiegel werkt en zorgt voor een bijzondere lichtintensiteit.

Rond het jaar 1000 beleefden de Vikingen hun bloeitijd. Dit volk van zeevaarders was ongeremd, roofzuchtig en nietsontziend. Dat wil de legende ons tenminste doen geloven.

Dat waren ze ook wel, maar ze waren nog veel meer: handelslui, wereldreizigers, cultuurproducenten en ontdekkers.

Vanuit Scandinavië verkenden ze in hun ranke, snelle, zeewaardige schepen de oceaan, ontdekten nieuwe Europese handelsroutes en koloniseerden de Færøer Eilanden en IJsland. 

De fascinatie van de Denen voor hun voorouders is dus wel te begrijpen. Bijna overal in het land zijn Vikingforten opgegraven of worden Vikingschepen gereconstrueerd en is in Vikingdorpen na te gaan hoe het leven 1000 jaar geleden moet zijn geweest.

De mythe van de Vikingen is echter geen puur Deense aangelegenheid. De Vikingen zijn een verbindend element voor heel Scandinavië. 

JELLING

Jylland

Dit dorp wordt wel gezien als de echte bakermat van Denemarken, zo'n 1000 jaar geleden was dit de woonplaats van de Vikingkoningen.

Het Jellingmonument bewijst dat hier de oorsprong ligt van het Deense Christendom.

De vikingvorsten die er huisden lieten hun sporen achter in de vorm van grafterpen en stenen met daarop in runenschrift de oudste geschreven teksten van het land.

De grafheuvels, runenstenen en de kerk van Jelling zijn toegevoegd aan de werelderfgoedlijst van UNESCO en worden door de historiebewuste Denen innig gekoesterd.

Op een van deze stenen, vlak bij het kerkje, staat een eerbetoon te lezen van koning Harald Blauwtand aan zijn moeder Thyra en zijn vader Gorm de Oude, de oervader van het Denemarken in de 10e eeuw. Het betreft dezelfde Harald die heel Denemarken en Noorwegen veroverde en de Denen bekeerde tot het christendom. De huidige koningin Margarete is is verwant aan deze vikingen.

Vandaag de dag kun je in Jelling twee Vikinggraven bezoeken en de restanten van een Vikingkerk bekijken. Ook de wereldberoemde runenstenen van Jelling liggen op deze locatie.

Jaarlijks weten duizenden mensen deze ongetwijfeld belangrijke maar voor hedendaagse bezoekers misschien toch wat teleurstellende historische ijkpunten te vinden.

Net als deze Jellingstenen, staan er nog een aantal op de oorspronkelijke locatie, meestal onder bescherming van een overkapping of zelfs zoals hier in een glazen huisje.

Vaak staan de originele steen in musea, terwijl er op de oorspronkelijke vindplaats dan een kopie staat.

In het verleden werden de runenstenen geregeld als bouwmateriaal gebruikt bij de bouw van stenen kerken.

Bij de dom in Utrecht is overigens een kopie van de steen te vinden.

 

Omdat Denemarken vrijwel geheel boven zeeniveau is gelegen en een stevige bodemstructuur kent, zijn er heel wat meer prehistorische vondsten te zien dan in het zompige Nederland, waar alleen in Drenthe wat hunebedden zijn te vinden 

De geschreven geschiedenis begint er bovendien wat eerder, doordat er op runenstenen al berichten uit het verleden te lezen zijn.

De grafheuvels en een van de runenstenen zijn uitstekende voorbeelden van de heidense, Scandinavische cultuur. Het complex illustreert de overgang van het heidense geloof naar het christendom en is uitzonderlijk binnen Scandinavië en de rest van Europa. De kerk en het kerkhof gaan meer dan 1000 jaar terug in de tijd en zijn voortdurend in gebruik geweest. 
De kerk wordt omringd door een bufferzone van 300 meter, waarbinnen geen gebouwen hoger dan 8,5 meter mogen worden gebouwd. Daarnaast is er een bepaling van kracht waarin staat dat er voor een afstand van 1000 meter ten noorden van Jelling geen gebouwen mogen worden gebouwd of bossen mogen worden aangelegd, om een ononderbroken zicht op het monument vanuit deze richting te houden.

De twee grafheuvels in Jelling hebben beide een afgeplatte top en zijn vergelijkbaar qua grootte, vorm en constructie. De noordelijke is de Grafheuvel van Thyre, de zuidelijke is de Grafheuvel van Gorm. De grafheuvel van Thyre is 8,5 meter hoog en 65 meter lang en is daarmee de grootste grafheuvel in Denemarken. Een van de Noord-Germaanse- of Vikingstijlen heeft dankzij de vondst van een zilveren beker in het graf van Gorm de naam Jelling(e)stijl gekregen.

De beide grafheuvels zijn uitgebreid onderzocht, maar bleken geen konings- of koninginnengraf te bevatten. Mogelijk hebben Gorm en Thyra kort na de oprichting van de stenen een christelijke begrafenis gekregen.

Op de plaats van de huidige kerk van Jelling hebben eerder minstens drie houten kerken gestaan, die alle drie door brand zijn vernield. De eerste kerk werd waarschijnlijk gebouwd rond het jaar 960 onder Harald I van Denemarken, die het stoffelijk overschot van zijn vader, koning Gorm de Oude, liet overbrengen van de grafheuvel waarin hij begraven was naar de kerk. Tussen 1050 en 1100 werd deze vervangen door een kerk van steen. 

Denemarken (inclusief Zuid-Sleeswijk in Duitsland en SKane in Zweden, gebieden die in de Vikingtijd tot Denemarken gerekend mochten worden) telt zo'n 220 bewaarde runenstenen. In vergelijking met Zweden, dat er ruim 3000 telt, is dat een beperkt aantal. 

Noorwegen telt er met 70 stuks nog minder.

De belangrijkste zijn de twee stenen van Jelling, waarop onder meer ook de vorming van Denemarken wordt gemeld.

 

HIMMELBJERGET

De Hemelberg

Het merengebied bij Silkeborg doet bijna Zweeds aan. Na alle glooiende graanvelden die we eerst in Jutland zagen is het een welkome afwisseling om nu in de bossen te zijn. Dat niet alleen, hier vinden we op een mooi plekje in het merengebied de Himmelbjerget. 

De plaatsen Silkeborg en Ry zijn een uitgangpunt voor zeil- en kanotochten op de meren. Je kunt van hieruit ook met een stoomradarboot naar de Himmelbjerget, maar wij gaan gewoon over de weg.

Met een hoogte van 147 meter is de Hemelberg de hoogste ‘berg’ in Midden-Jutland. Het is even een klimmetje er naar toe en boven is er het aangename uitzicht  op het meer de Julsø. Op de heuvel staat een 25m hoge bakstenen uitkijktoren uit 1875. De toren werd gebouwd ter ere van koning Frederik VII als dank van het Deense volk voor de grondwet van 1849, die het einde van de absolute monarchie betekende.

Vanaf de top genieten we van een panorama over de Deense natuur. 

 

AARHUS

Aarhus heeft niet voor niets de bijnaam City of Smiles. Het is een van ’s werelds gelukkigste steden. En als tweede stad van Denemarken was Aarhus in 2017 dé culturele hoofdstad van Europa. Kortom: hier moeten we ff een kijkje nemen!

Van Vikinghaven naar het culturele hart van Jutland. Qua uitgaansleven kan Aarhus aardig levelen met Kopenhagen. Ook kun je in het centrum goed shoppen. Dankzij de plaatselijke universiteit is bijna 20% van de inwoners student. Die een chille sfeer meebrengen en de gemiddelde leeftijd laag houden.

Aarhus is baas in het mixen van oud en nieuw. Zo vind je er een compleet levend openluchtmuseum Den Gamle By.

Ook staat hier de langste kerk van het land: de Århus Domkirke. Maar de stad heeft ook genoeg hypermoderne architectonische hoogstandjes.

Ondanks de 250.000 inwoners is men in staat gebleken om de kleinschaligheid redelijk te behouden. Uiteraard zijn er vele buitenwijken, maar het historische centrum is een van de mooiste van het land en ademt een relaxte sfeer. 

 

De schrijfwijze van de naam werd bij de Deense spellinghervorming van 1948 van Aarhus in Århus veranderd. Sinds 1 januari 2011 geldt de oude schrijfwijze Aarhus weer als de plaatselijke voorkeurspelling, die door de gemeente zelf wordt gehanteerd. Århus blijft echter ook correct. Beide varianten worden als oorhoes uitgesproken.

Letterlijk betekent de naam 'riviermonding', wat te verklaren is doordat de stad bij de monding van het riviertje Århus Å ligt.

Met tig koffietentjes, cafés, betaalbare en Michelin restaurants kom je in Aarhus niets tekort! Sommige restaurants zitten een beetje verstopt. Maar als je weet waar je moet zijn heb je ook wat. Op de meeste plekken kun je relaxen in een binnentuin. En dankzij de studenten zijn de meeste plekken voor Deense begrippen betaalbaar. Super chill! Uiteraard veel verse vis op het menu, net als de Deense specialiteit smørebrød. Maar ook de internationale keuken is meer dan aanwezig.

Voor gezellige cafés moet je bij de rivier zijn, de beste restaurants vind je in het oude Latin Quarter.

Åboulevarden in de binnenstad is zo verlegd dat de rivier de Århus Å weer zichtbaar door de stad stroomt.

 

 

Møllestien is een pittoreske geplaveide steeg in het midden van Aarhus en ongetwijfeld één van de meest gefotografeerde plekken in de stad. De huizen hier zijn voornamelijk uit de 18e eeuw maar de straat zelf gaat helemaal terug naar de Vikingtijd.

Blikvanger is het Rådhus van Aarhus met de opvallende klokkentoren, dat symbool staat voor het iconische Deense ontwerp. Het werd ontworpen en opgericht in 1937-1941 door de beroemde Deense architect Arne Jacobsen. De toren is tegen de wil van de architect gebouwd, omdat het gebouw wat meer grandeur moest uitstralen. De buitenzijde van het gebouw is bekleed met Groenlands marmer.

 

 

Een kleine wandeling vanuit het centrum ligt pal naast het openluchtmuseum Den Gamle By, Aarhus Botanical Gardens als een oase van rust in de stad. 

Middenin de botanische tuin is het bezoekerscentrum. Je herkent het aan de grote koepel, als een dauwdruppel in een groene omgeving. De koepel en het gebouw werden van 2011 tot en met 2014 door een architectenbureau onder handen genomen. In totaal kostte de renovatie 65 miljoen Deense Kronen. Dit bedrag werd gefinancierd door meerdere partijen waaronder de universiteit van Aarhus. Vandaag de dag is het een mooi architectonisch paradeplaatje. Mooi maar wel vochtig en warm. 

Er zijn verschillende serres die allemaal met elkaar verbonden zijn door automatische deuren. Elke serre representeert een andere klimaatzone. Wanneer je erdoor wandelt ga je van een droog klimaat naar uiteindelijk een klimaat met een zeer hoge luchtvochtigheid. In het stukje regenwoud met hoge palmen zorgen verschillende sprenkelinstallaties op gezette tijden voor een nevelige waterdamp.  In het woestijnklimaat staan cactussen en een mooie verzameling vleesetende planten uit verschillende delen van de wereld. De collectie is divers en goed onderhouden.

Er vliegen kleurige vlinders rond die het prima naar hun zin hebben op de tropische en subtropische planten uit alle werelddelen.

Je kunt een app downloaden om te zien welke planten er groeien.
Wat je ook even moet doen is de toiletten bezoeken. Ja zelfs als je niet moet. Elk toilethokje heeft zijn eigen thema. Zo is  een met een regenwoudthema, inclusief bladeren behang, houten wasbak en tropische geluiden. Achter elke deur zie je een nieuwe verrassing.

De toegang tot de botanische tuin is gratis en wij vonden het zeer de moeite waard.

 

Dokk1 is gelegen aan de haven van Aarhus en is een cultureel en multimedia verzamelpunt met tentoonstellingen en evenementen. Je vindt hier ook een grote bibliotheek. Het is gemakkelijk om hier te komen vanuit het centrum.

HIRTSHALS

In het uiterste noorden van de regio noord Jutland is het eindpunt van de Deense route bereikt en breekt de tijd aan om het land te verlaten voor de grote buurman Noorwegen. 

Hirtshals is nog steeds een betrekkelijk klein vissersplaatsje, maar de veerboten die vanuit hier vertrekken hebben dit tegenwoordig tot een van de belangrijkste havens van Denemarken gemaakt.

Er zijn bootverbindingen naar diverse plaatsen in Noorwegen, naar de Færøer Eilanden en IJsland. 

 

 

Denemarken lijkt in veel opzichten op Nederland. Uiteraard zijn er verschillen maar niet in extremen zoals  dat met veel mediterrane landen of met Oost-Europa soms wel het geval is. In Denemarken geen witte stranden, vervallen dorpjes of hoge bergen. Alles lijkt hier gedoseerd te zijn.

Alhoewel het echt geen straf was om hier te zijn en zeker de moeite waard voor een kort bezoekje, is het voor mij niet het meest spectaculaire land van Europa. Het klimaat is evenmin mijn favoriet, met gemiddeld minder zonneschijn en lagere temperaturen dan in ons eigen Brabant.

Als je op zoek bent naar een degelijk vakantieland, dat veiligheid en structuur hoog in het vaandel heeft staan en je niet alle dagen zonnig weer met 25 graden verwacht, is Denemarken een aardige bestemming.