NEDERLAND

WADDENEILANDEN

Texel - Terschelling - Ameland

waddeneilanden

Het typische eilandgevoel....................

In de Noordzee, tussen Den Helder en het Deense Esbjerg ligt het unieke natuurgebied de Wadden. Het Wad is een wereld op zich, met twee gezichten waar om de beurt eb en vloed, zand en water overheersen. Zo'n vijftig eilanden en eilandjes beschermen de ondiepe Waddenzee, te beginnen met de vijf Nederlandse eilanden.
Sinds juni 2009 staat de Waddenzee op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Hiermee staat het unieke getijdenlandschap op gelijke voet met wereldberoemde natuurwonderen als de Grand Canyon, het poollicht en het Great Barrier Reef.
Het werelderfgoed Waddenzee beslaat het Nederlandse en Duitse deel van de Waddenzee. Dat is een gebied van bijna 10.000 vierkante kilometer langs een kuststrook van zo'n 400 kilometer.

Texel is het grootste eiland, gevolgd door het Deense Rømø en het Duitse Sylt. Sylt heeft met ongeveer 21.000 inwoners de grootste bevolking van alle eilanden.
De vijf bewoonde Nederlandse Waddeneilanden Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog
vormen samen met Rottumeroog een boog boven Noord-Nederland vanuit Den Helder.

 

 

Texel 

Texel is het enige Nederlandse waddeneiland dat niet onder de provincie Friesland valt. Het noord-Hollandse eiland heeft door de ligging dicht bij het vasteland een meer verstedelijkt karakter dan de andere Nederlandse Waddeneilanden. het heeft een vliegveld, theater en bioscoop en alle grote supermarktketens zijn er gevestigd. Dat dankt het aan de toegankelijkheid, in 20 minuten zijn we van Den Helder in de Texelse veerhaven 't Horntje, zelfs auto's kunnen zonder reserveren mee.

De boot vaart ieder uur, op drukke dagen zelfs vaker. Er gaan maar liefst zo'n 300 personenwagens en 1750 passagiers op de boot van rederij Teso. Het grootste van de vijf Nederlandse Waddeneilanden telt zeven dorpjes; Den Hoorn en Oosterend zijn rustige dorpjes met een monumentaal centrum, ook De Waal is een rustig dorpje, het kleinste op het eiland. De Koog is het enige echte badplaatsje, Den Burg is de grootste plaats op het eiland met winkelstraatjes en veel toeristische facilliteiten, Oudeschild is een havenplaatsje, De Cocksdorp is het meest noordelijke plaatsje op eiland, vanuit dit dorp vertrekt de boot naar Vlieland en hier staat de vuurtoren die bezichtigd en beklommen kan worden.
Het Texels duingebied met een unieke natuur is uitgeroepen tot Nationaal park.

 

Het kerkje van Den Hoorn met het witte torentje is vanuit alle richtingen te zien en geldt als het meest gefotografeerde object van Texel. Het ligt aan het fraaie weggetje Het Hoge Achterom dat achter het dorp langs loopt. Vroeger lag de kerk midden in het dorp, maar Den Hoorn is door de jaren heen steeds kleiner geworden door het wegtrekken van de bevolking.

De Eijerland, zoals de vuurtoren van Texel heet, is in 1863 gebouwd. De 35 meter hoge toren staat op de meest noordelijke punt van het eiland, vlak buiten De Cocksdorp aan het Robbengat. Deze nauwe doorgang tussen Texel en Vlieland is berucht bij de scheepvaart vanwege de verraderlijke stroming. Onder het zand liggen hier talloze scheepswrakken. Ook de vuurtoren zelf heeft het in de Tweede Wereldoorlog zwaar te verduren gehad. Georgische krijgsgevangenen die op Texel waren ondergebracht, vluchtten de toren in, waarna de Duitsers de toren met grof geschut bestookten. Na de oorlog is een mantel om de eerste toren gebouwd. Het licht in de toren werd in 1950 opnieuw ontstoken.

De Koog

.

 

 

De haven van Oudeschild

 

Den Burg

 

Terschelling
Schylge

In tegenstelling tot Texel zijn de andere 4 Waddeneilanden minder goed bereikbaar.
Vanuit Harlingen varen er minder frequent boten naar Vlieland en Terschelling, Ameland is vanaf het vasteland te bereiken vanuit Holwerd en Schiermonnikoog vanuit Lauwersoog.
Wij hebben op de bonnefooi de meer dan 3,5 uur durende treinreis naar Harlingen gemaakt, met als doel een dagje Terschelling. Dit ging echter niet door, in de haven van Harlingen aangekomen bleek er tot onze verbazing en spijt geen ticket voor de sneldienst meer te krijgen. Helaas totaal uitverkocht op deze zonnige zaterdag in de herfstvakantie. De Waddeneilanden zijn een gewilde bestemming voor een korte vakantie of weekendje weg en vol = vol. Jaarlijks trekken de Nederlandse eilanden samen zo'n ruim twee miljoen bezoekers. En het is dat er een accommodatiestop is, anders zou dit aantal nog hoger liggen.

Een volgende poging om Terschelling te bereiken doe ik in augustus 2010. Deze keer met de via internet gereserveerde tickets voor de overtocht op zak. De katamaran van rederij Doeksen brengt me met een vaartje van 60 km per uur in 45 minuten naar de haven van West Terschelling, vanwaar je zo het dorp in loopt.

Vanuit de parkeerplaats bij de veerhaven steek ik de Willem Barentszkade over en ben dan meteen in de gezellige Torenstraat met winkels en terrasjes.
Het valt meteen op. Hier staat de vuurtoren niet in de duinen, maar midden in het dorp West-Terschelling. Het machtige bouwwerk is beeldbepalend voor het dorp.
De havenplaats is opgebouwd rond deze oudste nog werkende vuurtoren van Nederland, de Brandaris.
De toren werd in 1593 gebouwd, heeft een hoogte van 52,5 meter en geeft één schitterlicht per 5 seconden. De Brandaris valt op door zijn plaats midden in het dorp en zijn afwijkende uiterlijk; vierkant en van baksteen. De Brandaris had als eerste van Nederland een draailicht.
De toren is nog steeds dag en nacht bemand.

 

 

 

West is het hart van het bijna 30km lange eiland en heeft een natuurlijke baai als jachthaven.
Hier begint de verbindingsweg van het eiland die door alle dorpen voert. Achtereenvolgens kom je door Hee, Baaiduinen, Midsland, Seeyp, Formerum, Lies, Hoorn en Oosterend.
De oostpunt is minder toeristisch maar des te meer de moeite waard. Een 15 km lange fietstocht leidt langs mooie plekken, zoals het Romaanse kerkje van Hoorn, het dorp van Sil de Strandjutter en Terschellings natuurgebied De Boschplaat. Terschelling is in de afgelopen 150 jaar sterk gegroeid, doordat aan de west- en oostkant twee grote zandplaten aan het eiland zijn vastgegroeid. Deze gebieden staan bekend om hun unieke natuur.

Nog niet zo lang geleden, tot omstreeks 1880, eindigde Terschelling bij -de naam zegt het al- Oosterend.

Terschellings belangrijkste exportproduct is de cranberry, de Amerikaanse veenbes, die op miraculeuze wijze op het eiland terecht gekomen is.
De aanwezigheid van de cranberry zou het gevolg zijn van een schipbreuk. Tot grote spijt van de vinder bevatte de aangespoelde vaten geen sterke drank, maar zure bessen. De lang houdbare bessen met een hoog vitamine C gehalte werden op scheepsreizen gegeten om scheurbuik te voorkomen. De bessen raken verspreid over de kalkarme, zure en vochtige streek met een wisselende waterstand; het geschikte leefmilieu voor de veenbes. In de jaren die volgen groeien er steeds meer cranberrystruikjes in de duinvallei, met in de herfst donkerrode bessen.
Misschien slechts een legende, maar de cranberry, die tot dan alleen in Canada en Amerika voorkwam, is gearriveerd in Europa.
Op Terschelling is sprake van wildpluk en niet van cranberryplantages, zoals in Amerika. Omdat staatsbosbeheer de nadruk legt op natuurbehoud en niet op een zo groot mogelijke bessenoogst zijn kunstmest en bestrijdingsmiddelen uit den boze. Het verwerkingsbedrijf is afhankelijk van de nukken van de natuur. De bessen worden handmatig geoogst.
De geneeskrachtige en voedzame kwaliteiten van de cranberry waren al bekend bij de Amerikaanse indianen, die de bes onder meer verwerkten in een krachtige zalf om pijlwonden te verzorgen. Nu wordt de cranberry verwerkt in onder andere wijn, mosterd, siroop, likeur, kruidenbitter, jam, thee en sappen.
Naast het hoge vitamine C gehalte zijn de cranberry's lang houdbaar door de natuurlijke afweerstof benzoaat. Recent is wetenschappelijk aangetoond dat de cranberry stoffen bevat die blaasinfecties en blaasontsteking helpen voorkomen. De tannine in de cranberry kan ook tandplak aanpakken en dus gaatjes in het gebit voorkomen. Ook ter verhoging van de weerstand is een glaasje cranberrysap aan te bevelen.

 

 

AMELAND

Vanuit Holwerd in Friesland stappen we op de boot naar Ameland, het vierde Nederlandse waddeneiland, tegenover Terschelling. Zo'n goede drie kwartier later arriveren we in het dorp Nes, waar meteen al op de veerdam fietsen klaar staan voor de verhuur. Het grootste dorp is Hollum met ongeveer 1200 inwoners en dan heb je nog Buren en Ballum. Het zijn allemaal rustige, gezellige en mooie dorpen, van de vier zijn er drie die onder monumentenzorg vallen. Als je door de  authentieke straatjes met kinderkopjes loopt kom je langs de oude huizen die ooit van zeekapiteins en walvisvaarders waren en doen denken aan vroeger tijden van de walvisvangst. Door de geschiedenis, maar ook door het toerisme hebben de dorpen op dit eiland een gezellige sfeer en eigen karakter.

Er ligt 90km aan fietspaden op het eiland dat een lengte heeft van 25km, maximaal ongeveer 5 km breed en maar liefst 27km aan strand. Het eiland is opgebouwd uit zandduinen en natuurlijke bossen, het oostelijk deel is natuurgebied dat door zandafzettingen steeds groter wordt.

Het eiland is beroemd om zijn bijzondere lichtval en panorama’s, vele kunstschilders hebben dan ook geprobeerd dat licht te vangen.

Het is een unieke fietstocht, zo kilometers lang pal langs de kust. Het was meteen een goede work out, mijn eigen e-bike heb ik wel gemist door de harde wind die van zee waait.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb