FRANKRIJK

République française

In de zomer van 2003 zijn we een weekje in de Pyreneën geweest en een jaar later hebben we onze vakantie in de Provence doorgebracht. In september 2009 ben ik in de regio Toulon geweest. In januari 2010 hebben we weer even in Marseille en Aix aangelegd.
Ook in Parijs hebben we de afgelopen jaren enkele weekendjes doorgebracht en Eurodisney heb ik in 1999 met de kids bezocht.

 

 

...........

Aix en Provence

In Marseille neem ik de bus bij de Arc de Triomp om 20 minuten later in Aix en Provence uit te stappen. Op deze winterse, maar zonnige zondagmiddag is het rustig op de Cours Mirabeau. Op de beroemdste boulevard van de Provence is ook in de winterdag het leven als God in Frankrijk.

 

 

Porquerolles

Met een ticket naar Marseille al een tijdje op zak, las ik in een tijdschrift over het mediterrane najaar op dit autovrije eiland voor de Zuid Franse kust. Volgens het tijdschrift en de Fransen 'merite un détour' een omweg waard, dus laten we dat advies meteen maar eens opvolgen.

Net ver van Toulon, op een steenworp van de Cote d' Azur, liggen de les Illes d'Hyeres. De gouden eilanden, La Perle des Iles D’Or.
De Hyères eilandengroep bestaat uit drie eilanden. Behalve Porquerolles zijn er Île du Levant, dat in vervlogen tijden werd bewoond door monniken, maar nu voor 90 procent toebehoort aan de Franse Marine. Alleen het naturistenkamp Heliopolis dat op een kale punt ligt is voor niet-militairen toegankelijk. Het derde eiland, Port Cros is sinds 1963 nationaal park en vormt een reservaat voor flora en founa van de Middelandse Zee.
Porquerolles is met 8x2 km het grootste van de drie eilanden in de Hyeres golf.
Het eiland is in een kwartier bereikbaar per ferry vanaf La Tour Fondue, op het puntje van het schiereiland Giens.
Op het eiland is slechts één dorpje met een handjevol huizen met aan het Place d' Armes een oud kerkje en op de heuvel daarboven het fort. De huizen zijn voornamelijk verbouwd tot hotel, restaurant en toeristen- of fietsenverhuurwinkeltje. De toeristen die af en aan gevaren worden verplaatsen zich vooral op huur-terreinfietsen, auto's rijden er niet op het eiland.

 

Sinds de 16de eeuw worden de eilanden aangeduid als iles d'Or (gouden eilanden), een bijnaam die te danken is aan de glans van het gebergte dat rijk is aan mica. Deze 'parel' met gouden stranden, baaien, kliffen en uitzichten wil ik graag gaan bewonderen.
Als ik ook op de terreinfiets zit kom ik er al gauw achter waarom er geen gewone fietsen verhuurd worden in het dorpje. Direkt voorbij het laatste huis stopt de verharde fietspad en wordt de weg vervolgd over zandpaden met kuilen, keien en boomstronken. Gelukkig zijn vering en banden van de fiets hierop berekend! Helaas blijven de mooie vergezichten en het eilandgevoel uit, de paden voeren door naaldbossen zonder enig uitzicht, laat staan gouden glans.
Na enkele minuten op de fiets waan ik me vrijwel alleen in het bos en vraag me af waar die toeristenstroom is gebleven, die in de haven van de boten kwam en in het dorpje de terrassen overspoelden.
Nadat ik de wegwijzer naar een van de vier strandjes heb gevolgd, wordt dat al snel duidelijk. Op het strandje ligt men kop aan kont in het zand en water en is door de meute niet meer te zien of het werkelijk zo'n mooi plekje is als de reisgidsen beloven.

Moeilijker bereikbaar aan de andere kant van het eiland liggen de calanques, scherpe inhammen en rotsen die steil uit de hoogte het water in schieten. Ook het uitzicht op de 'Gorge du loupe', steile rotsen die als een kloof uitkomen in een azuurblauwe baai, is het stuiterend fietstochtje meer dan waard. 

 

 

La Tour Fondue

Boven de haven waakt het fort Ste-Agate en op het Place d'Armes prijkt het Ste-Anne kerkje met een voorstelling van een kruisweg, het houtsnijwerk van een soldaat. 

Het fietspadennetwerk met de markeringen leidt naar de phare, onderweg staat op een heuvel naast het fort le Moulin du Bonheur.

Tegenover de Porquerolles ligt het schiereiland Giens, ook wel het vierde eiland genoemd; Presque’île de Giens. Het schiereiland zit met een dubbele tombolo aan het vasteland vast, een bijzonder verschijnsel dat op slechts enkele andere plekken op de wereld voorkomt. Een tombolo is een smalle strook land, ontstaan door afzetting van oa zand en grind tussen het vasteland en het eiland, waardoor een landtong ontstaat.
In de zomerperiode kun je de route du sel rijden en de flamingo's, die in het brakke water tussen de landtongen hun verblijfplaats hebben, zien. In najaar en winter wordt deze weg vaak overstroomt door hoge golven.

Hyeres
De stad Hyeres is de oudste badplaats van de Cote d'Azur. Nog vroeger dan Nice en Cannes was dit vanwege het milde klimaat een belangrijke vakantieplaats voor de welgestelden die de winter doorbrachten in hun deftige huizen met prachtige tuinen vol palmen en sinasappelbomen.
In deze villa's en herenhuizen aan de palmenlanen in de benedenstad kwamen vele bekende bezoekers, zoals de Engelse konigin Victoria, de zus van Napoleon en andere beroemdheden.
Tegen de heuvelhelling ligt de oude stad met zijn smalle, steile straten. In het oude centrum heerst niet meer de monaine sfeer, maar voelt het meer als in een Provencaals bergdorp.
Dat vandaag de dag de toeristen zich liever verdringen in andere plaatsen zoals st Tropez en omgeving is niet zo gek, Hyeres ligt niet aan het water.

Toulon

Toulon is de hoofdplaats van de Var en de natuurlijke haven vormt de long van de stad die omringd wordt door heuvels. In de oude stad en langs de kaden herinnert veel aan het maritieme verleden. Tot op de dag van vandaag hebben de Franse vliegdekschepen en andere marineboten hier hun thuishaven. De militaire basis en de scheepswerf beslaan een groot deel van de haven. Op de kilometslange kade heerst een gezellige bedrijvigheid.
Deze plaats wordt niet door toeristen overstoomd, hier wordt gewoont en gewerkt en hangt nog de sfeer van de echte Provence. De haven, de typische gebouwen en de mondaine sfeer zijn de moeite van een bezoek waard.


Place d'Liberte
De hangjongeren van weleer nemen op het Place d'Armes het nieuws van de dag door. 

Marseille

Marseille is met 900.000 inwoners na Parijs de grootste en oudste stad van Frankrijk en heeft de reputatie een gevaarlijk, vervallen misdaadparadijs te zijn. In de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw ontstond, als gevolg van de grote immigratiestroom van italianen, Marseilles negatieve imago als criminele stad, dat werd gevoed door de detectiveliteratuur en de filmindustrie.
Toen het Franse koloniale rijk instortte en velen na 1960 repatrieerden uit Algerije werd het immigratieprobleem nog groter.
Door minister Gaston Deferre van Binnenlandse Zaken werd de stad tot aan zijn dood in 1986 als onbestuurbaar beschouwd. Een van zijn uitspraken luidde: in het raadhuis van Marseille zijn drie soorten mensen: souteneurs, onderkruipers en agenten.
Marseille, de stad met de meeste Afrikanse inwoners, tegenwoordig is een derde van de bevolking allochtoon (waaronder veel moslims uit de Maghreb) en in sommige wijken bedraagd de werkeloosheid meer dan 30%.

De vooroordelen negerend wandel ik van het station St Charles richting de oude haven en voel al gauw sympathie voor deze 'poort naar de oriënt'.
In de Vieux Port heerst een chaotische, bedrijvige drukte waar de vissers proberen hun nachtelijke vangst aan de man te brengen. De meest uiteenlopende en exotische vissoorten liggen in een bakje water nog na te spartelen, om vanavond zo vers mogelijk op de grill te terecht te komen.

Ook in de jaren '80 en '90 waren we enkele keren in Frankrijk, van deze jaren voor het digitale tijdperk is helaas weinig fotomateriaal.

 


Op verschillende plekken in het Parc Naturel Régional du Verdon bieden uitzichtpunten prachtige panorama's op de kloof.

Het spectaculaire natuurverschijnsel eindigt in het azuurblauwe stuwmeer lac Ste Croix, dat de poort is naar de canyon.
Dit kunstmeer werd in de jaren 70 aangelegt en richt zich op het toerisme, het is hier een drukte van belang door vele natuurliefhebbers, wandelaars en bergsport beoefenaars, er worden kano's, kajakken, waterfietsen en motorbootjes verhuurd om de kloof te verkennen.

In de dorpjes van de Pyreneen met hun steile steegjes en eeuwenoude huizen is het heerlijk kuieren en op de schaduwrijke terrassen rond de dorpsfontein voel je je pas echt als God in Frankrijk.

 

Parijs in 1999.
Op de Eiffeltoren was af te lezen hoeveel tijd nog rest tot de milleniumwisseling.