CYPRUS

Κυπριακή Δημοκρατία
Kıbrıs Cumhuriyeti

De Republiek Cyprus is gelegen op het gelijknamige eiland Cyprus in het oosten van de Middellandse Zee, ca. 70 km ten zuiden van Turkije en 100 km ten westen van Syrië. 
Tot 1960 was Cyprus een Briste kolonie en sinds een paar jaar na het verkrijgen van de zelfstandigheid is het eiland verdeeld. Het noordelijk deel van Cyprus heeft zich in 1974 afgescheiden van het zuidleijk deel en vormt de niet erkende (met uitzondering van Turkije) Turkse republiek van Noord Cyprus. Grieks Cyprioten noemen het een bezetting, de Turken noemen het een vredesoperatie.

Zonder de schuldvraag ergens neer te leggen is het duidelijk dat de verdeeldheid op Cyprus een groot probleem is die ook invloed heeft op de Europese Unie en het eventuele toetreden van Turkije tot de E.U. Sinds 2004 zijn er diverse pogingen geweest om tot een oplossing te komen, maar tot heden heeft dat nog niet geleid tot serieuze oplossingen.

In 2000, 2005 en 2011 zijn we op Cyprus geweest, de eerste keer zijn we vanuit Paphos het binnenland in gegaan, naar het hart van het eiland, waar we oa Nicosia en het Troodos gebergte hebben bezocht.
De tweede keer hebben we het noorden aangedaan en in 2011 verbleven we in Larnaca en zijn van daaruit nog eens een kijkje gaan nemen in Nicosia.

 

 

 

NOORD-CYPRUS

Famagusta 2005 
Via Aya Nappa en het checkpoint Deryneia (4 km van Paralimni) rijden we naar de havenstad Famagusta(Turks: Mağusa; Grieks: Αμμόχωστος, Ammochostos), een stad aan de noord-oostkust van Cyprus . Amper een jaar geleden was dit een hermetisch gesloten grens waar aan de vlaggen, borden en foto’s de woede van de Grieks-Cyprioten over de Turkse bezetting te zien waren en waar je alleen vanaf een ijzeren plateau op het dak van een cafeetje met een verrekijker naar Varósha, de verlaten, spook-badplaats van Famagusta kon kijken. In juli 1974 zijn de oorspronkelijke bewoners door Turkse bezetters uit de stad verdreven.
Nu zijn we in de gelukkige omstandigheid dat de douanebeambten ons gunstig gezind zijn en we de grensformaliteiten snel achter de rug hebben. We mogen onze koers richting het 3 km verderop gelegen Famagusta voortzetten.
Na een glimp op te vangen van de haven, rijden we eerst naar Varósha, dé hotelwijk van weleer. De hele kustwijk wordt beschouwd als niemandsland dat voor geen van beide partijen toegankelijk is.
Dit was eens de grootste toeristenplaats van Cyprus met het mooiste en schoonste strand van het hele eiland en luxe hotels. Door deze bron van inkomsten was het ook de belangrijkste stad van het eiland. Dit was het geval totdat in juli 1974 een Engelse generaal een groen potlood nam en de welbekende scheidingslijn trok; Famagusta behoort sinds die tijd bij het Turkse deel van het eiland.
Nu ligt het mooie strand er verlaten bij, aan de voet van de in 1974 gebombardeerde huizen en half ingestorte hotels. Hotels en huizen zijn compleet leeggehaald, van de meeste staat alleen het betonnen karkas er nog.

Een enkel hotel is nu weer geopend en een handjevol badgasten genieten van de rust op hun ligbedje onder de parasol. Het ‘hotel’ ernaast is niet meer dan een ingestorte en kapotgeschoten bouwval. Het is toch een vreemd idee om in deze 'bewogen' omgeving je vakantie te vieren.

Ironisch genoeg bestaat de voetbalclub van Famagusta nog steeds: Anorthosis Famagusta. Deze club speelt nu vanuit de stad Larnaca.

 

 

 

Na deze indrukwekkende blikken rijden we door de -God zij dank- schitterend bewaard gebleven Venetiaanse stadsmuren de oude stad binnen. Het schijnt dat hier ooit 360 (!) kerken stonden. Nu gaan we de gotische Nikolaus kathedraal en nabije omgeving bekijken. De turken hebben na de verovering in 1570 van de kathedraal een moskee gemaakt door er twee minaretten bij te bouwen en de naam te veranderen in Lala-Mustafa-Pasa moskee. Bij deze verbouwing tot moskee hebben de Turken ook meteen alle afbeeldingen van menselijke gestalte verwijderd, of het nu om stee, fresco, gebrandschilderd glas of muur- en wandschilderingen ging. Ook zijn er waarschijnlijk veel heiligenbeelden vernietigd.
Een steile klim op de stadsmuren levert ons een schitterend uitzicht op de kathedraal/moskee en aan de andere kant op de haven.

In Nicosia zijn we eerder geweest en ook later zullen we daar nog terugkomen, verderop meer hierover.

Ditmaal moeten we de hoofdstad door tijdgebrek -helaas- links laten liggen, om snel ons doel van vandaag te bereiken: het havenplaatsje Kyreneia of (turks) Girne.
Maar niet vóórdat we nog een bezoekje brengen aan het 6 km verderop in het Kyreneia gebergte gelegen Bellapais. Dit blijkt een dorpje te zijn met een gotische kloosterruïne uit de 13e eeuw die op een bijzonder mooie plek gelegen is. Hier kunnen we wel weer enkele mooie plaatjes maken.
Onderweg terug naar Keryneia mogen we nog een blik werpen op de kruisriddersvesting Agios Ilarion / St. Hilarion. Dit kasteel ligt schitterend op een 700 m hoge rots in de verte te pronken. Jammer genoeg ligt de rots wat in de wolken / mist en kunnen we geen goede foto’s maken. We zullen het tot mijn grote spijt helaas moeten laten voor wat het is……
Maar ik besluit ter plekke nog eens terug te willen komen in dit noordelijke deel van Cyprus. 

Keryneia / Girne
Dit plaatsje maakt veel van het gemis onderweg goed. Wat een plaatje: dit is de mooiste stad van het eiland, met zijn Venetiaanse vesting van waaruit een schitterend uitzicht op het sprookjesachtige haventje.

In het museum bekijken we nog even het schip van Keryneia, dat zonk omstreeks 300 voor Chr. In 1968 werd het schip door een team archeologen van de universiteit van Pennsylvania omhoog gehaald. Er is zelfs nog een deel van de lading te zien: wijn amforen, molenstenen een aantal kruiken en zelfs vele amandelen.
Even uitblazen op een terrasje aan het haventje maakt het feest compleet, maar al veel te snel moeten we beginnen aan de terugweg naar Larnaca maar we verdwalen hopeloos in de straatjes van Keryneia.

 

In december 2011 ben ik nog eens teruggegaan naar Cyprus. Tijd om naast Larnaca ook Nicosia weer eens te bezoeken en te zien wat er veranderd is in de hoofdstad sinds 11 jaar geleden.
Aphrodite wist het al: er hangt een roze strik om Cyprus, het eiland waar uit schuim geboren godinnen aan land spoelen.
Ik maak een 21ste-eeuwse odyssee, ontdek byzantijnse kerkjes en eet roastbeef aan zee. Cyprus is soms net Engeland, maar dan mét zon op het moment dat de winter begint.


LARNACA


Mijn reisje naar Cyprus begint niet meteen interessant. Na aankomst op de luchthaven van Larnaca ga ik met de bus naar 'mijn' geboekte appartement in het centrum waar de hoge gebouwen en neonreclame van de schreeuwerige restaurants het beeld bepalen. Gelukkig was ik eerder in Larnaka en wist ik dat ik hier niet het Cyprus tref dat je eigenlijk zou mogen verwachten van een eiland waar uit schuim geboren godinnen aan land spoelden. De bakermat van de cultuur, het eiland van ridders en kruisvaarders lijkt hier op het eerste gezicht bedolven onder een dikke laag fish and chips met een neonsaus van onaantrekkelijke bebouwing aan de boulevard. 
 

Het lijkt wel een Britse invasie, zoveel Engelsen hier rondlopen, maar ik snap wel dat ze het naar hun zin hebben. Er wordt links gereden, overal liggen Engelse kranten, kun je op de grote schermen van de terrassen Liverpool live volgen en worden overal uitgebreide English breakfasts met bacon and beans aangeboden.

Gelukkig weet ik al dat Cyprus niet alléén maar toeristenvermaak is en ga ik op zoek naar het busstation om de bus te pakken verder het land in.

NICOSIA

In de hoofdstad aangekomen steek ik de demarcatielijn over die sinds 1974 Cyprus in tweeeen deelt over om een bezoek te brengen aan het Turkse deel van de stad. Midden in Ledra Street is een grenspost ingericht waar ik na paspoortcontrole de oversteek kan maken.
Ik vertrok naar Cyprus met de zonnige hoop dat er binnenkort een stellige oplossing van het slepende conflict zou komen. Dat de laatste Europese muur snel zou worden afgebroken en Turks- en Grieks Cyprioten weer gezellig samen rond het Europese kampvuur konden komen zitten. Maar met elke Cyprioot die ik hierover spreek, realiseer ik me hoe naïef dat idee is. Die hele scheiding is een ontzettend zeer been. Als je er alleen al naar wijst schreeuwen ze moord en brand.

Nicosia is een bezienswaardige stad, de stadsmuren en -wallen zijn goed bewaard gebleven. Op de plattegrond zie je hoe de stad beschut ligt, in de vorm van een ster. Maar daar dwars doorheen loopt dus een muur, loodrecht midden in de winkelstraat. Bijzonder is het wel, om aan de andere kant van de muur de duidelijke Turkse sfeer te kunnen proeven.

Nicosia 2000
De VN-soldaten zijn nog altijd aanwezig, zorgen ervoor dat de vrede bewaard blijft en bewaken de bufferzone. Het grote Ledra Palace Hotel, vroeger een gerenommeerd hotel, is nu het hoofdkwartier van de VN-soldaten.
De volgende dag maken we een tocht met een 4x4 door het Troödos-gebergte en brengen hier ook een bezoek aan het Kykkosklooster.
Vanuit Paphos rijden we over het schiereiland Akamas in de westelijke punt van Cyprus, dit is een mooi natuurgebied. Hier treffen we het bad van Aphrodite. Cyprus is het eiland van deze godin van de liefde, de vruchtbaarheid en de schoonheid die veel terug te zien is in verhalen en afbeeldingen over Cyprus. Het eiland heeft een traditie in het vereren van Aphrodite, die hier zou zijn ontstaan uit het schuim van de zee. Het meest gekende verhaal gaat over haar liefde met Adonis.
Een ander verhaal gaat over het huwelijk tussen Akamas en Aphrodite. De dag voor haar huwelijk zou zij een ritueel bad hebben genomen in een grot bedekt met varens waar een bron ontspringt. Deze plaats werd later het Bad van Aphrodite genoemd.
Het bad van Adonis ligt aan de rand van het Troodosgebergte bij het afgelegen dorpje Kili, niet ver van Paphos. 

Nicosia
Grieks: Λευκωσία; Levkosía, Turks: Lefkoşa) is de hoofdstad van Cyprus, gelegen aan de rivier de Pedieos en met een inwoneraantal van 177.410 (1992).
Het is samen met Jeruzalem één van de laatste verdeelde hoofdsteden van de wereld. Het zuidelijke deel behoort tot Grieks Cyprus en het noordelijke deel tot Turks Cyprus. De grens loopt dwars, van oost naar west, door de stad, genaamd "De Groene Lijn" . De oude cirkelvormige ommuurde stad is vrijwel exact door midden gedeeld door deze grens, die bestaat uit een gedemilitariseerde zone, die sinds 1974 door de Verenigde Naties wordt onderhouden.
We zijn van plan om de verdeeldheid van de stad zelf te ervaren en maken zowel een wandeling in het Griekse als in het Turkse deel. Overal in de stad zie je de scheidingsmuur en Turkse en Griekse vlaggen. De grensovergang is nog steeds zwaar bewaakt. Zo mochten we in de bufferzone geen foto's maken.

Een verwarrend eiland. Op bepaalde plaatsen behoorlijk verpest door afzichtelijke bebouwing, beton en het massatoerisme, andere hebben puur door de ligging en ruimte iets bijzonders. Het is iets waar ik niet de vinger op kan leggen, maar wel het gevoel heb dat het toch klopt. Het heeft iets.

Wat een eiland, wat een geschiedenis, wat mooi als de plek en de verhalen samenkomen. En dan achter de kebab aan de ene kant en de gyros aan de andere kant, denk ik: kom op mensen! Aphrodite hebben jullie al. Nu de liefde nog. Dat moet toch kunnen.

Maak jouw eigen website met JouwWeb