DUBLIN

Het eerste reisje van dit jaar gaat begin januari 2016 richting de Ierse hoofdstad. Dublin staat al lange tijd op mijn verlanglijstje, maar dat weer he. Het klimaat is jarenlang het struikelblok geweest om daadwerkelijk voor deze regio te gaan. Geen zonbestemming in deze koude en natste tijd van het jaar, het lijkt me verstandig om paraplu en regenjas weer binnen handbereik te houden.

De vorige keer in Ierland hebben we enorm veel geluk gehad met het weer, nu maar hopen dat de weergoden ons ditmaal wederom goed gezind zijn. Gesteund door de warme golfstroom kent Ierland een mild maritiem klimaat, vorst is een zeldzaam verschijnsel in Dublin. Er wordt op toeristische sites zelfs ook beweerd dat er minder neerslag valt dan in Nederland, maar of die bewering objectief is waag ik te betwijfelen.

Tijdens de Ryanairvlucht vanuit Eindhoven sla ik de reisgids nog even na op de bezienswaardigheden in het oude centrum. Dublin castle, the City Hall, Christ Church Cathedral, College Green en natuurlijk Temple Bar staan allemaal op het programma. De stad waar het altijd feest is, geroemd als uitgaansstad vanwege het nachtleven in de pubs en levendige muzikale tradities. Maar de Britse erfenis heeft er ook voor gezorgd dat we overdag niks tekort hoeven te komen, de tearooms schijnen een lust voor het oog te zijn. De homemade zoete en hartige lekkernijen voor bij de koffie, lunch of high tea kunnen wat mij betreft wedijveren met de Guinness en de Ierse whiskey.

Ik hoef er niet lang op te wachten, na een korte vlucht zet de piloot de landing in en staan we, ivm met het uur tijdverschil, een goed half uur na de vertrektijd al op Ierse bodem.

 

De binnenstad laat zich gemakkelijk te voet verkennen, het centrum is niet veel groter dan dat van een provinciestad. Vanuit het guesthouse ten noorden van de Liffey rivier lopen we over Dublins oudste voetgangersbrug, de Ha'penny Bridge naar Dublins bekendste stadsdeel Temple Bar. De brug is een victoriaanse gietijzeren bogenconstructie waarvan de lampjes 's avonds voor extra sfeer en elegantie zorgen. In de volksmond kreeg de brug, die oorspronkelijk de naam Wellington Bridge kreeg, al snel zijn bijnaam vanwege de halve penny tol die er tot 1919 werd geheven.

Nog niet zo lang geleden was dit een niet ongevaarlijke achterbuurt en nog in de jaren '80 was er sprake van om de wijk met de grond gelijk te maken. Dit is gelukkig niet gebeurd, in 1991 is besloten tot een flinke investering en is de wijk gerenoveerd. Nog net op tijd van de sloop gered is het middeleeuwse stratenpatroon behouden gebleven en is dit de wijk met twee gezichten. Nu zijn de huizen hier onbetaalbaar voor een doorsnee gezin en woont hier de elite van de stad. Terwijl Temple Bar zich overdag van zijn culturele kant laat zien, verandert het hier 's avonds in de langste bar van Ierland.

De wijk dankt zijn opmerkelijke naam aan William Temple, een rector van het Trinity College, die in de 16e eeuw op deze oever een terrein met een zandbank in handen kreeg en hier de eerste huizen liet bouwen.

Vandaag klinkt er muziek uit de met hout beklede en in gedekte kleuren geschilderde gevels van de pubs. Gerenoveerde bakstenen huizen omzomen de met klinkers bestrate steegjes en trendy restaurantbezoekers kijken van achter hun bord naar het winkelende publiek buiten.  

 

Dublin houdt duidelijk van tegenstellingen. Deze hoofdstad van de republiek Ierland verrast met het contrast tussen groot en klein. Het op het eerste gezicht provinciale Dublin is een verrassend bruisende stad. In tegenstelling tot andere Europese metropolen is deze stad een stad op mensenmaat. Het centrum is gemakkelijk te voet te ontdekken.

Een stad aan het water heeft altijd zijn charmes; hier stromen maar liefst 5 rivieren door de stad. De Liffey stroomt door het centrum en mondt in de baai van Dublin uit in zee en heeft 2 zijrivieren, de Dodder en de Tolka. Het Grand Canal loopt door de voorsteden, net als het Royal Canal door het noorden van de stad.

Als je door de brede lanen in klassiek Engelse stijl loopt voel je het zelfvertrouwen dat de stad uitstraalt. Na het oversteken van de Liffey kleuren de mooie georgiaanse terraces van Merrion Square, het prestigieuze Trinity College of de stijlvolle winkelstraat Grafton Street en de levendige wijk Temple Bar het hart van het oude Dublin.

Pas in 1949 werd Dublin de hoofdstad van Ierland. De stad heeft nog steeds haar Keltische identiteit behouden, zonder onder de invloed van de Britse kroon uit te komen.

Verlengstuk van de woonkamer, zo noemen de Dubliners hun 'openbare huizen'. Dit laatste klinkt wat louche, maar is het niet. Public houses of kortweg pubs stamt uit de 19e eeuw, aangezien er in het openbaar alcohol mocht worden geschonken. Iedereen, jong en oud, arm en rijk, komt hier om een babbeltje te maken, de krant te lezen, sportwedstrijden te kijken of de goede afloop van een zakendeal te beklinken.

De Ierse pub kenmerkt zich door zijn huiselijke en gemoedelijke sfeer, een vakkundig geserveerde Ierse pint of whiskey en een keuken die je de hele dag door van een eenvoudige hap kan voorzien. Daar komt doorgaans een avond met livemuziek of een sportwedstrijd op groot scherm bovenop, maar om op te vallen halen de Dublinse pubs veel meer uit de kast. In de vaak fors uitgebouwde pubs hier lijkt het wel continue feest. Vaak kun je er al vanaf 's morgens vroeg terecht voor een pint.

In heel Ierland spelen pubs een belangrijke rol in het sociale leven, maar in Dublin maakt de pub crawl, oftewel kroegentocht, ook deel uit van de toeristische attracties. Ondanks de ongeloofelijke hoeveelheid pubs en bars zijn ze 's avonds zo afgeladen vol dat je over de koppen kunt lopen.

Als Irish pub werd deze succesformule dan ook naar alle uithoeken van de wereld geëxporteerd.

Temple Bar blijft de wijk met de meeste pubs, maar al struinend door de stad kom je ook in andere straten de levendige gezelligheid tegen, zelfs overdag.

De charme van deze hoofdstad schuilt in de vriendelijkheid van de lokals en interesse in de ander, die soms neigt naar brutaliteit, met een vleugje mediterraan gevoel voor drama. De Ieren worden vaak de Latino's van het noorden genoemd. Er kan altijd een praatje worden gemaakt en net als bij ons is het gespreksonderwerp vaak het weer. Ze zijn het allemaal met elkaar eens; in Dublin is het nooit slecht weer en als het weer dan eens slecht is, heeft men het er alleen maar over dat het morgen weer beter wordt....

 

Als we de lunchkaart bekijken is er onder de traditionele Ierse gerechten niet echt verfijnde cuisine te vinden. Véél eten lijkt belangrijker dan goed eten in de Ierse keuken. Dat is geen probleem voor de enkele dagen dat we hier zijn, verantwoord eten doen we thuis wel weer. Bij een citytrip hoort voor mij de lokale keuken. Maar met een 'echte Ierse' maaltijd eten we waarschijnlijk traditioneler dan de Ieren zelf, die in Dublin natuurlijk tegenwoordig een grote diversiteit aan eetgelegenheden vinden. Misschien is vandaag de dag de Ierse variant van de fish 'n chips, one on one, friet met kabeljauw, en de Irish stew wel eerder toeristenkost dan veel gegeten door de Dubliners zelf.

Voor onze lunch kiezen we boxty, een aardappelpannenkoek met een vulling van groenten en vis.

 

De ongeloofelijke hoeveelheid pubs en bars zijn 's avonds zo afgeladen vol dat je over de koppen kunt lopen. Het cafébezoek in Dublin is zes maal zo hoog als in de rest van het land. Statistisch gezien slaat iedere Ierse volwassene jaarlijks 550 pints achterover.

Met het grote aantal pubs in verhouding tot een vrij kleine bevolking is er ook een flink aantal anti-alcoholverenigingen in de stad. Tegenover de grote hoeveelheid alcohol die in de kroegen geschonken wordt staat dat de Ieren thuis nagenoeg niet schijnen te drinken en dat de pub de enige ontmoetingsplaats is. Buitenshuis drinken is een deel van de sociale instelling. Ondanks dit alles komt alcoholmisbruik vooral voor bij jongeren en zijn er weinig alcoholcontroles in het verkeer, zodat dronken rijden vaak niet opgemerkt wordt.

Sinds 2004 is roken in de pubs verboden, wat een zeer gunstige invloed op de volksgezondheid heeft gehad; 15% minder hartinfarcten. De verkopers van terrastafeltjes en terrasverwarmers voor in de rokershoeken bij de pubs hebben de afgelopen jaren gouden zaken gedaan.

Een pint, een van de laatste restanten van het oude Britse systeem van maten en gewichten is 0,5694 liter, een half-pint wordt meestal als glass besteld. Een veel gehoorde bestelling is a pint and a small one, een bier en een whiskey. Bier wordt zonder schuim getapt, met uitzondering van het dunne, romige laagje op de Guinness. Wie zijn glas leeg heeft bestelt een nieuw rondje of vertrekt.

Met de Guinness in de lucht zijn veel schrijvers en kunstenaars door de pubs geïnspireerd. Zo is Maeve Binchy geboren en getogen in Dublin. De meest traditionele pubs worden ieder jaar bekroond.

 

 

Achter de victoriaanse gevels van de drukke Dame Street bevindt zich de plek waar ruim een millennium terug Dublin ontstond. In de kleine tuin van Dublin Castle was vroeger de Zwarte Poel, DubhLinn, waar de rivier de Liffey en de zijrivier de Poddle samenkwamen. Nog veel is er terug te zien van het middeleeuwse Dublin. Restanten van de stadsmuur, het kasteel, de kathedralen en kerken voeren terug naar die tijd waarin Anglo-Normandische ridders, aartsbisschoppen en gildemeesters het voor het zeggen hadden.

Dublin castle, ruim zeven eeuwen de zetel van de Engelse macht in Ierland, valt niet erg op in het stadsbeeld. De dichte bebouwing rond het kasteel en de patchworkachtige aaneenschakeling van architectonische stijlen van het gebouw zelf maakt dat het zelfs even zoeken is om het kasteel te vinden.

Direct naast Dublin Castle ligt Dublin City Hall, het stadhuis.

De terugweg naar het guesthouse is een wandelingetje door O'Connell Street, het belangrijke hart van deze wijk, wat nu een aantrekkelijk winkelgebied is. Langere tijd was dit noordelijk gedeelte van Dublin geen partij voor het zuiden van de stad. Maar zoals alles in Dublin is dit ook in rap tempo veranderd.

O'Connell Street is Dublins breedste weg die het op verschillende manieren zwaar te verduren heeft gehad. Rond 1800 begon het allemaal goed, met de bouw van de O'Çonnell Bridge werd het de voorname hoofdstraat van de stad waar iedereen graag gezien wilde worden. Maar de statige huizen en monumentale panden, waarin nu mooie warenhuizen en winkels zijn gevestigd, raakten snel in verval.

Daarna werd dit gebied ten noorden van de Liffey het thuis van Dublins onderklasse en totale verpaupering en verloedering heeft voor veel problemen gezorgd. Voor criminaliteit, geweld, drank- en drugsmisbruik moest je hier zijn.

Vandaag de dag is er zoveel geïnvesteerd en verbeterd in heel O'Connell Street en omgeving dat ook dit stadsdeel weer helemaal meetelt. De brede voetgangersgebieden, de talrijke bomen die de standbeelden flankeren, maar natuurlijk vooral de nieuwe shops en malls trekken op vrije dagen heel Dublin aan.

 

Dublin staat in de steden top 10 van Lonely Planet. De stad heeft voor ieder wat wils: geschiedenis, cultuur, kunst, natuur en literatuur. En het belangrijkste: overal heerst een ontspannen sfeer. In de straten van Ierlands hoofdstad lopen heden en verleden dwars door elkaar heen.

De stad vormt al honderden jaren lang een inspiratiebron voor schrijvers, bezoekers en muzikanten.

De weergoden waren ons weer eens goed gezind tijdens deze natste maanden van het jaar in Dublin. Dat de zon geen regelmatige bezoeker is in dit deel van Europa was zeker ingecalculeerd en gure wind was er dan ook in overvloed, maar de paraplu hebben we wederom niet nodig gehad. Ik ga er vanuit dat dit zo verdiend was, maar een geluk was het zeker. Tot aan het moment voor aankomst was heel de regio wékenlang een grote regenton en meteen nadat Ryanair koers had gezet voor de terugvlucht naar Eindhoven barste de volgende bui weer los....

Dublin was wel aardig om ook eens met eigen ogen gezien te hebben en goed voor een paar leuke dagen. Misschien lag het aan het seizoen, misschien moet je hier gewoon fan zijn van de Ierse pub en komen voor het nachtleven. Voor mij had de stad als citytrip op zich niet voldoende te bieden om een plaats in mijn top 10 te bereiken.

Tijdens het lezen van de reisgids kwam er toch weer een bestemming bij op mijn verlanglijstje; met de Dart (metro) en binnen een half uur bevind je je aan de prachtige kust. Een paar dagen uitwaaien daar lijkt me ooit nog wel eens wat. En de pittoreske Ierse dorpjes. Wie weet...

Voor het volgende reisje eerst toch maar een wat meer zonzekere en in ieder geval warmere bestemming met hopelijk een blauwe lucht.