TRANSNISTRIË

Приднестровская Молдавская Республика

Republica Moldovenească Nistreană

 

 

In Moldavië is het duidelijk te zien; aan de overzijde van de rivier Dniestr ligt Transnistrië, een Europees land dat niet bestaat. Een land waar vrijwel niemand naar toe gaat, vandaan komt of zelfs maar van gehoord heeft.

Een ‘zwart gat’ in Europa waar Lenin nog letterlijk op een voetstuk staat, de economie aan het infuus van Vladimir Poetin hangt en seperatisten het voor het zeggen hebben.

Een onafhankelijke republiek, in ieder geval volgens de pseudo staat zelf. In werkelijkheid wordt Transnistrië door geen enkel land ter wereld erkent.
Altijd in om iets bijzonders te proberen, klinkt dit ook weer om nieuwsgierig van te worden en boeiend genoeg om eens een kijkje te gaan nemen in dit mysterieuze 'landje'.  

Thuis kijken ze alsof ze het in Keulen horen donderen en krijg ik steevast na wat vreemde blikken de vraag 'waar ligt dat?' en 'is het daar niet gevaarlijk?'
Bij dit vergeten deel van Europa lijkt Noord Korea nog een toeristisch land, er is ook vrijwel geen informatie of reisgids te vinden over dit gebied. Alleen in de Lonely Planet van Oost-Europa zijn er een paar bladzijden gewijd aan Moldavië en Transnistrië samen. Is er domweg niks te zien?

We gaan het in oktober 2018 zelf ervaren in het onbekende en niet bestaande land op de linkeroever van de Dniester rivier!

 

Vanuit de autogara centru in Chișinău, de hoofdstad van Moldavië, vertrekken er regelmatig minibussen met als eindbestemming het trein- en busstation van Tiraspol. Aan het loket kopen we voor omgerekend een paar euro een kaartje bij een mevrouw die redelijk Engels spreekt.
Even later tuffen we met relaxte snelheid in het oude volgeladen busje over de prima snelweg richting de officieuze grens.

Het gebied aan de overkant van de rivier Djnester is berucht en zou onveilig zijn, maar locals ontkennen dat met klem. Ik ben in ieder geval vrij ontspannen als we na ongeveer 45 minuten de grens naderen. 

Militairen staan te posten, gemarkeerd met grote borden in rood en goud met hamer en sikkel. Tanks staan aan de kant van de weg.

Eerst komen we bij een checkpoint met Russische vredestroepen, te zien aan de uniformen. Moldavië beschouwt de Russen echter als bezettingsmacht. 

Mannen met uniformpetten en de controlepost mogen niet op de foto, zo wordt me duidelijk gemaakt na een desgevraagd 'No Foto'.

Geen natie ter wereld heeft Transnistrië erkend als land, maar toch staan we even later bij het immigratieloket om toegelaten te worden.

Als bezoeker moet ik me laten registreren, vertellen wat ik kom doen en hoe lang ik denk te blijven.
We krijgen een soort van transitvisum voor 10 uur omdat we alleen een dagtocht maken en aan het einde van de middag de bus weer terug nemen naar Moldavië.

De registratie gaat deskundig en efficiënt, na een enkele vraag door de Engels sprekende douanebeambte krijgen we vriendelijk een uitgeprint los visum uitgereikt waarop onze gegevens staan vermeld en de permissie om legaal 10 uur in Transnistrië te mogen verblijven. Gratis en voor niks, zonder steekpenningen. Door de verhalen op internet van mensen die moesten aangeven hoeveel geld ze bij zich hadden en een deel van hun dollars moesten afstaan was ik enigszins bevreesd. Dit bleek dus geheel onterecht.

Na minder dan een kwartierje kan het busje de weg vervolgen en rijden we het niet bestaande land binnen.

Welcome in Transnistria!

 

Het filiaal van Moskou is een gebied ter grootte van Noord-Brabant. De zelf uitgeroepen schurkenstaat in Oost-Moldavië is ontstaan in een burgeroorlog na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Alhoewel het land door niemand is erkend, beschikt het over een president, een eigen leger, een eigen munteenheid, de Transnistrische Roebel, een eigen beruchte KGB en een eigen vlag.

Transnistrië (ook wel Pridnestrovische Moldavische Republiek genoemd) ligt ingesloten tussen Moldavië en Oekraïne. Transnistrië betekent 'aan de overkant van de rivier Dnjester', die de grens vormt.

In de smalle strook land die het staatje vormt wonen ongeveer een half miljoen mensen.

Ze hebben goedkoop Russisch gas, een geheime dienst, er wordt Russisch gesproken en er is in het hele land geen enkele Mac Donalds.

Nergens hangen reclameborden van westerse merken, wel overal wapperen vlaggen met hamers en sikkels,  staan oude tanks op pleinen en rotondes en monumenten voor de slachtoffers van de Grote Vaderlandse Oorlog.

Het staatje is vooral berucht vanwege de bloeiende schaduweconomie: de illegale wapen- en vrouwenhandel. Moldavische minderheden worden gediscrimineerd en er is geen vrijheid van media en religie, aldus mensenrechtenorganisatie Freedom House.

 

 

TIRASPOL

We verwachten nu ieder moment te arriveren op onze eindbestemming, het busstation van Tiraspol, maar de minibus stopt om de twee straten. Ik probeer om de bushalte te zien of om enige logica te vinden in de stopplaatsen: tevergeefs. De minibus kent geen vaste haltes, iedereen die in de buurt is van zijn bestemming roept naar de chauffeur dat hij eruit wil. Of je nu bij een station staat, of ergens in het midden van de autosnelweg, overal stappen mensen in en uit.
Uiteindelijk komen we aan op het eindpunt, het treinstation in de onofficiële hoofdstad die grauw en grijs oogt met massale betonnen hoogbouw. 

Terrasjes of café's zijn in geen velden of wegen te bekennen, wel diverse stalletjes waar koffie, frisdranken en broodjes te koop zijn die je op een bankje in het park kunt nuttigen. Hier betaal je met Transnistrische roebels, onze Moldavische lei of andere valuta wordt niet geaccepteerd. Maar dat probleem is snel verholpen, de vele wisselkantoortjes bieden de oplossing. In het hele land zijn weinig geldautomaten, als ze er al zijn bevatten ze alleen Russische roebels en daarbij werken ze niet met onze Nederlandse bankpas.

We komen uit Nederland, vlogen naar Roemenië, verbleven in Moldavië en van daaruit kwamen we in Transnistrië. In de verschillende vakjes van mijn uitpuilende portemonnee zitten inmiddels de euro, de Roemeense lei, de Moldavische lei en nu dus ook een afgemeten stapeltje Transnistrische roebels. Gelukkig is de wisselkoers vrijwel gelijk aan de Moldavische lei, waaraan we inmiddels enigszins gewend zijn. De Republikeinse bank van Transnistrië heeft als eerste land ter wereld in 2014 plastic munten in de omloop gebracht. Deze 'munten' hebben de waardes van 1, 3, 5 en 10 roebel en hebben alle vier een andere vorm. De munt van 1 roebel is rond, de 3-roebel vierkant, de 5-roebel vijfhoekig en de 10-roebel is zeshoekig. Op elke munt staat een beroemde volksheld(in) afgebeeld.
De bankbiljetten met waardes van 1 tot 500 Transnistrische roebel met een heldhaftige Russische generaal, een drankfabriek en een oorlogsmonument zijn buiten dit landje volstrekt waardeloos. 

 

Na de bankzaken en wat boodschapjes te hebben gedaan, wandelen we door een park waar ik even pauzeer met iets wat er uitziet als een koffiebroodje, maar kaas blijkt te bevatten.

In de typisch communistische buitenwijk met troosteloze sovjetflats ademt het straatbeeld hamers en sikkels. Tussen de gebouwen zijn binnentuintjes, met plantenbakken die gemaakt zijn van oude vrachtwagenbanden. Mede door het grote leger vooral ’s nachts werkzame straatvegers ziet het er schoon uit. De wegen zijn breed en alles is ruim opgezet, voor een stad is het wat verkeer betreft opmerkelijk rustig. We komen langs een overheidsgebouw met een uit de kluiten gewassen borstbeeld van Lenin ervoor. Op het dak waait een rood-groen-rode vlag met een hamer en een sikkel erop.

Dan zie ik in de verte een bord met een grote i erop. Het is onvoorstelbaar dat hier een buro voor toeristeninformatie bestaat, maar voor de zekerheid ga ik toch even kijken. En ja hoor, het kantoor is open en we worden welkom geheten door een perfect Engels sprekende medewerkster die deskundig en zeer vriendelijk al onze vragen beantwoord. We krijgen een gratis citymap mee en alle informatie die we nodig hebben over de stad en busverbindingen.

 

 

 

 

 

We lopen langs het Leninplein, de eeuwige Sovjetstraat en de Overwinningsboulevard. De Avenue van de 25e Oktober is de centrale winkelstraat waar je nog overblijfselen kunt bewonderen uit de Sovjettijd, die door de plaatselijke bevolking trots als een gouden tijd wordt herinnerd.

Tiraspol is de mooiste stad ter wereld, staat op een poster in het centrum van de straatarme onofficiele hoofdstad. Een wat theatrale boodschap in een stad die eruit ziet als iedere middelgrote provinciestad in Rusland. Nergens in heel de regio is de Sovjettijd nog zo aanwezig als hier met de brede lanen, Sovjetflats en als betaalmiddel de roebel. Zelfs in het nationale embleem prijken nog steeds de hamer en sikkel. Op verschillende pleinen kijkt Vladimir Lenin toe en op de weidse lanen daveren geregeld oude Russische legertrucks voorbij. De communistische symbolen staan nog altijd op hun oude plek zoals het standbeeld van Lenin dat het beeld beheerst op het plein voor het Parlementsgebouw en straten die naar Marx, Engels en Joeri Gagarin zijn vernoemd. De stad oogt als een Sovjet-openluchtmuseum, er zijn zuilen gesierd met de hamer en sikkel en er staan tanks als monument met de Transnistrische vlag: rood, groen, rood.

Her en der rondom de stad liggen Russische legerkazernes, nog steeds met de prominente rode Sovjetster op de ijzeren poorten.

Het hele diplomatieke kwartier van Transnistrië bestaat uit de ambassades van Abachazië en Zuid-Ossetië. De enige landen die deze staat erkennen zijn zelf ook door niemand erkend.

 

Zowel Lenin als Stalin staat fier overeind op een betonnen sokkel. Hun blik reikt tot ver in de toekomst. Brede boulevards zijn aan weerszijden opgesierd met billboards die het  communistische dwergstaatje bejubelen. Het vraagt weinig inspanning van de verbeeldingskracht om de militaire parade eroverheen te zien denderen. Veel rood met goud. Een tank is op een voetstuk geplaatst, een paar meter van een filiaal van de orthodoxe kerk. Commerciële aanduidingen staan naast communistische symbolen. Ik loop even binnen in het winkeltje van de cognac fabriek Kvint, de trots van de natie.

Transnistria? No Problem! Een antieke hoogwerker wordt tegen een gevel geplaatst om die te kunnen texen. Ook in Tiraspol neemt het leven zijn dagelijkse gang: een vrouw met bloemen in de hand loopt langs, een meisje paradeert op pinnen en viert het einde van de zomer, een bijna blinde bejaarde vrouw zingt mee met Russische muziek uit een kleine casetterecorder om zo wat bij te verdienen. Bij de bushalte poseert een oudere man met een rijtje medailles en speldjes op zijn jasje trots voor de foto. Even verderop speelt iemand op een accordeon en een man met een hoed glimlacht in het voorbijgaan. In bijna ieder flatgebouw zijn schoonheidssalons gehuisvest: de vrouwen proberen zich te verheffen boven hun grauwe woonomgeving.

 

Minstens even prominent aanwezig als de Russen is het zakenimperium Sheriff. Het bedrijf heeft een serie benzinepompen, een auto-importeur, een nagelnieuw Sheriff voetbalstadion met bijbehorend team, de Sheriff-winkelcentra en het Sheriff-hotel. De geruchten gaan dat het communistisch conglomeraat in handen is van één man: de zoon van voormalig president Smirnov, die hiermee het land nog steeds in zijn greep heeft.

De man achter de voetbalclub is Viktor Gushan, een voormalige officier van de Sovjetinlichtingendienst KGB. Dankzij hem kregen de talrijke orthodoxe kerken in Tiraspol weer glimmend bladgoud op de koepels. De meest recente presidentsverkiezingen werden gewonnen door zijn bewakingsagent en in het parlement heerst zijn partij: de Partij van de Vernieuwing.

 

 

 

Verschillende bevolkingsgroepen die elkaar niet altijd even goed kunnen luchten of zien bij elkaar in één land. Dat ging hier niet lang goed.

Toen de Sovjet-Unie in 1990 uiteenviel, werd Moldavië onafhankelijk en wilde het zich aansluiten bij Roemenië. Daarop riep Transnistrië, waar de meerderheid van de bevolking Russisch spreekt, zijn onafhankelijkheid van Moldavië uit. 

Dit  leidde dit tot een ethnisch conflict in Moldavië en er volgden vier maanden van gevechten met zo’n 1500 doden, waarna een wapenstilstand werd afgekondigd die tot op heden standhoudt. Sindsdien heeft Moldavië geen controle meer over het bestuur van de provincie Transnistrië in het oosten van het land en fungeert het gebied eenzijdig als onafhankelijke staat. 

Door steun vanuit Rusland lijkt de situatie onoplosbaar. En dus behoudt Transnistrië zijn uitzonderingspositie, evenals de reputatie van vrijstaat waar Interpol geen grip op heeft, waar volop zou worden witgewassen en de illegale handel in wapens en vrouwen welig tiert. Vanity Fair bestempelde het land in 2014 nog als een ‘obscure Communist-Mafia outpost’. 

 

Op het paarse briefje van vijf Transnistriche Roebels staat een op het oog saai gebouw. Dit is echter, naast de shiny voetbalclub, de andere grote trots van Tiraspol, de brouwerij met de merknaam Kvint, wat 'goddelijk' betekend. Kvint is het roemruchte cognac-merk uit de Sovjettijden en wordt door kenners als een van de beste ter wereld beschouwd. De destilleerderij staat nog altijd in de Transnistrische hoofdstad. Echte Kvint is in West-Europa nauwelijks te krijgen en als het al verkrijgbaar is nogal kostbaar. Eén goed flesje kan vele honderden euro's opbrengen.

Per jaar exporteert de destilleerderij ruim twintig miljoen flessen naar afnemers uit de hele wereld, waarmee maar liefst vijf procent van het bnp van het land wordt verdiend en het belangrijkste exportproduct van Transnistrië is.

Om meer te weten te komen over de vervaardiging van deze cognac en om het resultaat van de luxe smaken te proeven is de destilleerderij te bezoeken. De ideale souvenir is hier te koop voor een fractie van de prijs die je elders betaalt. 

 

Het land wordt door geen enkel land ter wereld, inclusief Rusland, erkend. Ook de Verenigde Naties erkennen het ‘landje’ niet. De Europese Unie, die in 2014 wel een associatieverdrag met Moldavië afsloot, idem dito.

En daardoor is er een bizarre geopolitieke situatie ontstaan, want Transnistrië valt dus feitelijk óók onder het EU-verdrag. ‘Zwarte gaten, noemen ze dat bij de Raad van Europa,’ omschreef Trouw al over de status aparte van Transnistrië en soortgenoten Abchazië en Zuid-Ossetië: staten die zich met hulp van Russische legertroepen hebben losgewrikt van hun Europa- en Navo-georiënteerde moederlanden.

Desondanks heeft Transnistrië dus zijn eigen munt, een heuse grens, waar serieus gecontroleerd wordt, zijn eigen vlag en een leger van 15000 man. Het heeft een eigen regering met president en is het enige gebied in Europa waarvan je kunt zeggen dat het nog een communistisch systeem heeft, volgens het model van de oude Sovjet-Unie. 

 

 

Het straatbeeld in Tiraspol is niet zo spannend als veel mensen zich voorstellen en als het in sommige reisverhalen op het internet wordt voorgespiegeld. In werkelijkheid lijkt het hier allemaal niet zo heftig en al helemaal niet zo gevaarlijk. Mensen doen hun boodschappen, staan te wachten bij de bushalte en ouderen zitten op bankjes in het park. Het is dan misschien wel het heldhaftige Overwinningspark met grote triomfboog, maar ik geloof niet dat de bankzitters daar nou zo mee bezig zijn. Uiteindelijk is het gewoon een bankje in een gewoon park in een vrij gewone stad, waar net zoals in de rest van Europa mensen komen om elkaar te ontmoeten en te ontsnappen aan het verkeer.
Door de nieuwe koers die het land vaart hoef ik me vandaag de dag ook geen zorgen te maken over de politie. Met het oog op de toeristendollars heeft de president een anti-corruptie department in het leven geroepen en een speciaal telefoonnummer om eventuele misstanden te melden. Mocht je desondanks als bezoeker toch geconfronteerd worden met corrupt gedrag, hoef je maar te dreigen met bellen van dat nummer.
Door deze maatregelen en de versoepeling van de grensformaliteiten trekt Transnistrië steeds meer toeristen die dringend op zoek zijn naar sovjetrelieken, oude tanks en standbeelden van Lenin.
Die zijn hier te vinden, maar ook doodnormale en bijzonder vriendelijke inwoners die zich staande proberen te houden in het moeilijke leven van alledag.

De tweede stad van de afgescheiden republiek is de vestingstad Bender, die in Moldavië ook wel Tighina wordt genoemd. Om daar weer terug te komen willen we een oude trolleybus nemen, waarvan er vele door de stad rijden. Bij het instappen komt de kaartjesverkoopster meteen op ons af en maakt ze ons al gauw duidelijk dat deze bus niet naar Bender gaat. Bij de volgende halte stappen we weer uit en proberen het bij een marshrutka die gelukkig wel die kant op gaat. Het busje zit propvol, maar meteen staan er twee jongemannen voor ons op. Als toerist is aan niks is te merken dat we ons zouden bevinden in een schurkenstaat. Integendeel, de mensen zijn hier nog erg galant, behulpzaam en vriendelijk. 

Voor nog geen 4 lei (0,20 eurocent) worden we een kwartier later afgezet bij het fort van Bender.

Terug met de taxi zullen we voor deze 8 km 40 lei (2 euro) kwijt zijn. Het zal nog niet meevallen om onze roebels vandaag op te maken, de prijzen zijn hier nog bijna vooroorlogs. Voor vijftig cent kun je naar het theater en een pakje sigaretten kost 7,5 lei. 

 

 

BENDER

Als we de stad inrijden komen we langs een soort versterkte legerpost met een tank, een tent van camouflagenetten en een paar militairen die de weg in de gaten houden. In deze stad werd tijdens de onafhankelijkheidsoorlog het hardst gevochten, maar daar herinnert weinig aan.

Bender is de enige stad in Transnistrië aan deze kant van de rivier Dnjester.

We stappen uit de overvolle gammele marshrutaka, zoals ook hier de busjes genoemd worden, bij het bijna zeshonderd jaar oude fort. Het werd door de Ottomanen gebouwd en is nogal over gerestaureerd. De dikke stenen muren, oude wapenuitrustingen en indrukwekkende vestingwerken getuigen van een enerverende geschiedenis en het fort biedt ook nog eens uitzicht over het hele gebied.

 

 

Etnisch gezien is het land verdeeld in een mix van Moldaviërs (32,1 procent), Russen (30,4), Oekraïners (28,8), Bulgaren (2,5) en andere groeperingen zoals Gagauz, Polen en Joden.
De officiële talen zijn Russisch, Moldavisch (Roemeens geschreven in het Cyrillisch) en Oekraïens.
Twee op de drie inwoners heeft een Moldavisch paspoort, waar ze recht op hebben omdat Moldavië hen als staatsburgers beschouwt. Ook Rusland deelt paspoorten uit: de helft van de Transnistriërs kan zonder enig obstakel naar Moskou.
De statistieken van de overheid zijn onrustbarend. Bij de volkstelling van 2015, werd een bevolkingsafname van 15 procent in tien jaar geconstateerd, maar in werkelijkheid vermoedt men het dubbele. Velen staan hier ingeschreven maar werken elders.
Met steun van Europese fondsen zijn er ook mensen die juist terugkeren naar Transnistrië. Zij hebben tien of twintig jaar in het buitenland gewerkt, zijn ziek of oud geworden en zoeken gezelschap van hun achtergebleven verwanten. Eenmaal terug ontstaan sociale problemen, hele generaties worden zonder hun ouders opgevoed. Kinderen kennen hun eigen ouders, die in het buitenland geld moesten verdienen, nauwelijks en groeien op bij hun grootouders. Kinderen hebben luxe artikelen uit het buitenland, maar geen liefde van hun ouders. Zelfmoord onder jongeren komt veel voor.
Vanwege de niet-erkende status van Transnistrië zijn documenten, diploma's en kentekenplaten onbruikbaar in het buitenland. Studeren is zinloos en werk is er amper; de Sovjetindustrie van voorheen functioneert nauwelijks. Veel migranten werken illegaal of onder hun niveau in Moskou.
President Igor Dodon van Moldavië ziet graag integratie, maar vooralsnog heeft de Kremlin-gezinde separatistenregering van Transnistrië daar geen oren naar.

 

Een kleine zesenhalve kilometer van Tiraspol ligt het in 1861 gebouwde, oosters-orthodoxe Noul Neamţ-klooster in Chiţcani. Het prachtige, overkoepelde complex van vier kerken werd in de Sovjettijd gesloten maar nu wonen er weer monniken, die tussen de gebeden door hun eigen biologische gewassen verbouwen. Bij het toeristenburo gaven ze aan dat het klooster vandaag gesloten was. Helaas hebben we door tijdgebrek en het aflopen van ons visum vandaag niet kunnen checken of dit inderdaad het geval was. Een goede reden om nog eens terug te keren naar dit land dat niet bestaat.

 

Veel te snel is dag voorbij, ons dagvisum loopt af en het laatste busje terug naar Moldavië vertrekt al aan het einde van de middag.

De grensovergang komt weer in zicht, een slagboom met een kantoortje waar de douaniers met hun megapetten vriendelijk groeten. Een van de mannen met pet komt de bus in, werpt een blik op onze visumpapiertjes uit de paspoorten en loopt de bus weer uit. Het visumpapiertje mogen we als souvenier houden. Vervolgens rijdt de bus langs een Russische bufferzonesoldaat en even later stapvoets langs een Moldavisch hokje het reguliere Moldavië weer in.

Al met al het levende bewijs dat je niet per se de goedkeuring van de rest van de wereld nodig hebt als je er een landje op na wil houden.

Het kan overigens wel helpen als een supermacht als Rusland achter je staat.

Hoe dan ook, we namen een intrigerend kijkje in deze wonderlijke wereld van hamers, sikkels, Lenin-standbeelden en het dagelijks leven in het meest onwaarschijnlijke stukje land van Europa. 

 

 

 

"We mogen dan officieel geen staat zijn, maar als mensen ons bezoeken, hebben we het gevoel dat we bestaan.” 
                         ….door Anton Dendemartsjenko….

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb