IASI

In oktober 2018 breng ik weer een kort bezoekje aan Roemenië. Ditmaal zijn we op doorreis naar buurland Moldavië, maar niet voordat we een paar dagen in Iasi hebben doorgebracht.

Wizzair vliegt vanaf Eindhoven naar de op twee na grootste stad van Roemenië, alleen Boekarest en Timisoara zijn groter.

Iaşi, spreek uit als Jasj, ligt in het verre oosten van Roemenië en niet ver van de grens met Moldavië.
Het is het economische, academische en culturele centrum van de Roemeense provincie Moldova. Samen met de studenten en andere tijdelijke inwoners overtreft de bevolking van de studentenstad de 520.000 inwoners.

Iaşi strekt zich uit over zeven glooiende heuvels (net als Rome en nog vele andere steden) en biedt niet alleen een waardevolle geschiedenisles, maar ook uitzicht op het landschap bij elke bocht.

Volgens de reisgids is Iaşi, de stad van romantiek. Beroemd om zijn romantische parken en rijke cultuur. 

We gaan het zien.

 

 

Het is al avond als we na een goede twee en een half uur vliegen vanuit Eindhoven landen op Aeroportul Internațional Iași. De vriendelijke gastheer van de B&B waar we 2 nachten verblijven staat ons al op te wachten in de aankomsthal en heet ons hartelijk welkom. Hij maakt met ons een korte rondrit door de stad om Iasi by night met de mooi verlichte gebouwen te laten zien.

Meteen blijkt dat nergens duidelijker wordt dan hier dat Roemenië een land is van onrustbarende contrasten.

In het super de luxe stadscentrum zie ik voornamelijk slanke jonge vrouwen in de laatste mode voorbij flaneren, uitdagend hun biologische kenmerken tonend en flirtend met hun vriendje via de aan het oor verkleefde GSM. In de brede straten rijden geblindeerde Mercedessen van het laatste type en aan de kant staan tientallen luierende taxichauffeurs, die bij gebrek aan klandizie de tijd vullen door bij elkaar te hangen. Op de terrassen met comfortabele stoelen nippen de studenten aan hun drankje.

Even verderop schuifelt een bedelaar zonder onderbenen, bij de kerk zit een tot bijna niets verschrompeld omaatje met een vervuild bidprentje op schoot, een eenbenige groezelige zigeunervrouw met een broodmager slapend kindje en een smerige ragebol van een hond, die mij met verschrikte bruine ogen aankijkt en kwispelt bij een vriendelijk woord.

De B&B is in een afzichtelijk sovjetflat aan de Piata Voievozulor, de echte Roemeense volkswijk staat vol met dit soort hoge, grijze flatgebouwen uit de communistische tijd. De locals maken een wandelingetje rond het plein, doen een boodschapje in een van de winkeltjes of zitten op de bankjes een partijtje schaak of triktrak te spelen en er heerst een levendige sfeer.

 

 

Piata Unirii is het hart van de stad. Iasi beschikt over een universiteit met veel buitenlandse studenten die de stad de extra sfeer van een studentenstad geven.

Aan Blvd. Stefan cel Mare si Sfânt staat een aantal bezienswaardigheden. Allereerst passeren we vanaf Piata Unirii de Moldavische Metropool kathedraal, wat de grootste Orthodoxe kerk in Roemenië zou zijn. Iasi was vroeger de zetel van de aartsbisschop van Roemenië, nu zetelt deze in Boekarest. Vandaar deze grote kathedraal. In de kerk ligt het gebeente van de heilige Vrijdag (niet die van Robinson Crusoë), dat elk jaar in een optocht door de stad getoond wordt. De kist wordt dan uit de tombe gehaald, geopend en op een katafalk geplaatst. In het tegenover liggende Centrale park staan bustes van schrijvers. Het Nationale Theater Iets verderop staat de kerk van de Drieënigheid, waarvan de buitenkant vroeger geheel met goud bedekt was. De kerk is gebouwd door prins Vasile Lupu, die er ook begraven ligt. In het Cultuurpaleis, aan het einde van de Blvd. Stefan cel Mare si Sfânt, zitten vier musea en de Gheorghe Asachi-bibliotheek. De vier musea hebben betrekking op ethnografie, kunst, geschiedenis en techniek. In het geschiedenismuseum hangen portretten van alle Roemeense heersers sinds het jaar 81. Vroeger was dit gebouw het prinselijk hof oftewel het koninklijk paleis. Voor het gebouw staat een standbeeld van Stefan cel Mare.

Het museum voor Oud-Moldavische Literatuur zit in het Dosoftei-huis, waar de eerste Roemeense bijbel werd gedrukt in 1679, waarmee ook voor het eerst iets in de Roemeense taal werd gedrukt. Achter dit museum staat een van de oudste kerken van Iasi, de koninklijke St. Nicolaaskerk uit 1492. Van het oorspronkelijke gebouw is weinig over, prins Antonie Roset breidde de kerk uit in 1677, waarna een herbouw plaatsvond onder leiding van een Franse architect in 1884.

Het openbare leven in Roemenië wordt gekenmerkt door extreme contrasten tussen zeer arme en zeer rijke mensen. De staat is failliet, de industrie herstelt langzaam van vele jaren onzinnig bestuur: politiek, toerisme en landbouw verkeren in chaos, artsen worden ernstig onderbetaald en goede gezondheidszorg is alleen beschikbaar voor de nieuwe rijken. Wereldbankleningen zijn royaal uitgegeven aan geavanceerd ziekenhuisinstrumentarium, alles op de pof gekocht, maar de ‘gewone’ gezondheidszorg kan zich nauwelijks handhaven en op het medische vlak is er nog van alles mis. Het weinige beschikbare wordt opgeslorpt door overbodige luxe. De geprivatiseerde ziektekostenverzekering int wel geld, maar betaalt vaak niet of te laat.

Roemenië is een van de weinige Europese landen waar nog regelmatig ongewenste kinderen te vondeling worden gelegd en kinderen op oudere leeftijd op straat worden gezet omdat de moeders geen geld hebben om voor hen te zorgen. Een sociaal vangnet van enige betekenis is er nog steeds niet.

 

Het land heeft ernstig geleden door Ceausescu's megalomanie en vele historische steden tonen de resten van vergane glorie.

De Roemenen proberen het juiste midden te vinden tussen vlagen van zelfmedelijden en hun vurige wens volwaardige leden van de Europese Unie te worden. Niet afkerig van uiterlijk vertoon liet onze gastheer met trots het moderne, nieuwe centrum met de luxueuze shoppingmall en designermerken aan ons zien.

Zoals eigenlijk overal in Oost-Europa is de narigheid bewust verstopt. Kijkt men door de oogharen dan ziet men nog wat van de oude glorie van een Centraal-Europees land, dat eens onder zijn eerste koning van de Middeleeuwen direct in de Franse beschaving stapte. Nu verbrokkelt het toch al zwaargehavende ‘klein Parijs’ (Boekarest) langzaam, en is van de middeleeuwse glorie van Karpatensteden zoals Cluj en Iaşi niet erg veel meer over.

De erfenis van Ceausescu de Waanzinnige heeft diepe littekens achtergelaten: de boeren werden van hun land verdreven en met drie of vier gezinnen samen in één flat gestopt. De oorspronkelijke bewoners, inclusief bejaarde ouders en hondjes, werden de straat op gejaagd. Dat leidt nog steeds, begrijpelijkerwijze, tot veel zelfbeklag, hoe beter opgeleid en hoe ouder, hoe luider en vasthoudender.

 

Maar de Roemenen willen nu niets liever dan bij Europa horen. Het is een in oorsprong Latijns volk van vriendelijke, mooie mensen. Het Roemeens is verwant met het klassieke Latijn, de oudere generatie spreekt bij voorkeur Frans. De intelligentsia is al lang geleden vertrokken naar Frankrijk. Ook Frans-Zwitserland, en uiteraard Amerika, dat het land na Ceausescu dan ook op de gebruikelijke manier met Philip Morris en coca-cola heeft doordrenkt, lokten.

Roemenië en de Roemenen doen denken aan een ontregelde bijenkorf, waar alle bijen druk heen en weer vliegen, maar verleerd hebben om honing te maken. In de winter met suiker bijvoeren heeft al menig bijenvolk lui gemaakt. Maar het is geen eenvoudige taak om een volk dat graag in het park in de zon op een bankje zit te genieten duidelijk te maken dat de economische broekriem op het laatste gaatje staat. Het is immers al zo vaak vijf voor twaalf geweest . . .

 

 

In de prachtige stad Iasi spreekt elke steen, museum, klooster, park of gedenkhuis over het literaire verleden van het land, is de slogan van de plaatselijke VVV.

De beloofde romantiek heb ik persoonlijk hier niet gevonden, maar met de mooie gebouwen, parken, kloosters en vele kerken is het een aardige stad.

Er is een fonkelnieuw modern centrum met business centra en een shoppingmall met super de luxe uitstraling, zoals wellicht in heel Roemenië geen tweede bestaat. Een groter contrast dan dit bestaat niet.

Alhoewel de stad enkele mooie gebouwen, musea en kerken heeft, zou ik het niet aanbevelen voor een lange citytrip. Maar in combinatie met de omgeving kan het de moeite waard zijn. Nu we er toch op doorreis waren, was het interessant om er wat tijd door te brengen en genoeg te beleven voor een dagje.

Maak jouw eigen website met JouwWeb