EMILIA ROMAGNA

Emilia Romagna is een van de grootste regioni van noord Italië en loopt vanaf de Adriatische Zee tot en met de rivier de Po in het noorden en de Apennijnen in het zuiden.  De provincie grenst aan de regio’s Piëmont, Veneto, Ligurië, Lombardije, Toscane, Marche en de zelfstandige republiek van San Marino. Bekende steden in Emilia-Romagna zijn onder andere Parma waar de bekende ham vandaan komt, de badplaats Rimini met zijn lange zandstranden, Ravenna en uiteraard Bologna.
Wat we hopen te vinden in dit noordelijk deel van het land zijn sfeervolle steden, historische dorpen en een onmiskenbare Italiaanse sfeer. Het wordt een reisje langs magnifieke mozaïken, snelle auto's, heerlijke hammen, Parmezaanse kazen, de bolognese pastasaus en balsamicoazijn.

In 2016 vliegen we vanuit Weeze naar Bologna en zoeken ons onderdak in de zeer vermaarde  badplaats Rimini die is uitgegroeid tot een van de grootste vakantieplaatsen van heel Europa met veel beton.

Een vorm van toerisme die ons niet zo kan bekoren, maar Rimini is wel een goed uitgangspunt om de regio te bezoeken. Naast de aaneenschakeling van hotels, restaurants, bars en strandtenten aan het 15km lange zandstrand vinden we gelukkig ook een aardig centrum.

Naast Bologna bezoeken we Ravenna en Modena, voor een culinaire én culturele reis door een bijzonder lekker stukje Italië. De bijnaam 'buik van Italië' heeft de regio te danken aan de verschillende bekende streekprodukten die hier vandaan komen.

 

RIMINI

Ryanair brengt ons in september 2016 vanuit Weeze naar de luchthaven van Bologna. Voor 6 euro rijden de bussen naar het treinstation in de stad bijna af en aan. We zijn een dik half uur onderweg voor de kleine 6km, in de stad is het een chaos op de weg en de bus staat meer stil dan dat we vooruit komen.

Maar eenmaal aangekomen op het station staat Trenitalia al klaar om ons naar Rimini te vervoeren, waar we anderhalf uur later aankomen. Dan hebben we nog een korte wandeling voor de boeg om ons strandhotel voor de komende dagen te bereiken.

Van hieruit zijn goede treinverbindingen met de regio, waar we veelvuldig gebruik van zullen maken.

Voor het uitgaansleven mag Rimini in het hoogseizoen dan de 'place to be' zijn, nu midden september, is het er een dooie boel. De tientallen kilometers kust is totaal verpest met beton en hotelcomplexen. Zelfs op het brede strand is het een zooitje met houten hokjes en tussen de hotels en het strand loopt een autoweg. Dit is echt niet aan te bevelen voor een relaxte strandvakantie, Rimini is een van de meest trieste badplaatsen die ik ooit gezien heb. Voor de 5 euro toeristenbelasting die je hier met z'n tweeën per dag betaalt zou ik wel een bestemming weten. Platgooien en opnieuw beginnen.

 

Gelukkig is er ook Trenitalia en verderop in de regio nog wel wat te beleven, zodat we deze vergane glorie gauw achter ons kunnen laten.

 

BOLOGNA

Bologna is de bruisende hoofdstad van Emilia-Romagna, het economische hart van de regio, maar bezit ook veel paleizen en kerken en een opmerkelijk middeleeuws stadscentrum.

Bologna la Dotta (de wijze) heeft de oudste universiteit van Europa. De studentenstad wordt ook wel la Rossa genoemd, omwille van de kleur van de dakpannen en de gebouwen, maar ook van de politiek die wordt bestuurd door links democraten.

Een andere bijnaam bijnaam van Bologna, 'la Grassa' (de vette), heeft de stad verdiend vanwege de gastronomische verleidingen in de winkelvitrines vol levensmiddelen. De keuken in deze regio staat bekend als de beste van het land. Het is niet voor niks dat Parma, bekend van de ham en parmazaanse kaas hier in de buurt ligt. Net als Modena, waar de wieg heeft gestaan van de balsamicoazijn. Maar naast de wereldberoemd bolognese pastasaus heeft de stad nog meer te bieden.

 

Als we uit de trein stappen zien we meteen dat de bijnaam La Rossa de stad eer aan doet; roodachtige tinten kleuren de huizen en daken van de stad.

Na een korte wandeling door de Via San Vitale komen we bij het letterlijk en figuurlijke hoogtepunt: de twee torens van Bologna. Deze twee torens, in het Italiaans ‘le due torri’ geheten, zijn bij uitstek het symbool van Bologna. Nu staan er nog 20 van deze torens overeind, maar in de middeleeuwen verrezen in de stad bijna 100 torens. Het waren bastions van adelijke families, hoe machtiger de familie, des te hoger was hun toren.

De Asinelli toren en de kleinere Garisenda toren zijn het meest opvallend, omdat ze naast elkaar staan en ook nog eens allebei hellen. Deze torens zijn gebouwd in de 11e en 12e eeuw, door de rivaliserende Asinelli en Garisenda families. De architect zal een behoorlijke uitbrander gekregen hebben, aangezien de torens beiden gevaarlijk scheef staan. Van de kleinste, de Torre Garisenda, is het bovenste deel ingestort.

Ook de andere torens hebben aan hoogte verloren of werden eenvoudig weg 'onthoofd' als gevolg van een gerechtelijke uitspraak tegen de eigenaar. Destijds legde men namelijk de straf direct op toren als de familie zich schuldig had gemaakt aan een overtreding. Een ware vernedering.

De Torre degli Asinelli is met 97m de hoogste en kan bekommen worden.

Ik bewonder liever de beide torens vanaf de grond dan de Asinelli te beklimmen om vervolgens het uitzicht van boven af te bekijken en te fotograferen. Samen met mijn hoogtevrees ook omdat we vandaag al heel wat kilometers stadswandelingen hebben gemaakt, valt er het besluit om de bijna 500 treden van de toren te laten voor wat ze zijn.

 

Bologna in is al eeuwen een echte universiteitsstad mede dankzij de oprichting van de universiteit van Bologna in 1088. De universiteit van Bologna is zelfs de oudste universiteit van heel Europa en 1 op de 4 inwoners is student. En dat merk je! Vandaag de dag staat het studentenleven nog steeds centraal in de stad en de sfeer is dan ook heel relaxed. 

Bologna is een compacte stad waar alle bezienswaardigheden binnen de oude stadsmuren zijn te vinden. Een groot deel van deze stadsmuren staan nog steeds overeind en zijn te bewonderen. Het grote pluspunt aan Bologna is dat alle bezienswaardigheden in het centrum op loopafstand van elkaar liggen.

Het centrum van Bologna bestaat uit twee pleinen die aan elkaar grenzen, het kleine Piazza del Nuttuno en het ruim opgezette Piazza Maggiore plein. Op het Piazza Maggiore plein zijn diverse bezienswaardigheden te vinden waaronder de belangrijkste kerk van de stad, de San Petronio en het stadshuis. Bij mooi weer is het op dit plein altijd gezellig druk met studenten en locals die genieten van het zonnetje.

Bologna wordt vaak vergeten in het lijstje van Italiaanse citytrips, maar het doet niet onder voor de bekende kunststeden.

Bologna is wereldberoemd geworden dankzij de Bolognese pastasaus die overal ter wereld in de supermarkten en restaurants is te krijgen. Bologna staat bekend om zijn zeer voedzame keuken en de beroemde saus is dan ook behoorlijk gevuld, dit in tegenstelling tot de meeste andere pastasauzen. De vaste ingrediënten van de originele Bolognese saus zijn rundvlees (gehakt), pancetta (gedroogd varkensbuikspek), ui, wortel, bleekselderij, tomatenpuree, wijn en volle melk. De saus wordt klaargemaakt met boter of olijfolie.

Van oudsher wordt de Bolognese saus in Bologna geserveerd bij verse tagliatelle, ook wordt de saus veel gebruikt in andere gerechten zoals lasagne. De gewoonte om Bolognese saus bij de spaghetti te serveren komt niet uit deze regio, harde pastasoorten als spaghetti komen vaker voor in Zuid-Italië.

MODENA

Vanuit Bologna is het normaal gesproken een half uur met de trein, maar de regionale presteert het om met een kwartier vertraging aan te komen. Niks bijzonders bij Trenitalia.

Voor een kleine provinciestad heeft Modena heel wat troeven. Het is de geboortestad van Luciano Pavarotti, maar niet alleen operafans komen hier aan hun trekken. Ook voor liefhebbers van sportwagens is Modena een bedevaartsoord. En in de lokale keuken vindt de Italiaanse gastronomie enkele onvervangbare toppers, zoals parmezaankaas of aceto balsamico.

Modena charmeert me meteen. Vergeleken met de zomerse toeristendrukte van bekendere Italiaanse citytripbestemmingen, is de relatieve rust van deze provinciehoofdstad in Emilia Romagna een verademing. Minder files voor de kunstschatten in de Duomo, de San Geminiano-kathedraal; meer dierlijk gegrom van peperdure sportwagens in het verkeer. Even buiten de stad liggen de hoofdkwartieren van de bekendste autoconstructeurs ter wereld als Ferrari en Lamborghini.

Piazza Grande, halfweg op de Via Emilia, is al tweeduizend jaar het bruisende stadshart. Volgens een typisch Romeins stratenplan snijdt de hoofdstraat het compacte centrum van oost naar west doormidden. onder de arcaden van Caffé Concerto, dé ontmoetingsplek op het plein. Met zicht op de Torre Ghirlandina, het statige stadhuis met klokkentoren, is dit de ideale plek voor een snelle lunch. Nu valt mij pas op hoe de Duomo, een monumentale Romaanse kerk uit de 11de eeuw, verzakt. De kathedraal, beschermd als Unesco-werelderfgoed, hangt met de schouders naar rechts. Let vooral op het delicate beeldhouwwerk, een middeleeuws stripverhaal in steen.

RAVENNA

Op het eerste gezicht is Ravenna geen bijzondere stad en is er niet zoveel te beleven als in Bologna. Eerder een alledaagse, zelfs wat saaie Italiaanse stad.

Toch onthult Ravenna heel geleidelijk zijn wonderen, vooral de mozaïeken, waarschijnlijk de mooiste van Italië en een uniek, door Unesco beschermd erfgoed dat antieke en oosterse invloeden combineert.

Ooit was Ravenna de hoofdstad van het Ostrogotische rijk. De vroegchristelijke gebouwen met hun prachtige mozaïeken uit die periode maken van Ravenna een cultuurstad van wereldformaat.

Maar liefst 8 bouwwerken behoren tot het UNESCO Werelderfgoed.

Het is ook hier dat de Italiaanse dichter Dante Alighieri zijn laatste rustplaats vond.