AZERBEIDZJAN

Xos gelmissiniz!!

Na met veel mooie ervaringen diverse voormalige Sovjetrepublieken te hebben ontdekt is het nu de beurt aan Azerbeidzjan.

Vanwege allerlei visumrompslomp, waar ik een enorme hekel aan heb, viel mijn keuze eerst op de visumvrije landen. Sinds kort is er een versoepeling van de visumprocedure voor Azerbeidzjan, die het bij een kort verblijf nu mogelijk maakt om via internet een e-visum aan te vragen voor € 20 euro.

De Wizz air tickets zijn ook zo geboekt en we vliegen vanuit Eindhoven via Boedapest naar de hoofdstad Baku om stad en land met de huurauto te gaan verkennen.

Met de uitzending van het Eurovisie songfestival in 2012 vanuit het speciaal voor die gelegenheid gebouwde Crystal Hall maakte een groot deel van Europa voor het eerst kennis met Azerbeidzjan.

Verder weten we wel dat het land enorme gas- en olievelden heeft en bij sommigen is Baku tegenwoordig bekend vanwege de autosport. Op het  Baku city circuit wordt sinds 2016 de Grand Prix formule 1 van Europa georganiseerd . In 2020 zullen we meer van Azerbeidzjan gaan horen als er de kwartfinales van de wereldkampioenschappen voetbal gaan plaatsvinden, net als in het nabijgelegen Sotsji dat we inmiddels allemaal al kennen van de Olympische spelen.

In vroeger tijden maakte Azerbeidzjan deel uit van de zijderoute en nu wordt het voor ons tijd om dit onbekende stukje van Europa ook eens met eigen ogen te gaan bekijken.

 

Na de nachtvlucht vanuit Boedapest komen we nog voor het ochtendgloren aan op Baku Airport Heydar Aliyev international airport.

Het was iets meer dan drie uur vliegen, maar daarbij tellen we nog eens twee uur tijdverschil. Nu is het dus ineens vijf uur later en Baku staat op het punt om aan een nieuwe dag te beginnen.

Onderweg naar het centrum zien we langs de snelweg overal nieuwe appartementen, stadions en hypermoderne of zelfs futuristische architectuur.

Baku is al duizenden jaren in beweging en nog steeds staat de tijd alles behalve stil. Er wordt volop gebouwd en de hypermoderne vlammentorens, gebouwd als gestileerde vlammen, zijn het symbool van de stad en beheersen de skyline waar je ook kijkt. Dit is momenteel één van de meest complexe wolkenkrabberprojecten ter wereld.

In de ochtendschemer boven de stad was vanuit het vliegtuig nog net te zien waar de 10.000 krachtige LEDlampen voor bedoeld zijn, het lijkt net een gigantisch kampvuur. Een passend nieuw icoon voor Azerbeidzjan, dat door de eerste Meden en Perzen het 'land van de nooit dovende vlammen werd genoemd.

Die vlammen branden nog steeds, het is methaangas dat ontsnapt in moddervulkanen en uit bergspleten en spontaan ontbrandt als het in aanraking komt met zuurstof. Het vormt een van de bezienswaardigheden die we gaan bekijken in dit avontuurlijke land.

Geïnspireerd door de Flame Towers was de slogan van het 57e Eurovisie Songfestival in de hoofdstad van Azerbeidzjan "Light your Fire!"

De ene moderne constructie na de andere doemt op, allemaal nog prachtig verlicht in de Azerbeidjaanse vroege ochtend. En dan zijn er nog de even zo imposante gebouwen uit de Sovjettijd en de fonkelnieuwe boulevard aan de Kaspische zee.

Om nog wat nachtrust in te halen kunnen we terecht in onze kamer tegenover de flametowers.

Uit nieuwsgierigheid naar de stad wil het met slapen niet meer zo lukken en besluit ik mijn nieuwe omgeving te gaan verkennen. Helaas is het vandaag een druilerige, regenachtige ochtend die een vroege stadswandeling in het water laat vallen. 

Gelukkig wordt het weer in de middag wat beter en dan nemen we de metro naar Icherisheher, het historische centrum van de stad.

Daar gaat een andere wereld voor ons open in de oude binnenstad met de stadsmuur uit de 12e eeuw. We wandelen in middeleeuwse straatjes waar vroeger de Zijderoute-karavanen doorheen trokken. De sfeer van 1000-en-1-nacht is met enige verbeeldingskracht nog wel te proeven, vooral als we langs een karavanserai lopen . Hier overnachtten vroeger de handelaren op de zijderoute in mooi gewelfde kamertjes, hun kamelen op de binnenplaats. Tegenwoordig doen ze dienst als restaurants, theebarretjes en souveniershops, wat Icherisheher tot een over-gerestaureerd toeristencentrum maakt. 

 

 

Baku is een drukke stad, maar de sfeer is – los van het verkeer – heel relaxed. Het winkelgebied is autovrij en er zijn veel parken waar mensen ontspannen struinen of zitten te kletsen. Ook de boulevard is een fijne plek om te wandelen. De locals rijden als gekken, maar lopen als schildpadden en dit tempo zullen wij de komende tijd ook maar aannemen. Azeri’s zijn harde werkers, maar kunnen ook heel goed loslaten en genieten van hun rust. Het lijkt net of iedereen om ons heen op vakantie is, maar het zijn toch echt veel mensen met lunchpauze. Wij strijken ook maar neer op een terrasje, even ontspannen naar goed lokaal gebruik.

Voordat we de stad verlaten richting de noordkust, zijn er nog enkele must see's in de directe omgeving van Baku, zoals de stranden, zoutmeren, woestijnvlakten, moddervulkanen, eeuwige vlammen, olievelden, brandende bergen en religieuze heiligdommen.
We beginnen de dag vroeg en vertrekken met de huurauto eerst westwaarts, naar het Abseron schiereiland. 

 

 

De vuurtempel van Suraxani is ongetwijfeld een van de meest geliefde reisdoelen van bezoekers van het schiereiland. Al ver voor onze jaartelling stond hier een tempel waar de volgelingen van Zarathoestra onder meer hun god van het licht vereerden, gesymboliseerd door een eeuwig vuur dat zomaar uit de grond kwam. Dat eeuwige vuur is er nog steeds, maar wordt tegenwoordig ten behoeve van de toeristen wel geregeld met een gaskraantje. De nabijgelegen olie- en gasvelden die al sinds 1825 als een van de eerste ter wereld geëxploiteerd worden, hebben er vandaag de dag voor gezorgd dat de druk van het gas in de tempel te laag is geworden voor spontane, eeuwige vlammen.

Handelaren uit India bouwden de huidige tempel, die -wat de gidsen ook beweren- niks meer te maken heeft met de oude godsdienst van Zarathoestra.

  

 

In het nabijgelegen Ramana domineert een hooggelegen kasteel de omgeving. Het kasteel maakt deel uit van een keten van burchten op het schiereiland. Het kasteel is gelegen op een natuurlijke rotspunt, dat gedeeltelijk ook het fundament is. De vier hoeken zijn voorzien van ronde torens, die ooit als vuurtoren en wachttoren dienst deden door bovenin een vuur te branden met behulp van de rijk aanwezige olie als brandstof. Vanaf het kasteel zijn de olievelden te zien en te ruiken.

Uniek in Azerbeidzjan is het plaatsje Nardaran, zeg maar het Staphorst van dit land. Er is de veruit grootste en fraaist geornamenteerde moskee van het land: de eind 1990 gestichte moskee over het graf van Rhima. Rahima was de vrouw van de zevende Iman. 

Op Sjiietische feestdagen is het hier druk met bedevaartgangers, met name uit Iran. 
Nu is de poort naar de moskee gesloten en lijkt Nardaran uitestorven.

De eerste Meden die vanuit Perzië het huidige Azerbeidzjan binnenvielen moeten raar opgekeken hebben. 
Een vreemd, ruig land met steppen en bergen waar zomaar vuur uit de grond kwam. Ze noemden het in hun taal 'land van de nooit dovende vlammen' en beschouwden het als een heilig land.
Yaner Dag in het noorden van Baku is een niet te missen curiositeit: hier staat een rotswand in de fik, volgens plaatselijke historici al sinds 100 jaar.
De olie, die op dit schiereiland dicht aan de oppervlakte in de bodem zit, veroorzaakt gasvorming. Dat (methaan)gas ontsnapt via kieren en spleten in de rotsachtige grond en komt spontaan tot ontbranding. De brandende rotswand heeft men al verschillende malen gepoogd te blussen, zonder resultaat.

Op het Abseron schiereiland zijn de populairste stranden van Azerbeidzjan. De zee is er het minst vervuild door de olie industrie. Hotels zijn hier in overvloed; de hele kust is zo ongeveer volgebouwd tot aan Sumqayit. Dit was ooit een lieflijk plaatsje, tot Stalin er in de jaren dertig van de 20e eeuw een groot aantal chemische fabrieken liet bouwen. Nu is de stad met zijn 300.00 inwonerers een typisch overblijfsel van de Sovjet industrialisatie. Het ziet er verschrikkelijk uit, al poogt men inmiddels met nieuwe bedrijven en meer moderne standaarden de zaak te verbeteren. Het is de derde stad van Azerbeidzan. In 1988 kwam de stad in het nieuws toen Armeniërs en Azeri in een etnisch conflict raakten wat vele doden kostte.

Er zijn sterke aanwijzingen dat de toenmalige Sovje Unie het conflict uitlokte.

Volgens internationale rapporten van intsituten voor lucht-, water-, en bodemverontreiniging, behoort het gebied van de stad tot het meest vervuilde ter wereld.
Langs de kustweg met zijn kilometers aan hotels van wat het Scheveningen van Azerbeidzjan is, zetten we met onze huurauto koers naar het noorden, naar de bergen die naarmate we dichter bij de grens komen grilliger en grimmiger worden. Hier is het ruige, echte Azerbeidzjan met zijn verschillende bevolkingsgroepen, zijn diversiteit aan talen en culturen.

In het badplaatsje Muxtedir aan de noordkust, op 30 km van de grens met de autonome Russische republiek Dagestan, brengen we de nacht door in een vakantiewoning die de behulpzame plaatselijke kruidenier voor ons regelt.

 

 

De volgende ochtend reizen we, na nog even uitgewaaid te zijn op het strand, af naar de Kaukasus met zijn duizelingwekkende schone berglandschappen. 
Eerst brengen we een bezoekje aan het Quba, een sfeervol plaatsje met 40.000 inwoners waar de rivier de Qudialcay doorheen stroomt.
Quba ligt aangeplakt tegen de uitlopers van de Grote Kaukasus en de frisse berglucht is hier al voelbaar.
De bergachtige omgeving smeekt er gewoon om prachtige tochten te maken, te voet of met de auto en voor wie wil te paard.
Dankzij de goede wegverbinding is de stad in enkele uren met de bus, collectieve taxi of met de auto vanuit Baku bereikbaar.
Quba is een goed uitgangspunt om de bergen in te trekken, we hebben in Laza een homestay gereserveerd bij een familie thuis. Hier zijn alle kamers in huis bezet door andere gasten, maar de familie heeft nog een huisje in het dorp waar wij mogen logeren.
Ooit was dit dorp slechts te voet, per paard of in de zomer per 4wheel drive te bereiken. 
Dat is nu wat anders geworden, door het deels nog in aanbouw zijnde enige skigebied van Azerbeidzjan is er een asfaltweg vanuit Qutar aangelegd. Er staan ook enkele luxe hotels en het is nog geen Sotsji, maar als het aan het Ministerie voor Toerisme in Baku ligt, gaat het de concurrentiestrijd daarmee volledig aan. Het skigebied is uitgerust met door Zwitserse ingenieurs gebouwd stoeltjesliften. Het gebied doet nog wat kunstmatig aan, maar de omgeving en de vergezichten vergoeden veel.
De eerste fase van het project is voltooid, alles is gloednieuw. 
Wij verblijven liever in dorp, minder luxueus, maar wel zo gezellig en nu nog authentiek.
Maar voor hoe lang nog?
Tot aan de skiresorts is er een prima, geasfalteerde weg, de laatste 3km naar Laza is over een zandweg met kuilen en stenen die bij droog weer redelijk berijdbaar is met een gewone auto. Als de weg door regen of sneeuw glad wordt, is het een ander verhaal. Je zult hier niet de eerste zijn die van de weg af glijdt, de steile afgrond in.

 

Omdat voor de volgende dag Qobustan op het programma staat, overnachten we in een hotel in oostblokstijl aan de saaie vierbaansweg M3 die de Kaspische zeekust (soms op grote afstand) volgt naar het zuiden vanuit Baku.

De oevers van de Kaspische zee zijn vaak begroeid met riet en het landschap is vlak dor en droog. Dit is het landschap dat de Amerikanen prairie noemen en de Russen Steppe. 

Aan deze weg ligt ook Qobustan, een dorpje dat wereldberoemd is geworden door de vondst van rotstekeningen uit de nieuwe steentijd. Vooral spectaculair in dit gebied is de groep moddervulkanen die zo'n 15km zuidelijker van Qobustan te vinden zijn. Maar dan moet je wel een taxichauffeur vinden met een 4x4 die hier bekend is, de moddervulkanen liggen ver van de autoweg en de bewoonde wereld op een onherbergzame vlakte. 

Of beter gezegd: de taxichauffeur vindt ons, in het dorp en bij het museum staan ze op toeristen te wachten met dit doel. 
Een moddervulkaan ontstaat doordat platen van de aardkorst onder de zee over de aardplaten op het land schuiven. Het bezinksel (sediment) van vooral modder en gas raakt opgesloten in een ondergronds reservoir. Onder druk spuit dit gas en modder met water en steen(gruis) door breuken en spleten in de grond naar boven. 
Ze hebben niks te maken met echte vulkanen die gloeiend magma uit het binnenste van de aarde spuwen. 
Een moddervulkaan is ook niet heet, je kunt rustig je hand in de modder steken. 
Door de grote hoeveelheid mineralen die mee naar de oppervlakte komen, schijnt het nog goed te zijn voor de huid ook. 
Moddervulkanen kun je ook vanaf de kust hier en daar in de Kaspische zee zien door het opborrelende gas aan de oppervlakte van de zee.
Het gas dat de moddervulkanen naar de oppervlakte spuwen, bestaat voor 90% uit methaan en is in hoge mate brandbaar. Sommige moddervulkanen spuwen daarom wel vuur dat soms hoog kan oplaaien.
Helaas hebben we dat niet mogen meemaken, afgezien van wat opborrelende modder bleven de vulkanen rustig.

Voor 4 manat is een kaartje te koop dat toegang biedt tot het museum en het Nationaal Park waar de rotstekeningen te zien zijn.
De 2000 jaar oude petrogliefen stellen mensen voor met hun dieren, zoals geiten en stieren. Het zijn de meest oostelijke inscripties die we kennen van de Romeinen. 
In het museum kun je in verschillende zalen, die met touchscreens zijn uiterust, de laatste ontwikkelingen van de onderzoeken volgen.

Persoonlijk vind ik het bijzondere rotslandschap van het Nationaal Park nog het meest interessante en een wandelingetje waard.

LAHIC

Lahic is een bergdorp met prachtige stenen straten en huizen, gelegen op de zuidelijke hellingen van de Grote Kaukasus binnen het rayon Ismayilli. We overnachten ook hier weer in een homestay bij een locale familie thuis.

Er wordt in deze regio een aparte taal gesproken, het Lahiji, dat behoort tot de oorspronkelijke Perzische taalfamilie.
Lahic is bekend door zijn authentiek vakmanschap op het gebied van koperwerk. Er zijn diverse ambachtelijke smederijen, die nu nog voornamelijk souveniers maken. De lokale bevolking met een omvang van nog geen 1000 personen, legt zich steeds meer toe op het toerisme. Het dorp zelf heeft zeker ook zijn charme, maar omdat het zo gericht is op toerisme, is de authenticiteit echter verloren gegaan. Het is iets te sterk gerenoveerd en er zijn iets te veel souvenirwinkeltjes, wat alleen maar erger zal worden in de komende jaren.
Door zijn zeer geïsoleerde ligging is het dorpje met name in de winterperiode gedurende maanden niet of nauwelijks bereikbaar door forse sneeuwval in de Kaukasus. Vooral in de winter is het leven hier hard, de huizen worden nog verwarmd met houtkacheltjes en veel mensen leven nog als in vroeger tijden.

Gelukkig is het nu droog en zonnig weer, waardoor het dorp voor ons goed bereikbaar is met een gewone auto. Het eerste deel van de weg is geasfalteerd, het laatste stukje is een vrij brede zandweg met gravel en grint, die nu goed begaanbaar is. Het is een spannende route met steile afgronden, maar de schitterende omgeving en uitzichten maakt veel goed. 
Als de weg door regen of sneeuw glad wordt lijkt het me niet aan te bevelen om deze route met een gewone auto te rijden als je hier niet bekend bent en onervaren met dit soort bergwegen.

Ook in het dorp zijn de smalle steegjes met keien een uitdaging om door te rijden.

 

De bergen zijn een populaire vakantiespot, mensen komen er voor de frisse lucht en om in de bossen te wandelen. Ook in de oudheid was het al een gewild gebied; van Rus tot Pers en van Romein tot Griek, iedereen had interesse. Het gebergte onder controle krijgen lukte altijd maar gedeeltelijk, waardoor een plaats als Qabala – de oudste stad van Azerbeidzjan – haar identiteit nooit helemaal heeft verloren. Het doet allemaal nogal dorps en kleinschalig aan, maar ook hier wordt volop gebouwd. De overheid, overal aanwezig in de vorm van enorme billboards met voormalig president Heydar Aliyev, investeert flink in de stad. Aliyev bracht naast stabiliteit ook een hoop internationale kritiek – vermeende corruptie, verkiezingsfraude en dictatoriaal gedrag – naar zijn land. De mensen die wij spreken zeggen blij te zijn met Heydar en zijn zoon Ilham die inmiddels president is. „De stad groeit, er is werk, er gebeurt van alles

 

De volgende dag vertrekken we weer vroeg uit Lahic om door te reizen dieper de Kaukasus in, naar het stadje Sheki. Hier staat het enige nog overgebleven paleis van de Khans uit de 18e eeuw, gebouwd zonder een enkele spijker; het past als een 3D-puzzel in elkaar. De Russen overwonnen Sheki aan het begin van de 19e eeuw in het constante getouwtrek om de Kaukasus en veel van de bestaande gebouwen werd verwoest. „De bewoners van Sheki hebben ze op de een of andere manier van het nut en de schoonheid van het paleis kunnen overtuigen”.

SHEKI

In Sheki slapen we in de prachtige karavanserai, ooit een plaats waar een karavaan op de zijderoute compleet met kamelen en paarden een veilig onderkomen voor de nacht zocht. Er is een grote binnenplaats voor de dieren, en daar, in een hoefijzervorm, liggen de kamers in een meestal twee verdiepingen hoge galerij omheen. De centrale poort ging natuurlijk 's nachts op slot. Van buiten ontstond zo een schier onneembare vesting voor plunderaars, vijandelijk e troepen of andere lieden met slechte bedoelingen.
Sheki is een prettig plaatsje met als fraaiste bouwwerk het 18e eeuwse Khan Paleis, nu een museum dat alleen met een gids te bezoeken is.
Sheki was in de tijd van de Sovjet-Unie de grootste zijde stad van het rijk. In de plaatselijke fabriek werkten 7600 arbeiders. Na een tijd van neergang is de zijde-industrie weer van grote betekenis voor de stad, ook al is het aantal werknemers flink geslonken.
Wat door de eeuwen heen is gebleven, is de van oorsprong Turkse halva, hier als plaatselijke variant een roze lekkernij in ronde taartvorm.

 

KISH

Het bergdorpje Kiş ligt 6km van Sheki, met een oude Armeense kerk die ingericht is als museum.

Het kerkje is moeilijk bereikbaar over een kilometer lange onverharde weg bergop met kuilen en keien. Aan het begin van het dorp staan taxi's die geen moeite hebben met deze weg en ons voor 6 manat naar boven brengen en weer terug.

 

 

Onderweg terug naar Baku zien we de oude Lada’s langzaamaan weer plaatsmaken voor dikke BMW’s. Het binnenland en de stad zijn twee verschillende werelden. Azerbeidzjan is duidelijk een natie in opbouw: Baku is bijna af, in Qabala is men nog hard aan het werk en ook op andere plekken wordt geïnvesteerd in de toekomst.De kosmopolitische hoofdstad Baku is een dynamische stad, waar limousines en wolkenkrabbers het straatbeeld bepalen. Een paar uur rijden verder ligt een andere wereld: middeleeuwse dorpen waar herders in de Kaukasus hun schapen hoeden.

 

De officiële taal, het Azerbeidzjaans, maakt deel uit van de Turkse talengroep. Tot aan de Sovjetperiode werd de meeste religieuze literatuur in het Arabische schrift geschreven. Toen in de twintigste eeuw de Turken op het Latijnse alfabet overgingen, koos Sovjetleider Josef Stalin ervoor de Azerbeidjanen het Cyrillische alfabet te laten gebruiken.
 
Dit was bedoeld om de culturele banden met Turkije te verzwakken. Na de onafhankelijkheid in 1991 probeerde Iran in Azerbeidzjan de terugkeer naar het Arabische schrift te bewerkstelligen met als doel de invloed van de Islam aldaar te versterken. Als seculiere staat ging Azerbeidzjan echter over op het Latijnse alfabet.

De oliestaat die investeert in prestigieuze evenementen en glinsterende hoogbouw om een plek te bemachtigen op het wereldpodium, waar zagen we dat eerder?

Als je hier rondloopt kun je je niet aan het idee onttrekken dat de overheid van Azerbeidzjan van Baku een Dubai aan de Kaspische Zee wil maken. Er worden zelfs kunstmatige eilanden aangelegd voor de kust van de stad. De nieuwe glans van de stad is duidelijk geïnspireerd door dezelfde wereldwijde luxe van andere opkomende steden.

De kop van een artikel uit New York Times Magazine in 2013 beschrijft de situatie perfect: "Azerbeidzjan is rijk. Nu wil het bekend worden."

De regering richt zich hierbij op het toerisme uit Europa.

Natuurlijk is er de keerzijde van de medaille. De overheid draait haar hand er niet voor om hele wijken plat te gooien (en de bewoners op straat te zetten) om plaats te maken voor een nieuw museum, stadion of shopping mall. Buurten met eeuwenoude gebouwen worden gesloopt om plaats te maken voor de gloednieuwe, glimmende appartementen en kantorencomplexen. De burgers in de historische woonwijken lijden onder de drang van de stad om op Dubai te lijken.

In 2012 beschuldigde Human Rights Watch Baku van "illegale onteigening van woningen en gedwongen uitzettingen van tientallen gezinnen in vier wijken van Baku, soms zelfs zonder waarschuwing of midden in de nacht.""De autoriteiten sloopten vervolgens de huizen, soms nog met de bezittingen van bewoners erin," aldus het verslag van de groep. "De overheid weigert huiseigenaren een eerlijke compensatie geven, waarvan de meeste op erg populaire locaties staan.

De stad heeft nieuwe huizen gebouwd voor de ontheemde bewoners. Dit was in de meeste gevallen aan de rand van de stad, wat volgens de bewoners geen eerlijke ruil is tegenover de woningen in het stadscentrum.

De snelheid van de vooruitgang is meedogenloos in dit land dat een plekje op het wereldtoneel probeert te bemachtigen. Maar het is nu onduidelijk hoe de groei van Baku beïnvloed zal worden door de halvering van de wereldwijde prijs voor oliebubbel.

 

Wat vooral opvalt in dit land zijn de tegenstellingen: de architectuur van Baku met de ultramoderne gebouwen en winkels van Gucci, Armani en Valentino, vijf sterren paleizen van Grand Hyatt en Jumeirah, met daar tegenover de bergdorpjes en het platteland waar het lijkt dat de tijd soms stil gestaan heeft in de machtige bergen van de Kaukasus.

In Azerbeidzjan val je van de ene verbazing in de andere. Elke ervaring bijzonder, elke ontmoeting speciaal en elke locatie uniek.

Na de onafhankelijkheid in 1991 leek olie de grote troef van het onafhankelijke Azerbeidzjan. De Azerbeidzjaanse bevolking werd veel welvaart in het vooruitzicht gesteld. Men verwachtte zelfs dat Azerbeidzjan een tweede Koeweit zou worden. In 1994 werd een contract getekend met een consortium van westerse oliemultinationals en het Azerbeidzjaanse staatsbedrijf SOCAR voor de winning en transport van olie. De bevolking van Azerbeidzjan profiteerde hier echter niet tot nauwelijks van mee. In tegenstelling tot Armenië heeft de economie zich in de loop van de jaren negentig niet hersteld, maar raakte alleen nog verder in een crisis. Eind jaren negentig leefde bijna de helft van de bevolking onder de armoedegrens.
Om onafhankelijk te zijn van Rusland heeft Azerbeidzjan  in samenwerking met westerse mogendheden nieuwe routes aangelegd voor het vervoer van olie en gas uit de Kaspische Zee. Door de aanleg van deze pijpleidingen maakte Azerbeidzjan in 2006 en in 2007 een economische groei van meer dan 30% door. In 2005 leefde iets minder dan een kwart van de bevolking nog onder de armoedegrens. Wellicht dat de pijpleidingen in de toekomst alsnog gaan zorgen voor een stijging van de welvaart.

Wist u dat…
…De watertoevoer in Azerbeidzjan het laagst is van alle landen wereldwijd?
…9 van de 11 bestaande klimaatzones zijn terug te vinden in Azerbeidzjan?
…67% van de plantensoorten die in de Kaukasus voorkomen in Azerbeidzjan is te vinden?
…Voetbal de populairste sport is in Azerbeidzjan?
…40% van het landoppervlak van Azerbeidzjan bestaat uit bergen?
…De eerste sporen van vuur maken zijn gevonden in Azerbeidzjan?

Maak jouw eigen website met JouwWeb