VAN BOEKAREST NAAR CLUJ

Na mijn vorige bezoekjes aan Roemenië is het nu in de nazomer van 2019 ook tijd voor de hoofdstad, die lange tijd te boek heeft gestaan als het domein van oplichters, zigeuners, lijmsnuivende kinderen in het riool, zwervers en straathonden.

Met WizzAir vlieg ik eind september voor een paar tientjes vanaf Eindhoven naar Henri Coanda Airport, ten noorden van Boekarest bij de plaats Otopeni.

Nieuwsgierig naar de woonplaatsen van Dracula gaan we na een kijkje in de hoofdstad de regio in het midden van Roemenië ook wat verder verkennen. Met het openbaar vervoer trekken we door stad en land en brengen vervolgens een bezoekje aan Sinaia, Sighisoara en Turda om vervolgens vanuit Cluj Napoca weer huiswaarts te vliegen.

Even op verkenning door de grote stad, maar ook op zoek naar mooie berglandschappen, legendarische kastelen, oude kloosters en middeleeuwse stadjes.

 

 

 

BOEKAREST

București

 

Misschien wederom niet de meest voor de hand liggende bestemming voor een citytrip, maar zoals gewoonlijk maakt dát me juist nieuwsgierig.

De Roemeense hoofdstad stond in de jaren '30 nog bekend als het Parijs van het oosten. Vervolgens hebben de communisten na de oorlog een groot gedeelte van het centrum platgewalst met hun buldozers. Tegenwoordig zal Boekarest dan ook geen prijs winnen voor schoonheid en stijl. Het is niet barok en kleurrijk als Praag en ook niet zo populair als Boedapest. Ondanks dat het communisme al lang verleden tijd is, blijft een bedenkelijke reputatie aan de stad plakken. 

Toch moet er met een beetje geduld nog wel wat te vinden zijn van de vooroorlogse boulevards, invloedrijke architectuur en levendige sfeer.

Daarnaast is het wel een van de goedkoopste Europeese citytripjes in een stad met een eigen persoonlijkheid. Boekarest is geen stad met stereotiepe toeristische bezienswaardigheden en ook (nog) niet heel erg toeristisch, wat me op zich wel aanspreekt.

Het is een stad in verandering waar het moderne leven van nu zonder overgang grenst aan restanten van een verstreken tijdperk.

Voordat ik in de trein stap om verder het land in te trekken, wil ik zeker ook even stil staan in deze hoofdstad met zijn turbulente en recente geschiedenis.

Na aankomst op de luchthaven stap ik in bus 783 die me naar hartje centrum brengt.

Onderweg naar het hotel in het oude gedeelte van de stad loop ik door Pasajul Victoria. Een groezelige doorgang wordt zo een gezellig straatje waar de lucht gekleurd wordt met kleurrijke paraplu’s. Ik vraag me af waar dit idee is geboren, je ziet ze tegenwoordig wereldwijd in veel steden. Op social media komen regelmatig van dit soort foto's voorbij, ze zijn populair bij influencers. Ook -of juist- in Boekarest wordt er zo een artistieke touch gegeven aan de terrasjes om bezoekers te trekken.

Dankzij een recente opknapbeurt is de Calea Victoriei weer een chique straat die wat van zijn oude glorie terug heeft gekregen. De omliggende straten hier zijn trouwens ook wel gezellig.

 

Piața Universității

Het Universiteitsplein is een van de belangrijkste pleinen van Boekarest en is gelegen op het kruispunt van twee boulevards. Centraal staat het standbeeld van Roemeniës nationale held, Mihai Vitaezul (Michaël de Dappere). Het plein is omringd met tal van belangrijke gebouwen, waaronder de universiteit zelf, het Nationaal Theater en de Russische Kerk. De universiteit bevindt zich er sinds 1869.

De onvrede was groot, op die heldere decemberdag in 1989. Ceaușescu beseft nadat hij zijn toespraak heeft afgerond dat het einde van zijn regime nabij is. Samen met zijn vrouw vlucht hij per helikopter.

Ik sta op het plein van de universiteit. Daar waar de joelende menigte bijna 30 jaar geleden zijn onvrede uitte. Alhoewel afgelopen maand weer tienduizenden Roemenen de straat op gingen om te demonstreren tegen de corruptie en de sociaaldemocratische regering, is het nu vredig.

Het kloppende hart van de stad ligt tussen de oude hoofdweg Calea Victoriei en rond het plein en metrostation Piața Universității, tegenover de universiteit van Boekarest.

Dit grote, open plein was het toneel van zowel de revolutie van 1989 als van de gevechten van mijnwerkers tegen hongerstakende studenten in 1990. Verschillende herdenkingstenen en kruisen herinneren aan de slachtoffers van deze gebeurtenissen.

In het torenhoge Intercontinental Hotel aan dit plein zat de internationale pers om verslag te doen van de tanks die beneden hen over de vrijheidsstrijders heen reden en hoe soldaten met scherp schoten op de opstandige mensenmassa.

Uiteindelijk is het dus 'goed' afgelopen. Ceauçescu en zijn vrouw werden voor het oog van de hele wereld gexecuteerd en Roemenië is aan een nieuw leven begonnen. 

 

Toch zijn er velen van mening dat het toen in vele opzichten beter was. Onder het communisme bleven families samen, nu werken bijna drie miljoen Roemenen in het buitenland. Op een bevolking van twintig miljoen is dat een gigantisch probleem. Ook de gemeenschappelijke landbouwmachines zijn verdwenen. Niemand wil natuurlijk terug naar het repressieve schrikbewind, maar er zijn veel zorgen over corruptie, lage lonen en het functioneren van de huidige regering. 

 

Calea Victoriei

Verderop langs de vroegere betere promonades van de stad aan de drie kilometer lange Calea Victoriei ligt het politiebureau met daar tegenover de pasajul Villacros, een winkelpassage met een vervlogen elegantie.

Door de jaren heen werd Boekarest sterk beïnvloed door de Franse cultuur en architectuur en mede hierom werd het Klein Parijs genoemd. Deze passage en pittoreske steegjes die liggen verborgen in het hart van de oude stad en zouden linea recta uit Parijs kunnen komen.

Niet overal ziet de stad er zo gepolijst uit, sommige plekken zijn nog steeds vervallen. Maar dit maakt de stad alleen maar interessanter.

Het Palace of the Deposits and Consignments, waar momenteel de Nationale Bank is ondergebracht behoort tot de meest indrukwekkende van Boekarest. De constructie dateert uit 1883.De stijl is neoclassicistisch met een zuilengalerij van Ionische en Korinthische zuilen. Daartussen bevinden zich enkele beelden. Ook de binnenkant van het gebouw zal beslist de moeite zijn om te gaan bekijken, maar vandaag is het zondag en gesloten.

Lipscani

Het Middeleeuwse hart van Boekarest is een kleine wijk waarvan het hart wordt gevormd door de Strada Lipscani. Al voordat er sprake was van een stad, lag hier een druk handelscentrum De naam Lipscani komt van het Roemeense woord voor de handelslieden uit Leipzig, die de rijkste waren van de hele wijk.

Lipscani was vroeger de belangrijkste handelsbuurt van Boekarest. Al gauw werd het woord 'lipscan' een synoniem voor handelaren die West-Europese spullen verkochten. In de straat kon je onder meer
goudsmeden, hoedenmakers, leerlooiers, schoenmakers en zadelmakers vinden. Een
wandeling door deze buurt die voor het grootste deel voetgangersgebied is vol met historische gebouwen, is een aanrader. Hier kun je uren ronddwalen en telkens nieuwe hoekjes, pleintjes en doorgangen ontdekken die de geschiedenis van de buurt tot leven brengen. 

Het communistische regime zette de hele buurt op de slooplijst. Gelukkig kwam het daar niet van. Sterker nog, vandaag de dag is Lipscani waarschijnlijk de meest interessante buurt van de stad, middelpunt van de Roemeense kunstscene en populair uitgaansgebied. De straten in het voetgangersgebied herbergen modieuze winkels, verstopte hofjes, antiquariaten en een heleboel galeries. Geen andere wijk in de stad heeft zich de afgelopen jaren zo snel ontwikkeld als Lipscani. 

Ook al mag de Lipscani buurt dan geen perfect bewaard oud centrum zijn, bruist deze buurt dag en nacht van het leven en brengt toeristen en bewoners bij elkaar.

 

Dit is ook de woonplaats van een andere nare, beroemde inwoner van Roemenië, Vlad III, oftewel Dracula. In zijn tijd vermoorde hij veel mensen op gruwelijke wijze, hij had niet voor niets de bijnaam Vlad de Spietser. Dracula spreekt tot de verbeelding. Deze duistere graaf komt in tientallen films en boeken voor, maar dit personage werd oorspronkelijk bedacht door schrijver Bram Stoker. Hij schreef in 1897 het horrorverhaal Dracula, waarna Dracula een oude bekende werd in de wereld van de film en literatuur.
Deze vorst was de leider van Walachije, een land dat nu onderdeel uitmaakt van Roemenië. Hij vermoorde een groot deel van zijn vijanden door ze aan een spies te rijgen, waar hij zijn bijnaam natuurlijk aan te danken heeft.
Toch waren veel inwoners van Boekarest fan van deze man, omdat hij het vooral gemunt had op slechte mensen (bijvoorbeeld moordenaars). Zijn beeltenis is regelmatig te zien tijdens de stadswandeling.

Andere straatnamen in de Lipscani buurt zijn vernoemd naar de verschillende ambachtelijke beroepen zoals Blanari (bontwerkers), Covaci (smeden), Gabroveni (mes makers) en Cavafii Vechii (schoenmakers).

Aan de Strada Franceza, genoemd naar de Franse kooplui die hier woonden, light het Muzeul Palatul Volevodal Curtea Veche, Paleismuseum van het Oude Koninklijk Hof. Waarschijnlijk is het eind 14e eeuw opgericht maar de eerste geschreven bron stamt uit 1459, toen Vlad Dracula Tepes hier zijn intrek nam.

Het Curtea Veche is in gebruik geweest tot halverwege de 18e eeuw, toen het na een aardbeving en een brand werd verlaten. Na jaren van verwaarlozing verviel het paleis tot ruïnes. Aan de restauratie van de overgebleven resten tot museum wordt nog steeds gewerkt.

Naast dit museum staat de oudste kerk van Boekarest, de Biserica Curtii Vechi, kerk van het oude Hof.

In deze typisch Byzantijnse kerk zijn verschillende middeleeuwse prinsen gekroond.

 

 

 

Op korte afstand van Curtii Vechi ligt de Hanul lui Manuc. Deze herberg, genoemd naar de Armeense koopman die hem in 1808 bouwde, is de enige overgebleven karavanserai van Roemenië. Op de enorme binnenplaats stonden de vrachtkarren van de handelaren die door Europa trokken. De herberg is nog niet zo lang geleden gerenoveerd en de binnenplaats is omgetoverd tot een prachtig terras. Waar de vrachtkarren stonden kun je nu een terrasje pikken en gezellig lunchen.

De Stavropoleos kerk (biserica Stavropoleos) is een oosterse orthodoxe kerk in Lipscani.

In 1724 is de kerk gebouwd in opdracht van Ioanichie Stratonikeas, een Griekse monnik die in Boekarest geld wilde verzamelen voor zijn klooster. Bij de Stavropoleos kerk hoorde namelijk ook een klooster en een herberg. Zowel de klooster als de herberg werd eind 19e eeuw voor een groot gedeelte vernietigd. De kerk bleef overeind staan maar door de jaren heen met alle aardbevingen etc. heeft de kerk veel geleden en werd in 1887 de kerk opnieuw gerenoveerd. In een aanpalend gebouw kun je 18de-eeuwse iconen en muurschilderingen uit de door de communisten vernielde kerken bewonderen. 
De kerk heeft ook een bibliotheek met bijbelteksten, oude manuscripten en Roemeense en Griekse boeken. De bibliotheek kun je bezoeken op afspraak (via e-mail of telefoon).

Op weg naar het Parlementspaleis lopen we even om de woonblokken heen om het eeuwenoude Antimklooster te bewonderen. Het is even zoeken tussen de Sovjetflats tot we bij een poort in een ommuurd complex komen, maar die is gesloten. Een zoektochtje verder langs de muur, ontdekken we uiteindelijk de mooie ingang. We horen het gezang al uit het gebouw komen. Als we onder de poort lopen ontwaart zich een groot plein met een aantal gebouwen erom heen. Ook hier weer veel pracht en praal, een soort veranda voor de ingang met een koepelplafond vol mooie fresco's. De massief eiken toegangsdeur van de kerk schijnt door de heige Antim zelf te zijn gebeeldhoud. Boven de deur is een slak omlijst door een lauwerkrans afgebeeld. Deze staat symbool voor het geloof en nederigheid.

Een vreemde gewaarwording dat zo’n klooster tussen lelijke Sovjetflats staat. Binnen is een dienst bezig en het is er best druk.

Het Antimklooster werd in het begin van de 18de eeuw gebouwd door Antim Iverianu, in die tijd een metropolietbisschop van Roemenië. Er wonen nog steeds een aantal monniken in het klooster.

 

Vaak aan het oog onttrokken door hoge flatgebouwen, staan door de stad verspreid nog veel meer kleine orthodoxe kerkjes en kloosters.

De dictator had zijn inspiratie voor 'de eerste socialistische hoofdstad voor de nieuwe socialistische mens'  en de vernieuwde stad opgedaan in het Noord-Koreaanse Pyongyang. 

De Roemeens Orthodoxe kerk werd verweten gewillig mee te buigen met de communistische regering. Veel kerken werden weggevaagd zonder dat de kerkbesturen protesteerde. Niet de verjaardag van de kerkenredder stond op de kerkelijke kalender, maar die van Ceaușescu.

Gelukkig werden 29 historische gebouwen gered, waaronder dertien kerken, een ziekenhuis en een bank. De voorspelling dat ze zouden omvallen of instorten bleef loos. Sterker nog, appartementen gingen in bewoonde staat op transport.

Dat gebeurde door ze op rails te verplaatsen. Aanvankelijk werd dat als onmogelijk afgedaan, de ingenieur die dit plan bedacht én ten uitvoer bracht, werd voor gek verklaard. Voor de eerste toestemming wilde geen verantwoordelijke ambtenaar zwart op wit tekenen, uit vrees voor een fiasco. Tot de eerste monumenten door het historische centrum van Boekarest reisden en bespotting plaatsmaakte voor verwondering en ontzag. De projecten werden in Roemenië vergeleken met een landing op de maan.

Men heeft altijd vermoed dat Ceausescu de verplaatsing liet gebeuren om nog meer westerse kritiek te  voorkomen. Waar de gebouwen neergezet werden maakte niet uit, als ze maar uit het zicht stonden. Nadat een 9000 ton wegend klooster achter een groot appartements-gebouw was weggemoffeld, was dat voor Ceausescu's vrouw Elena onvoldoende: het deel dat vanaf de straat nog zichtbaar was, moest er worden afgekapt.

Het indrukwekkendste hoogstandje was de 'tandem', de verplaatsing van de zestiende-eeuwse kerk Nicolai-Mihai Vodă met zijn vrijstaande toren.

 

 

 

Ondanks vele restauraties is er nog een lange weg te gaan voordat Boekarest zijn oude Franse charme terug heeft, maar het stadsbestuur heeft er de laatste jaren hard aan gewerkt om de stad weer de glans te geven van weleer. Achter een wirwar van afbrokkelende post-Stalinistische betonnen flatgebouwen en kapotte wegen ontwaar ik een aantal prachtige art nouveau gebouwen, oude kloosters, weelderige parken en elegante boulevards. Van die brede boulevard in Russische stijl kom je plots terecht op een stukje platteland waar de bewoners op de stoep een kaartje leggen, na een vuilnisbelt op een pleintje en tussen steriele, grijze woonkazernes stuit je zomaar op een liefelijk kerkje.

Ik slenter door het langzaam herstellende historische centrum met verborgen antiekwinkels, Byzantijnse kapelletjes, fraaie herenhuizen en Transsylvanische, Franse en Italiaanse restaurants. Het is het centrale punt voor het nachtleven in de stad, met een enorme toestroom aan cafés, trendy bars, disco’s, stripclubs en pubs. Inderdaad, vrije geesten hoeven voor een wilde vakantie niet langer naar Amsterdam. Alles mag in Boekarest dezer dagen, met feestjes op vrijdagavond en zaterdagavond die tot ver op de volgende dag voortduren. Het gaat hier allemaal om fun. In het oude stadscentrum alleen al zijn 359 bars, pubs en clubs, Ibiza-stijl.

Ik val van de ene verbazing in de andere; van de ongehoorde arrogantie van de nieuwe rijken in de grauwe ellende van de zigeunerwijken en de wanhoop van de gepensioneerden die er nauwelijks in slagen de eindjes aan elkaar te knopen.

Het valt op hoeveel Porsches en andere dure auto's rondrijden. Er is hier geen middenklasse. De mensen zijn rijk of arm. Wie kan, koopt een mooie auto.'

 

 

 

 

Boekarest is vandaag de dag één grote verzameling bouwplaatsen met winkels in overvloed, veel restaurants die tot laat in de avond open zijn en jongeren die en masse naar de hoofdstad trekken.
Hoe kan dat? Europese subsidies! Toetreding tot de EU tien jaar geleden heeft Roemenië en Boekarest geen windeieren gelegd. Ook de komende jaren zullen miljarden naar stad en land vloeien.

De roes van de inhaalslag kon vanaf nu gefinancierd worden. Consumptie, en dus Carrefours en auto’s!

Er werd veel geld geïnvesteerd in de aanleg van onnodige brede autowegen en op de auto ingestelde malls in de stad. Cynisch gesteld heeft dat Europees geld het plan van Ceausescu uiteindelijk vervolmaakt. Een compacte stad is een voor voetgangers slecht doorwaadbare metropool geworden.

Heel jammer, want al wandelend door Boekarest openbaart zich een aaneenschakeling van (ooit) mooie parken, prachtige Jugendstil-villa’s, elegante maar slecht onderhouden boulevards, rijke tuinen en terrassen.

Voor veel inwoners van de Roemeense hoofdstad heeft de herschepping van het stadscentrum slechts een betrekkelijk voordeel opgeleverd. In plaats van met de altijd overvolle bussen en trams kunnen zij nu voor een paar dubbeltjes met de gloednieuwe metro reizen. Bovendien is de Dimbovita, decennialang een stinkende rivier die traag door het centrum van Boekarest kronkelde, nu gekanaliseerd.

Piata Unrii

We begeven ons naar het overweldigende Piata Unirii (Plein der Vereniging). Dit reusachtig plein wordt versierd door hevig spuitende fonteinen en ligt in de wijk Centru Civic. Deze wijk werd gebouwd in de jaren '80. Ondertussen heeft op het plein het kapitalisme in alle hevigheid toe geslagen. De moderne gebouwen aan het plein zijn bijna niet te zien omdat ze onder een dikke laag reclame verstopt zitten.

Vanaf het plein lopen we via Boulevard Unirri, die vandaag afgesloten is voor een foodtruckfestival, naar het waanzinnige Parlementspaleis.

De boulevard stond vroeger bekend onder de naam Overwinning van het Socialisme, maar werd na de Roemeense Revolutie in 1989 hernoemd is als Boulevard van de Vereniging, Bulevardul Unirii. De boulevard is gebaseerd op de Champs-Élysées en is zelfs een paar meter langer en breder dan de Parijse boulevard. Hij loopt van oost naar west dwars door het centrum en eindigt in het westen bij het Parlementspaleis.

 

Aan de littekens van het schrikbewind van dictator Ceauşescu (1918-1989) is uiteraard niet te ontkomen. Hier zie je de ware omvang van wat een dictatuur kan doen, iets dat onvergetelijk is.

Parijs van het Oosten is niet meer. Twee recente gebeurtenissen hebben het aangezicht van het centrum grondig veranderd. Na de heftige aardbeving van 1977, waarbij een groot aantal van de historische gebouwen beschadigd raakten, heeft Ceaușescu een van zijn meest megalomane projecten door kunnen zetten. De bouw van het enorme centrul Civic inclusief het Paleis van het Parlement.

Om zijn waanzinnige parlement te bouwen, had de diktator een immens groot stuk grond nodig. Hij liet zijn keuze vallen op een wijk die was ontsnapt aan de aardbeving. Helaas was dit een historische zone met drie kloosters, twaalf kerken, twee synagogen en zevenduizend oude huizen. Ongeveer zeventigduizend mensen moesten gedwongen hun woning verlaten. Ze werden naar deprimerende woonkazernes in de voorsteden verbannen. Sloopkogels en bulldozers richtten meer schade aan dan de Tweede Wereldoorlog of de zware aardbeving van 1977. Meer dan 20 procent van de stad werd tegen de vlakte gegooid, een veel groter gebied dan de aardbeving verwoestte. Prachtige oude gebouwen gingen verloren.

Er verrezen betonkolossen die niet bepaald op menselijke maat gesneden waren. Het kostenplaatje:

40% van het Roemeense bbp gedurende vijf jaar.

Palatul Parlamentului, voorheen Huis van het volk (Casa Poporului) is met een oppervlakte van 365.000 m² het grootste gebouw van Europa. Na het Pentagon en mogelijk het Potala is het waarschijnlijk het grootste gebouw ter wereld. Het gebouw is 270 bij 245 meter, 84 meter hoog en 16 meter diep en heeft 12 verdiepingen en 8 ondergrondse niveaus. Binnen bevinden zich 2000 zalen en kamers. Alleen al de elektriciteitsrekening zou meer dan 5 miljoen euro per jaar bedragen.

Sinds 1994 zetelt het parlement in dit gebouw en wordt het deels verhuurd voor congressen.

 

 

Het is niet alleen de dictatoriale bouwwoede van Ceaușescu die Boekarest haar communistische ambiance geeft, maar ook het hedendaagse moedwillige gebrek aan ruimtelijke ordening om dit ‘Parijs van het oosten’ te ontwikkelen tot een stad van de 21ste eeuw. Zo is de elektrische infrastructuur een gotspe.

Na de gigantomanische bouwwoede van Ceausescu heerste absolute bouwstilte en de stad raakte verder in het verval. Liep men eind jaren ’90 door de straten van de hoofdstad van Roemenië, dan kon men de restaurants op de vingers van een hand tellen. De schamele hotels smeekten om een opknapbeurt, de straten van de oude binnenstad werden bevolkt door bedelende kinderen, drugsverslaafde jongeren en straathonden. Dat beeld is inmiddels compleet veranderd en alhoewel het optimisme terugkeert in Boekarest, is er nog veel werk te verrichten.

Het oostelijke gedeelte van Centrul Civic, staatsburgerlijk centrum is tot heden nooit afgemaakt. Ceaușima noemde de bevolking de ramp waardoor de stad werd getroffen, een sarcastische verwijzing naar Hiroshima. Beton en half afgemaakte gebouwen staan op de plek waar historische gebouwen stonden. 

Veel kerken en historische gebouwen werden vernietigd door het regime. Sommige kerken, zoals de St. Nicolai-Mihai Vodă Kerk, zijn niet gesloopt, maar werden verplaatst over metalen rails.

Cișmigiu park

Tijdens een citytrip is het altijd heerlijk om even bij te komen van de stadshektiek op een bankje in het groen. Boekarest staat bekend om zijn parken, een verademing tussen het drukke verkeer en stinkende uitlaatgassen. Midden in de stad vind je Cișmigiu park, een bijzonder park dat in de 19e eeuw werd aangelegd op een stuk drooggelegd moerasgebied. De vele heuvels, kleine rotsformaties en waterpartijen maken het park leuk om rond te lopen en erg fotogeniek. De rust overheerst en je hoort de vogels nog fluiten. Oorspronkelijk was het een gewoon stuk ongerept bos met een vijver. Nu is dit de mooiste tuin van de stad, een groene long van 17ha waar je kunt wandelen of je kunt wagen aan een boottochtje op het meer. Een geliefd plekje van de bevolking die op warme zomerdagen hier verkoeling vinden tegen de soms verstikkende hitte in de schaduw aan het meer. Nu begint het ware herfstkleurenspel, voordat de bladeren straks richting de aarde dwarrelen en er geschaatst wordt op de vijver.

Revolution Square

Het einde van het communistisch bewind werd ingeluid op het Plein van de Revolutie. Het was hier dat het regime van dictator Ceauşescu door de bevolking omvergeworpen werd. Tijdens een toespraak van het balkon van het Senaatsgebouw begon het volk zich tegen hem te keren, waarna hij het op een lopen zetten. Even later werd hij gearresteerd en na zijn proces volgde de executie. Aan het plein liggen ook een aantal historisch belangrijke gebouwen zoals het voormalig koninklijk paleis.

Op een van de hoeken van Revolution Square naast het paleis staat een van de oudste kerken van de stad, de Kretzulescu biserica.

Even verderop geeft het Ateneul Român met zijn schitterende koepel onderdak aan het nationaal Philharmonisch orkest.

De prachtige concertzaal met een uitzonderlijk akoestiek heeft een overvloed aan verguldsel, marmer en zuilen. Een indrukwekkende hal met 4 grote marmeren wenteltrappen. Overal prijkt het marmer, maar niet zomaar marmer, nee zeldzaam roze marmer. Het meest indrukkende is toch wel de concertzaal op de bovenste verdieping. Deze zaal in de koepel van het gebouw is tot in de details versierd.

Hoewel Boekarest steeds meer doet om bezoekers op weg te helpen, is het vooralsnog een stad voor verkenners. Exemplarisch is het feit dat de gemeentelijke toeristenbalie in een passage onder de grond verstopt zit. De boodschap is duidelijk: er is meer dan je denkt.

Zoals gewoonlijk is mijn tijd hier ook weer beperkt en kan ik er nu maar een fractie van zien.

Het Piața Revoluției en een van de mooiste gebouwen van de stad, het Roemeens Atheneum stond eigenlijk uitgebreider op het programma, maar zijn we nu niet verder aan toe gekomen. 

Wellicht komt er nog eens een volgende keer waarin we ook de lift nemen naar het dak van de Promenada shopping mall; grote kans dat men rondjes zwiert op een ijsbaan 'with a view'. 

Of voor bijvoorbeeld een bezoekje aan  het openluchtmuseum of de Cărtureşti Carusel, een bijzondere boekenwinkel met een café in een prachtig gerestaureerde villa.

Een wandeling over de Michael Jackson alleyway naar de Roemeense versie van de Arc de Triomph. 

Ook zou ik nog eens een kijkje willen nemen in de botanische tuin en in het Radu Vodă -klooster.

Deze stad is als een mallemolen. Welke kant je ook op draait, van een koude kermis zul je in Boekarest niet snel thuiskomen. Er is nog volop genoeg om een volgende citytrip in de Roemeense hoofdstad te vullen.

 

 

De hoofdstad van Roemenië is echt een intrigerende stad waarvoor zeker nog hoop is. De jongste generatie wordt weer trots op Boekarest.

Klein Parijs, ergens snap ik het wel. De brede boulevards, de krullerige belle-époquegebouwen. De Boekaresters hebben zelfs hun eigen Arcul de Triumf en de Boulevard Unirii is net iets langer dan de Champs Elyssées. Maar het Parijse effect is in alle communistische jaren behoorlijk afgezwakt door de aanleg van rijen Ceaucescuaanse flats in uniforme grijsheid. 'Dat is het vreemde en ook bijzondere aan Boekarest, die combinatie van oude architectuur en communistische gebouwen. Alhoewel Boekarest niet hoort niet bij de top van mooiste steden in Europa en zeker geen klein Parijs meer is, heeft de stad wel wat. Her en der verspreid door de stad en vaak verborgen tussen de grauwe oostblok kolossen zijn de pareltjes te ontdekken. Hoe dan ook, op deze zonnige zondag heeft het mij in ieder geval blij verrast.

Met wat fantasie zijn de resten van Vlads kasteel en kerk nog steeds te zien in de oudste gebouwen van de stad. 

Met dat ruwe randje, de old meets new sfeer en het Latijnse gevoel in Oost Europa maakt het dat ik hier op een dag nog wel eens terug wil komen. Dan zal het wel op doorreis zijn, net als deze keer.

Een mooie uitvalsbasis om verder het land in te gaan, na de stadsdrukte is het extra genieten van de natuurpracht en andere historische schatten die Roemenië te bieden heeft. Ook de oevers van de Zwarte Zee zijn in twee uur te bereiken.

De trein is een van de geijkte manieren om een land te verkennen en onderweg ook nog in contact te komen met de lokals.
Het eens zo beruchte station Gara de Nord is volledig bijgetrokken sinds de introductie van bewakingspersoneel en perronkaartjes om toegang te krijgen tot de stationshal.

Hier vertrekken dagelijks meerdere treinen richting Transsylvanië, met een tussenstop in Sinaia. Dat wordt mijn volgende bestemming.

 

SINAIA

Mijn favoriete citytrip is die met veel afwisseling, na de stadshektiek vind ik het heerlijk om ook het platteland of de bergen op te zoeken. Als het ook nog een mix mag zijn met een historisch dorp of oud centrum is dat helemaal mooi.

Sinaia is dan ook de ideale combinatie met de metropool Boekarest, na goed anderhalf uur treinen vanaf Gara de Nord arriveer ik in het bergstadje.

We zijn 121km ten noorden van de hoofdstad, in de Prahova-vallei op een hoogte van rond de 800 meter aan de voet van het Bucegi-gebergte.

Sinaia is een bergstadje dat is ontstaan ​​rond een klooster dat vernoemd is naar de berg Sinaï. Het klooster, dat een kopie bevat van de eerste in Roemenië gedrukte Bijbel, is tegenwoordig een populaire toeristische bestemming. Net als het stadje, dat ook wel de Parel van de Karpaten wordt genoemd. Er is weinig authentiek Roemeens, er wordt ook wel gezegd dat hier alles net iets beter geregeld is en beter onderhouden dan elders in het land. 

Dat kan wel kloppen, als ik uit de trein stap en het fraaie station verlaat, overvalt me een sfeer als in het Zwarte Woud of in de Eifel. De grote weg is echter heel wat minder aantrekkelijk met een opeenvolging van hotels en moderne constructies zonder karakter.

Helaas is het vandaag maandag en dan is hier veel gesloten, maar wandelen en van de omgeving genieten kan gelukkig altijd.

 

 

Sinaia is met een geslaagde mix van schilderachtige villa's en monumentale hotels het kloppend hart van de vallei. Al deze onwaarschijnlijke huizen werden aan het einde van de 19e eeuw gebouwd en behoorden toe aan de naasten van de koning.

De stad ontleent zijn naam aan het 17e eeuwse klooster Manastirea Sinaï dat halverwege de kronkelige weg naar het kasteel ligt. Het werd gesticht door prins Hihai na een pelgrimstocht naar het Catharinaklooster op de berg Sinaï.

Het kloostermuseum bezit de eerste bijbel die in het Roemeens werd gedrukt, in het Cyrillisch schrift.

 

Het 19de eeuwse Pelespaleis is de voornaamste attractie van Sinaia.
Het paleis is in 1880 in opdracht van de Roemeens-Duitse vorst Carol I gebouwd. De Duitse afkomst van de koning is terug te zien aan het paleis, het zomerverblijf werd gekozen op deze afgelegen plek die deed denken aan zijn Zwarte Woud. De koning droomde van een sprookjeskasteel dat kon wedijveren met de paleizen van Lodewijk II van Beieren en de grootste architecten en kunstenaars van die tijd werden gemobiliseerd. De bouw duurde bijna 40 jaar en werd uiteindelijk in 1914 voltooid, net enkele maanden voor de dood van de koning.

Om het paleis heen ligt een mooie tuin met andere adellijke gebouwen eromheen en een prachtig uitzicht op het Bucegigebergte. Op de buitenkant van het imponerende paleis staan imitaties van Rembrandt. De 160 kamers van het paleis zijn eveneens uitbundig versierd. De zalen zijn in allerlei verschillende stijlen ingericht: er is een Turkse zaal, een Florentijnse zaal, een Venetiaanse zaal enz. Slot Peles in Sinaia trekt jaarlijks meer dan 10.000 toeristen uit de hele wereld. De Roemeense ex-koning Michael I woonde in het koningsslot tot hij in 1947 door de communisten hieruit werd verdreven. 

Het is niet verwonderlijk dat Ceausescu zijn ogen had laten vallen op Peles. Gelukkig werd het niet uitgekleed zoals gebeurde met veel andere monumenten.

De koning leefde na de communistische machtsovername in ’47 lange tijd in ballingschap en keerde pas in 1997 terug naar zijn geboorteland. Met ingang van 2008 is de Roemeense ex-koning Michael I weer in slot Peles gaan wonen. Bezoekers van het in het slot gevestigde museum kunnen dus niet alleen waardevolle voorwerpen bekijken, maar ook de 86-jarige oud-koning tegen het lijf lopen. De oud-monarch heeft aangegeven dat het slot tot in de eeuwigheid voor toeristen geopend zal blijven.

Naast Peles staat een kleiner paleisje, Pelisor, dat Carol I in 1903 voor prins Ferdinand heeft laten bouwen.

Later werd het (uiteraard) een van de residenties van de Ceausescu's.

Ook dit paleis, dat aan de buitenkant meer op een chalet lijkt, is te bezoeken. Bijzonder is de gouden kamer waarin het behang verguld is.

De Foisor jachtvilla aan het einde van het park is helaas gesloten voor publiek. Dit kasteeltje werd door Ceausescu gebouwd en staat iets hoger op de heuvel, zodat hij neer kon kijken op de koninklijke familie.
Ook alleen een wandeling langs deze 3 paleizen is zeker de moeite waard. Het park eromheen is bijzonder goed onderhouden en nodigt uit tot wandelen.

Sinaia is een vakantieoord in zomer en winter, met 21 ski-pistes het grootste ski-gebied van Roemenië. Het ski-seizoen begint in december en eindigt soms pas in mei. Daarna vormt het een goede basis voor wandelingen in de Roemeense natuur en de Bucegi heuvels die met de kabelbaan makkelijk kunnen worden bereikt.

Loodrecht boven Sinaia verheffen zich de toppen van het Bucegi-gebergte. Ze behoren tot de hoogste in de Karpaten. Met zijn 2505m steekt de Omu boven de rest uit. Sommige bizarre rotsformaties hebben namen zoals Babele (oude vrouwen) en Sfinxul.

De kabelbaan loopt van het centrum naar de top van de Varful ca Dor. Het beginpunt ligt achter hotel Montana en er zijn twee haltes. Vanaf de Cota op een hoogte van 2000m is het een mooie wandeling naar beneden van ongeveer twee uur terug naar Sinaia.

Maak jouw eigen website met JouwWeb