TRANSSYLVANIË
2019

 

Vanuit de hoofdstad Boekarest en bergstadje Sinaia trek ik met trein en bus verder naar Transsylvanië. 

Een afwisselende tocht met een mix van natuurpracht en historische stadjes door een land van tradities die allemaal hun eigen verhaal vertellen. Dankzij de geschiedenis is Roemenië zo geïsoleerd gebleven dat het hier en daar nog een middeleeuwse indruk maakt. Tegelijkertijd zijn tot in de verste uithoeken van het land veranderingen gaande. Roemenië is een uitgestrekt land waar vanalles te beleven en ontdekken is.

Transsylvanië is onlosmakelijk verbonden met vampiers. Sighisoara, de geboorteplaats van Vlad Tepes, de Roemeen die de Ierse schrijver Bram Stoker inspireerde tot de schepping van de legendarische Graaf Dracula staat op het programma en daarna gaat de reis verder naar Turda, om vervolgens vanuit Cluj Napoca terug te vliegen naar Eindhoven.

 

 

SIGHISOARA

Na een treinrit van 4 uur vanuit Sinaia arriveer ik op het station van Sighisoara in het hart van Transsylvania. Gevestigd op een heuvel, omringd door stevige muren, behoudt de stad zijn authentieke, middeleeuwse charme. Nog specialer aan deze stad is de citadel, die nog bewoond is. Hierdoor heeft Sighişoara in 1999 een plek op de UNESCO werelferfgoedlijst gekregen. Het grootste gedeelte van de stadsversterking staat nog overeind. Er is de mooie kloktoren, de scholierentrap, de bergkerk en het geboortehuis van Vlad Tepes. De Saksen maakten van deze stad, op een rotsuitloper gebouwd, een welvarend handelscentrum, beschermd door een stadsmuur met zestien torens van verschillende vorm, rond, vierkant of zeshoekig.

Roemenië is een land van mythen en verhalen. Zelfs onder de communisten bleven de Roemenen geloven in magische wezens als heksen, elfjes, kabouters en vampiers. Al in een ver verleden werden deze wezens aangeroepen wanneer men zat te wachten op goed weer voor de oogst, maar even zo vaak hebben ze te maken met angst voor het onbekende. Soms figureerden ze ook als bindmiddel om gemeenschappen bij elkaar te houden. Een aantal elementen van dit heidense geloof zijn overgegaan in de christelijke orthodoxie. Zo zijn in veel kerken de heidense symbolen van de zon en de maan en de tekens van die dierenriem te zien.

Voor de meeste buitenlanders draait de beroemdste mythe om de Transsylvaanse graaf Dracula. Het fenomeen vampier heeft alles te maken met het wijdverbreide Oost-Europese geloof dat gekwelde zielen uit hun graf konden verrijzen en zich in leven houden met het bloed dat ze uit levende mensen zogen. Verhalen over vampiers waren algemeen bekend in Roemenië, Bulgarije en Servië.

Sinds de verfilming van Bram Stokers roman Dracula in 1897 is Roemenië onlosmakelijk verbonden met de figuur van Dracula. Maar Stokers Dracula, een Hongaarse aristocraat, is noch de figuur uit het Roemeense sprookje, noch de figuur uit de geschiedenis. 

De historische Dracula was een Munteense prins, Vlad III Dracula, ook we Tepes (de Spietser) genaamd.

Hij is vermoedelijk hier in Sighisoara geboren. Dracula betekent 'zoon van Dracul' of 'de Draak'. 

De Roemenen storen zich niet aan alle verwarring die Stokers Dracula heeft gesticht en deinzen er niet voor terug om Dracula tot op het bot commercieel uit te buiten.

 

Het vermoedelijke geboortehuis van Vlad Tepes, de bloeddorstige held van het verzet tegen de Ottomanen  is nu een van de trekpleisters van Sighisoara.

Vlad Ţepeş (1430-1476), De Ierse schrijver Bram Stoker werd door hem geïnspireerd tot de schepping van de legendarische graaf Dracula, vorst over Walachije van 1456 tot 1462. Hij voerde veel veldslagen tegen de Turken, vaak geholpen door de Hongaren, hoewel die hem ook gedurende tien jaar gevangen hebben gehouden.

Aangezien deze vorst de gewoonte had om zijn tegenstanders op een paal te spietsen kreeg hij de bijnaam Ţepeş, ofwel spietser. Zijn andere bijnaam Dracula betekent Zoon van de draak. Zijn vader, Vlad Dracul, was deel van de Duitse ridderorde van de Draak dus vandaar zijn naam.

Aan het centrale pleintje ligt het in Venetiaanse stijl gebouwde huis waarin nu een museum en restaurant gevestigd is. Je kunt er o.a. gebakken hersenen en zure maagsoep eten….

Het verhaal van Vlad de Spietser wordt toeristisch zo uitgemolken dat we het verder maar links laten liggen.

 

 

Met zijn kleurrijke dakpannen is de toren bijna overal in de stad te zien. Gebouwd als poorttoren in de 14de eeuw, was dit bouwwerk de hoofdingang van de stad. In zijn huidige vorm heeft hij een hoogte van 64 meter, met zes verdiepingen (117 trappen), een uitkijkterras, en een dak gebouwd in barokstijl in de 17 de eeuw. De vier hoektorens symboliseren de middeleeuwse gerechtelijke autonomie van de stad.
Sinds 1898 herbergt de toren ook een museum. De meeste objecten hierin vertellen het verhaal van de stad en zijn omgeving. De topattractie van de toren is zeker de oude klok met zijn houten figuren. Ook als het originele mechanisme (uit 1604) het niet meer doet, zorgt een nieuw ervoor dat de klok en de figuren blijven draaien. Een verdieping hoger brengt de bezoeker bij het uitkijkterras, waar de klim van 117 trappen beloond wordt met een waanzinnig uitzicht over de hele stad en omringende landschap.

Vanaf het pleintje gaan we via de 400 jaar oude trap omhoog naar de Bergkerk en de Bergschool.

De overdekte trap, Scara Şcolarilor of de “Scholieren trap”, is in 1654 door de toenmalige burgemeester van de stad laten bouwen om de school en de kerk op de heuvel ook tijdens de wintermaanden toegankelijk te maken. Oorspronkelijk waren er 300 trappen naar boven; er zijn er nu nog 175. Een plaatselijke legende zegt dat de trap ook door verloofde vrouwen gebruikt werd om de liefde van hun mannen op de proef te stellen: de jongen moet op elke trap zijn vriendin kussen en haar naam uitspreken. Zou hij een keer een andere naam zeggen, dan is hij niet de juiste man.

Boven de trap aangekomen sta ik voor de bergkerk. Deze is voor het eerst in 1345 vermeld, maar werkzaamheden aan de bouw hiervan zijn tot rond 1525 doorgegaan. De kerk was van binnen beschilderd, en er zijn enkele schilderingen en beeldhouwwerken bewaard gebleven: een mooi gotisch tabernakel uit de 15e eeuw, kerkstoelen uit 1523, een mooi stenen doopvont met gotische versieringen, en de kansel uit 1480. Ook zijn hier voorwerpen en voorraadkisten te zien die in verschillende burchtkerken uit de regio gevonden zijn.

De school is nog steeds als zodanig in gebruik en blijkbaar wel populair, veel jongeren gaan nog steeds trap op en trap af. Tegenwoordig is het een Duits Lyceum.

Via het steile straatje naast de oude trap lopen we terug naar beneden om ook nog wat stadsmuren en stadstorens te zien. Naast de houten trap is de pastorie van de Kloosterkerk.

TURDA

Aan de voet van het Apuseni- gebergte ligt aan de hoofdweg tussen Cluj en Alba Lilia de stad Turda. Veel toeristen slaan deze plaats over en dat is onterecht denken wij.

Turda heeft een mooi middeleeuws centrum alsmede een aantal bezienswaardigheden aan de rand van de stad. Daar ligt ook het busstation, waar we in de ochtend arriveren om een kijkje te gaan nemen in deze op één na grootste stad van Transsylvanië.

 

 

Het middeleeuwse centrum bestaat uit een aantal fraaie barokke en Hongaarse gebouwen die allemaal op loopafstand van elkaar liggen. 

Voorbeelden hiervan zijn het Primaria, stadhuis, en het Muzeul de Istori. Het historisch museum is ondergebracht in een plomp paleis van een invloedrijke familie.

De stad was tot de Tweede Wereldoorlog voornamelijk Hongaarstalig en na de oorlog bleven veel Hongaren in dit gebied. In het gebouwde erfgoed is de stad nog steeds herkenbaar Hongaars. De Hongaars Gereformeerde Kerk en de Rooms Katholieke Kerk domineren het centrum en vormen tot op de dag van vandaag culturele ontmoetingsplaatsen van de achtergebleven Hongaren. In Turda wordt tot op de dag van vandaag nog steeds Hongaarstalig onderwijs gegeven.

 

Van een heel andere orde zijn de enorme ruimtes van de zoutmijnen die aan de noordrand van de stad liggen. Deze salina van Turda is een van de meest bijzondere pretparken ter wereld.

Trek je warmste trui aan en zet je claustrofobie aan de kant voor een bezoekje aan het ondergrondse speelterrein waar de temperatuur altijd rond de 11 graden schommelt. Deze mijn is door Business Insider uitgeroepen tot de leukste ondergrondse plek ter wereld en een ongelofelijke reisbestemming. Wel een terechte titel, niet iedere ondergrondse zoutmijn wordt tenslotte omgetoverd tot ondergronds pretpark.

 

Reeds de Romeinen hielden zich al bezig met de zoutwinning en in de loop der tijden werden de mijnen steeds belangrijker en verder uitgegraven, met de hand. Hierdoor werd Turda een welvarende stad tot er in de jaren '1932 een eind kwam aan de commerciële zoutwinning. De zoutmijn werd in de oorlog nog gebruikt als schuilkelder voor de bevolking en vliegtuigen. Ook deed het onder andere dienst als kaasmagazijn, totdat  in 1992 het plan ten uitvoer werd gebracht om de salina te gaan gebruiken voor recreatieve doeleinden.

Van 2005 tot 2010 vond nog een renovatie plaats en nu zou je de 13 verdiepingen veilig kunnen afdalen in de panoramische lift met uitzicht over de gigantische mijn van 100m lengte en 320m diepte.

Vanwege de schone lucht is het nu deels een kuuroord voor patiënten met longproblemen, een spa resort en museum met een themapark onder de grond. De toeristische activiteiten worden steeds verder ontwikkeld, tegenwoordig kun je er naast de welness activiteiten en het museum ook onder de grond gaan bowlen, minigolfen, poolen of tafeltennissen. Er zijn sportvelden in de gigantische mijn, een speelplek voor kinderen en zelfs een theater en een kapel. Verder staat er een reuzenrad en kun je er met bootjes de ondergrondse lagune varen die tot 8m diep is. Hoewel de mijn uiteraard overdekt is, kun je op het meer het daglicht boven je zien, een bijzondere ervaring.

Dit pretpark is op de eerste verdieping en deze diepte van 120m. is voor mij ver genoeg.

 

Wat we natuurlijk niet mogen vergeten in deze wereld van zout, is het zout zelf.

Een wereld die centimeter voor centimeter met de hand werd gegraven door duizenden werkers over honderden jaren. Een wereld die elke dag verandert, waar de natuur ook zijn gang gaat. De golvende muren van de Frans Josef galerij zijn het resultaat van luchtstroming, terwijl de stalactieten in de Rudolph mijn zijn ontstaan door water infiltraties, net zoals het meer in de Terezia mijn. En zout verandert ook vrij snel. De stalactieten groeien hier met ongeveer twee centimeter per jaar en breken af zodra ze drie meter lang zijn.

Elk bezoek aan de zoutmijn begint in de Frans Josef galerij, de gang die naar de echte mijnen leidt. Vervolgens kom je langs de Rudolf en Terezia mijnen. Dit zijn de grootste en spectaculairste stukken van de mijn. Hier zijn ook alle nieuwe attracties te zien. Loop verder de galerij in en je komt de windas kamer tegen. Het houten windas mechanisme wat je hier kan zien, is het enige in Europa dat nog op zijn originele plek staat. Het grote wiel werd door paarden in beweging gebracht en blokken tot 500 kg zout werden naar boven vervoerd. Aan het eind van de bezoek is de Josef mijn te vinden, bekend als de “echo zaal”, want hier kun je je stem tot 20 keer terug horen. Dat komt door de klokkenvorm van deze ruimte die is afgesloten van de andere ruimtes in de mijn. 

 

Helaas is het er deze keer niet van gekomen, de zoutmijn staat op het programma voor een volgende bezoek. Samen met de Turda-kloof, Cheile Turzii, een natuurreservaat dat op een afstand van slechts 30 km van de stad ligt, redenen om hier nog eens terug te komen.

 

 

CLUJ NAPOCA

En dan wordt het weer tijd om ons richting de luchthaven van Cluj te begeven voor de vlucht terug naar Eindhoven. Vanuit Turda rijden heel regelmatig minibusjes naar het centrum van Cluj, waar ik arriveer in een goed half uur. Na een uitgebreide brunch neem ik hier de trolleybus die ieder kwartier de verbinding verzorgt met het vliegveld. Het is even zoeken naar een halte met kaartjesverkoop, de enige manier hier om een buskaartje te bemachtigen. 

Meer zien van Cluj?   In 2014 was ik hier ook.

 

Lijmsnuivende kinderen in het riool en roedels straathonden zijn we niet meer tegengekomen, maar de grote nationale problemen zijn voorlopig nog niet opgelost. Dat belette ons niet om het lokale, authentieke volop te beleven, en inspirerende en behulpzame mensen te ontmoeten die de schoonheid van het land inzien en daar bewust mee aan de slag gaan. Traditie is vaak een noodzaak uit armoede, mensen zijn ook zichtbaar trots. Maar de meer dan 21 miljoen inwoners Roemenië zijn lang niet allemaal wandelende clichés. De ontwikkelingen gaan hard in dit land en niet iedereen is daar even blij mee.

Rondtrekken in Roemenië is niet voor wie belevenissen graag kant-en-klaar geserveerd krijgt, maar wel voor wie zijn avonturen graag zelf uitzoekt. Het maakt het plezier van het ontdekken des te groter. Meermaals viel onze kin tot op onze schoenzolen van verwondering.

Qua ongerepte gebieden wordt het in Europa niet veel beter. En last but not least; goed uit eten gaan is er goedkoop. Voor mij begint Roemenië langzamerhand een van mijn favorieten te worden en zal zeker een vervolg krijgen. Er is nog zo veel te zien in dit interessante land. 

 

LLi