καλωσόρισμα kalosórisma

in
GRIEKENLAND
 

Ελλάς

Hellas

 

Ελλάδα = Elláda of Ελλάς = Hellas) is een land in Zuid-Europa, bestaande uit het zuidelijkste deel van het Balkanschiereiland en een groot aantal eilanden. Deze eilanden vormen samen ongeveer 20% van het landoppervlak. Griekenland grenst in het noorden (van west naar oost) aan Albanië, de Voormalig Joegoslavische Republiek Macedonië, Bulgarije en Turkije. Voor het overige is het vasteland van Griekenland omgeven door de Middellandse Zee (in het zuiden), de Ionische Zee (in het westen) en de Egeïsche Zee (in het oosten). De grootste eilanden zijn Kreta, Evia, Lesbos en Rodos.

 

Lang geleden, toen foto's nog op een rolletje stonden en het woord reisblog nog niet uitgevonden was, ging onze eerste vliegreis naar Griekenland.
In 1991 zijn we op de eilanden Kreta en Santorini geweest, verder ook in de Peleponessos, in de provincie Epiros aan de westkust, op Lefkas en Kos. 
Dit was vóór het digitale tijdperk en helaas hebben we dan ook weinig beeldmateriaal van deze vakanties.

Daarna zijn we in de loop der jaren regelmatig teruggekomen en zijn tot op heden nog lang niet uitgekeken in Griekenland, dat één van mijn favorieten in Europa blijft. 

 

In Genesis staat beschreven hoe God in zes dagen de schepping volbracht. Na die zes dagen hield hij een rustdag, genietend van zijn creaties. Na een poosje keek hij naast zich en zag daar nog een stapel stenen liggen, die nog verwerkt moesten worden. God liet de aardbol aan zich voorbij draaien en kreeg een idee. In het oosten van de Middellandse zee was niet zo heel veel plaats meer, hij wilde zich inspannen om alle stenen in dit gebied te gooien, zonder de landen in de buurt te raken. Alle stenen kwamen goed terecht en zij vormen nu de Griekse eilanden.

 

 

Begin oktober 2011 valt mede door een leuke aanbieding van vriend Ryanair opnieuw het besluit om weer eens de sfeer te gaan proeven van het Griekse leven en genieten van zon, zee en schitterde uitzichten. Vanuit Charleroi vliegen we naar Volos en brengen een paar dagen door in Centraal Griekenland. Al heel lang wou ik de Meteora kloosters met eigen ogen aanschouwen en bezoeken.
Deze wens is hiermee in vervulling gegaan.
Daarna hebben we met de huurauto en te voet Pilion verkend en als afsluiter van de nazomer aan het strand van Kala Nera heerlijk genoten van de laatste zonnestralen van dit jaar.

 

Na de vroege ochtendvlucht vanuit Charleroi nemen we op de luchthaven van Volos onze Fiat Panda in ontvangst waarmee we de komende dagen de Griekse wegen onveilig gaan maken.
Het plan is om meteen door te rijden richting Kalambaka om de Meteorakloosters te bezoeken.
De kleine luchthaven van Volos ligt direkt aan de snelweg van Athene naar Thessaloniki, dus we zitten meteen een stuk in de goede richting. Deze kaarsrechte Griekse snelweg schiet lekker op, er is weinig verkeer en de enkele medeweggebruikers trekken zich totaal niks aan van de snelheidsbeperkingen die hier ondanks de goede en ruime 6- baans weg gelden. De rustige en relaxte sfeer van het Griekse leven is hier op de snelweg ver te zoeken.
Wij doen het rustig aan met onze Panda op de eentonige route door de kale Thessalische vlakte. Langs de weg wisselen industriegebieden, wat onaantrekkelijke woonkernen en uitgestrekte katoenvelden elkaar af. Het is oogsttijd, grote wagens volgeladen met bergen katoen rijden af en aan. De weggewaaide katoenbollen uit de open wagens liggen overal op de route bezaaid langs de weg.
Na een paar uurtjes rijden, rijzen grijszwarte zandsteenrotsen rotsen op die met hun grillige of rechte zijkanten de saaie vlakte doen overgaan in bizarre contouren.
Dat geldt nog niet voor de kloosters, die zich met uitzondering van het vanuit Kalambaka zichtbare nonnenklooster Ayou Stefanou tot op het laatste moment in het woud van grillige pieken schuilhouden.

 

 


Als een van de meest opvallende monumenten van de wereld is het dan ook niet zo gek dat de Meteorakloosters de UNESCO status hebben gekregen. Ze zweven op eenzame hoogte in de ijle Thessalische lucht en danken hun naam aan het Griekse woord meteoros, dat 'omhooggetild' of 'hoog in de lucht betekend' . Vandaar ook ons woord voor meteoor.
Samen met de heilige berg Athos is dit het kloostercentrum van Griekenland.
In de 11e eeuw kwamen de eerste kluizenaars op de onbetreden pieken van de imposante rotsen en bouwden de "Skiti" van Doupiani.
In de 14e eeuw vormde de heilige Athanasios Meteoritis de eerste georganiseerde kloostergemeenschap op de rots van Megalo (grote) Meteoro. Vierentwintig kloosters hebben zich vanaf toen in meer dan 600 jaar verspreid over de rotsen. Tegenwoordig bestaan alleen de kloosters Megalo Meteoro, Varlaam, Agia Triada, Agios Stefanos, Rousanou en Agios Nikolaos Anapafsas nog en ze zijn nog steeds in gebruik. Iedere dag komen bezoekers vanuit de hele wereld hier samen om te mediteren en bidden. Ze leren het leven van de monniken kennen, bewonderen de onbeschrijflijke natuur, de artistieke architectuur en bestuderen de historische overblijfselen.
Het gebied kenmerkt zich door de op hoge rotsige pilaren gebouwde kloosters. Door eeuwenlange wind - en watererosie (ooit was de Thessalische vlakte een binnenzee) hebben de rotsformaties hun specifieke en moeilijk bedwingbare uiterlijk gekregen. Vanaf de 9e eeuw werden de natuurlijke zandstenen torens beklommen door kluizenaars die daar hun eigen leefomgeving creëerden en slechts af en toe naar beneden kwamen. Vanaf de 11e eeuw trokken elders verdreven monniken naar het gebied. Halverwege de 14e eeuw verrezen de eerste kloosters op de toppen. In 1336 stichtte de monnik Athanasios, afkomstig van de berg Athos zijn Groot Metéoron, het hoogst gelegen (623 m) en belangrijkste klooster dat hier zou gesticht worden. Nog 23 andere kloosters zouden volgen. Met netten aan touwen en houten ladders van soms wel 40 meter lang transporteerden de monniken de benodigde goederen én personen naar boven. In de hoogtijdagen bestond er een autonome gemeenschap van monniken en 24 kloosters in vrijwel volledige afzondering van de rest van de wereld. Sinds 1490 werd de abt van het Groot Metéoron ook het hoofd van de gehele monnikengemeenschap van Meteora . In de 17e eeuw begon echter het verval van het kloosterleven in Meteora. In de 18e eeuw werden de kloosters gebruikt als toevluchtsoord voor Grieken die door de Turkse overheersers opgelegde belastingen wilden ontduiken. Tijdens de 19e eeuw werden de Meteora- kloosters gebruikt om te ontkomen aan oprukkende rebellen en tijdens de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende Burgeroorlog (1945-1949) hebben de toen nog overgebleven kloosters veel schade opgelopen.
(Bron: GNTO)

Na al die gewelddadige eeuwen zijn er slechts 6 kloosters in redelijke staat overgebleven, waarvan sommige nog steeds bewoond worden door monniken en nonnen. Sinds 1988 staat Meteora op de Werelderfgoedlijst. Men deed de laatste tijd véél moeite om de kloosters in hun oorspronkelijke glorie te herstellen. Het zijn de volgende:
1. Agios Nikólaos Anapafsás (H. Nikolaas)
Vanaf het centrum van Kastraki kost het een wandeling van een half uur om via een veldweg en voetpad tot onder aan het trappenstelsel te komen dat naar het gerestaureerde klooster van de eeuwige rust omhoog voert.
2. Mega Metéoron (Groot Metéoron)
Op een 550m hoge en breedgeschouderde rots heeft het eerste en hoogste klooster positie gekozen. Eerst voeren 82 treden omlaag naar de voet van de hijstoren, dan volgt de klim naar boven. Trappen, tunnels, open galerijen met prachtig uitzicht op Varlaäm en de ronde, kale bergruggen en dan komen we uit in de hijstoren.

3. Varlaäm
Dit klooster uit 1518 is vernoemd naar de eerste heremiet die zich in 1350 terugtrok op deze rots.
4. Rousánou
Moni Rousánou is op een smalle rotspunt het spectaculairst gelegen klooster van allemaal. Vanaf de weg zichtbaar lijkt het met de rots vergroeid. De kloosterkerk is beroemd om zijn fresco's.

5. Agia Triáda (H. Drievuldigheid)
Alleen bereikbaar via een gedeeltelijk in de rots uitgehakte tunnel is dit nog steeds de moeilijkst bereikbare meteoriet. Het bakstenen kerkje dat gewijd is aan de Heilige Drie-eenheid, werd in 1476 gesticht. Later werd nog een ronde kapel van Johannes de Doper in de rotsen uitgehouwen.
6. Agios Stéfanos (H. Stefaan)
Pal boven Kalambaka aan de rotsen bengelend is dit klooster het enige dat zichbaar is vanaf de terrassen in de deze toeristenplaats. Het is zonder ingewikkelde klimpartijen te betreden omdat het via een brug in verbinding staat met de Koukoulaberg. Het uitzicht vanaf deze rots op het weidse dal van de Pinios en de kammen van de Pindhos is de moeite waard.

Na de indrukwekkende eerste kennismaking met het meteora gebied en de kloosters gaan we tegen de avond op zoek naar een slaapplaats voor de nacht. De keuze is groot en we besluiten al gauw te blijven slapen in een typisch Grieks gastenverblijf in Kastraki, het dorpje tussen de rotsen onder de kloosters. Ook hier is het erg toeristisch met vele restaurantjes en logies in alle soorten en maten. Maar schilderachtig gelegen in de schaduw van de zandsteenpuisten en minder massaal dan Kalambaka prefereren wij Kastraki boven de grotere buur. Ook schijnen de tavernes hier beter aangeschreven te staan en met onze liefde voor de Griekse keuken en lokale wijnen laten we dat ons geen twee keer zeggen. We strijken neer op een van de terrasjes, genietend van respectievelijk het decor van het dorpskerkje in het avondlicht tegen een achtergrond van de grijze zandsteenkolossen, een flesje retsina, Griekse salade, de ondergaande oktoberzon achter de rotsen, een overheerlijke moussaka, de prachtige herfstavond en glaasje tsipouro met een stukje halva als dessert.
Een hoogtepunt. Of zes.

Heel lang gold hier voor vrouwen een streng toegangsverbod. Mannelijke bezoekers konden vroeger net als de monniken een klooster bereiken via een touwladder of zittende in een groot net, dat door middel van een windas omhooggetakeld werd, onderweg vaak botsend tegen de rotswanden. Vandaag de dag zijn er voor bezoekers trappen, tunnels en galerijen uitgehouwen en wordt de hijsinstallatie alleen nog voor goederen en bagage gebruikt.
Gelukkig worden nu ook vrouwen toegelaten, maar alleen decent gekleed, dat wil zeggen als er geen blote schouders of knieen te zien zijn (dat geldt trouwens ook voor mannen). Ook vrouwen in een broek worden niet getolereerd en fotograferende bezoekers worden hier en daar eveneens zonder waarschuwing en zonder pardon naar buiten gestuurd door sommige nonnen.
Voor vrouwen en meisjes zijn er eventueel omslagdoeken beschikbaar om het teveel aan bloot of lichaamscontouren te bedekken.

Van de 24 kloosters zijn er momenteel nog 4 bewoond en zijn er 6 te bezoeken. Ze worden dan ook druk bezocht, toeristenbussen rijden af en aan. Het is een commerciele busines geworden, er is zelfs een overnachtingsverblijf voor toeristen. Jammer, maar het wordt pijnlijk duidelijk dat heel veel anderen van over de hele wereld met mij deze wereldwonderen op hun verlanglijstje hebben gezet. Grote groepen stil knikkende Jappaners met grote fotocamera's volgen hun gids, bussen vol Amerikanen die in een paar weken heel zuid-oost Europa bezoeken en natuurlijk de alom vertegenwoordigde Nederlanders bij de souvenierkraampjes met een overheersend 'goh wat is het hier goedkoop'.

Kalambaka


 
Kalambaka is een groot dorp van witte vierkante huizen met rode daken, tussen groene bomen en tegen een achtergrond van de grillige rotsen. Het is net als voor velen, ook voor ons het uitgangspunt voor een bezoek aan de rotskloosters van Meteora.

Het dorp zelf is niet bijster interessant, het bestaat vooral uit gastenverblijven, hotels, restaurants, terrassen en toeristenbussen alom, voor ons wat al té veel van het goede.
De zon staat nog hoog aan de hemel als we hier aankomen en we besluiten om meteen door te rijden. We hebben nog de tijd en alvorens een slaapplaats te zoeken volgen we de borden naar de kloosters om een eerste glimp op te vangen van deze bijzondere bouwwerken in het imposante rotslandschap.

VOLOS

Volos, grofweg halverwege Athene en Thessaloníki, is de hoofdstad van de streek en ligt aan de enige route naar het schiereiland Pilion. De stad had geen betere ligging kunnen treffen, een haven aan de gladde van de Pagastische Golf en aan de voet van het Piliogebergte, maar ziet er zelf weinig aantrekkelijk uit. Enkele vernietigende aardbevingen halverwege de vorige eeuw hebben de stad namelijk in het keurslijf gedwongen van een alsmaar uitdijend betoncarre dat nu zijn natuurlijke grenzen heeft bereikt. Deze industrie-, haven- en universiteitsstad bruist echter van het leven en op de boulevard met vele terrassen, tsipouradika en tavernes wordt druk geslenterd. Bij de haven is het goed uit te houden in een heerlijk zonnetje met een glaasje tsipouro, de de lokale drank van deze streek, te vergelijken met ouzo.

Op Pilion vierde oppergod Zeus zelf vakantie en ook mindere goden, politici en vele kunstenaars vertoefden hier graag. Waarom? Dat willen we zelf ook wel eens zien.

Het schiereiland heeft dorpen in een eigen stijl, met huizen als forten. Een pluspunt: Pilion is door het massatoerisme nog niet ontdekt.

Zodra we de stad achter ons laten veranderd het stadsgewoel snel in een panoramische klim en de rust en natuur van het schiereiland. Vanuit Volos voert de weg in zuidoostelijke richting door de Volos Riviera, van Agria en Ano Lechonia naar Kala Nera en Afissos.

Onderweg spotten we weer regelmatig de Griekse Big 5: haventje, kerk, dorpsplein, taverne en plataan.

Aan de riviera is het nu, zo na het seizoen, heerlijk rustig en hier huren we van een gastvrij Grieks echtpaar in een van de populaire vakantieplaatsjes voor weinig geld een aardig gastenverblijf pal aan zee en de boulevard voor de komende paar nachten.
Een mooi uitgangspunt voor onze verkenning door de Pilion en een paar luie strandmiddagen om heerlijk van de laatste Griekse najaarszon te genieten.
In deze tijd van het jaar horen we hier bij de laatste bezoekers, veel gastenverblijven zijn al gesloten en de terrasjes zijn nog net niet uitgestorven. Deze rust kunnen wij echter wel waarderen.
Op ons balkon met uitzicht op de zee en het geluid van de krekels op de achtergrond, komen we onder het genot van een flesje retsina de Griekse avonden wel door.

Na een avond en nacht genoten te hebben van het uitbundige orkest van de krekels stappen we weer in de Panda om de Pilionberg te bedwingen.

De weg naar het oosten van Pilion voert over het Pilion-gebergte, dat bedekt is met vele beuken en kastanjebomen. Overal langs de weg worden in deze tijd van het jaar gepofte kastanjes aangeboden. Op een hoogte van 1530m ligt het skicentrum Agriolefkes. In de winter kan hier een dik pak sneeuw liggen. Bij helder weer en zonder de bomen die overal het zicht belemmeren, zou hier aan de ene kant de pagastische Golf en aan de andere kant de Egeïsche zee te zien moeten zijn en met een beetje geluk zou je zelfs de heilige berg Atos in Chalkidiki kunnen zien liggen.
Het vooral in het noorden weelderig begroeide Piliongebergte lijkt op de landkaart op de Italiaanse laars in het klein, gedrapeerd om de Pagastische golf.. Het is niet alleen de mix van klaterende beken te midden van vele eiken-, kastanje- en pijnbomen die Pilion zo fascinerend maakt, maar ook de mooie dorpen waar hier en daar de oude grandeur van vervlogen tijden nog te vinden is. Ondanks het feit dat de oorspronkelijke bewoners weggetrokken zijn naar de stad en er vandaag de dag weinig meer te vinden is van het dorpsleven van weleer, heeft ieder dorp een karakteristiek plein vol platanenschaduw. Zoals te zien aan de prachtige herenhuizen in de dorpen hebben in vroeger jaren de oorspronkelijke bewoners een zekere rijdom gekend door het vruchtbare land. Toen de opstand tegen de Turkse bezetting uiteindelijk meer en meer op gang kwam, had dat rampzalige gevolgen voor de katoen- en zijdeproductie in dit gebied en verarmden de dorpen. Weliswaar kregen de Grieken hun vrijheid, maar nadat die bevochten was brachten de Eerste en Tweede Wereldoorlog nieuwe ellende. Tal van bergdorpbewoners zagen het niet meer zitten en wilden hun geluk elders gaan beproeven. Sommigen bleven dicht bij huis en vestigden zich in de stad Volos, in de hoop werk te vinden in de opkomende industrie. Anderen trokken naar West- Europa om daar mee te helpen aan de wederopbouw na de oorlog. Het toerisme heeft de leegloop van de dorpen tot staan gebracht en de dorpshuizen zijn nu veelal omgedoopt tot zomerverblijf en tweede woning van welvarende Grieken of buitenlanders. De typische huizen van deze streek, archontika genoemd, worden met behulp van de Griekse organisatie voor toerisme en momumentenzorg gerestaureerd en beschermd. Hierdoor krijgen ze een tweede leven als museum of hotel en worden de dorpen van weleer omgetoverd in vakantiedorpen.
In deze tijd van het jaar doet het hele gebied wat uitgestorven aan en mist het de sfeer en bedrijvigheid van de berg- en vissersdorpjes van weleer.

In het binnenland ligt tegen groen beboste berghellingen Milies, rond het gezellige dorpsplein bij de kerk serveren tavernes hun traditionele maaltijden. Zomers in de weekenden is dit het eindstation van het traditionele stoomtreintje tussen kato Lechonia en Milies. De spoorweg in Pilion is sinds 1894 een belangrijk element geweest voor de ontwikkeling van het gebied. Het vele fruit moest naar de haven van voolos om na inscheping naar alle delen van het land te worden vervoerd en geexporteerd te naar het buitenland. De aanleg was een moeilijke onderneming in die tijd, gezien de noodzakelijke bouw van vele bruggen over de valleien. Jarenlang reed de trein via alle dorpen dagelijks op en neer en leverde een belangrijke bijdrage aan de economische bloei van het schiereiland. Helaas was de lijn rond 1970 niet meer nodig en na de opheffing dreigde er een stukje cultuur verloren te gaan. Dankzij de inzet van enkele liefhebbers is het treintje enkele jaren geleden weer in gebruik genomen voor toeristische doeleinden.

Vanaf de populaire vakantieplaatsen Milies en Vyzisa (door de regering als een 'traditionele nederzetting' beschermd) leidt de weg noordwaarts voorbij Tsagkarada naar Agios Ioannis. Dit is de grootste vakantieplaats aan de oostkust. Het strand is mooi en de zon heerlijk, maar het vakantiedorp is verlaten en de meeste winkeltjes en restaurantjes zijn al gesloten. Aardig plekje, maar weinig te beleven op dit moment.
Tijdens de route wordt duidelijk hoe bosrijk en groen Pilion is. Aan water is duidelijk geen gebrek. Nu aan het einde van de zomerperiode zijn er nog steeds watervallen en uit de vele bronnen komt kraakhelder en fris drinkwater.
De markeringspalen langs de weg duiden er op dat bij strenge winters de sneeuw meters dik kan zijn. Kleine zijwegen leiden naar prachtige baaien omringd door rotsen en aan de verschillende kiezelstranden is het water kristalhelder.

Waar aan de oostkust de baaien en stranden slechts bereikbaar zijn door kronkelige smalle weggetjes vanuit de hoger gelegen dorpjes, liggen aan westkust de plaatsjes vlak aan zee. De gezellige kleine kades en haventjes met traditionele tavernes en terrasjes ontbreken niet en dragen bij aan het echte Griekenland gevoel. De stranden van Kala Nera, Koropi en Afissos zijn geliefde plekken in de zomer bij vakantievierende Grieken. Maar aan de gehele kust zijn nog tal van verscholen, kleine stranden waar ook in de zomertijd nog wel een rustig plekje te vinden zal zijn.
Verder naar het zuiden zijn nog meer kustplaatsen. De weg die hierheen voert, gaat bij Afissos eerst landinwaarts en daarna komt de kust weer in zicht. De vaak kale, glooiende hellingen staan in contrast met de ruig beboste Pilionberg.

De route gaat langs verscholen baaien met witte huisjes. De vroegere bewoners waren sponzenduikers, vissers en zeelui. De invloed is nog merkbaar in de sfeer en de huizenbouw in de dorpjes, die nu vooral bewoond en bezocht worden door vakantiegangers als wij.

Het was heerlijk om in het najaar, terwijl thuis de herfst al begonnen was met wolken en regen, nog even te genieten van het heerlijke weer hier. In de Pilion kan het verschil in klimaat tussen oost en west groot zijn, al is de afstand hemelsbreed niet meer dan 40 kilometer. Als het in het westen zonnig is, kan het in het oosten bewolkt zijn en regenen. Gelukkig hebben wij overal waar we waren stralend weer gehad.
Zowel de Meteorakloosters als het hele Piliongebied waren toeristischer dan ik had verwacht, maar in deze tijd van het jaar was het voor een korte break zeker de moeite waard.
Als ik na thuiskomst weer aan het werk moet is de batterij helemaal opgeladen en heb ik het gevoel veel langer weg te zijn geweest door de mooie afwisseling van cultuur, natuur, zon, zee en strand.

 

EPIRUS

 

 In 2003 zijn we een weekje in Sivota, een van oorsprong klein vissersdorpje dat nu vooral geliefd is bij zeilers die het haventje gebruiken als tussenstop bij een zeiltocht van Corfu naar Lefkas.

Het haventje ligt dan ook vol met zeilboten en ook verderop in de baai liggen ze voor anker.

Ook op de onbewoonde eilandjes die hier voor de kust liggen en de mooie zandstranden trekken veel toeristen. Langs de boulevard bij de haven zijn dan ook vele tavernes, cafe's, terrassen en souvenirwinkeltjes.  

 

 

Het toeristenplaatsje Parga ligt ongeveer 25km van Sivota.

 
 
 Peloponnesos

Het schiereiland in het zuiden van Griekenland wordt gescheiden van het vasteland door het kanaal van Korinthe. De Grieken zelf spreken de naam uit als Pelo-pónnuh-sos, ΠελοπÏ�ννησος.
Wij hebben een huisje gehuurd in Kardamili vanwaar we met de huurauto de omgeving verkennen. Kardamili is een nog redelijk authentiek dorpje waar de echte drukte van het toerisme ontbreekt, met name de Grieken zelf komen hier genieten van de prachtige baaien en in de restaurantjes aan het dorpsplein of bij het haventje, waar inmiddels naast de gyros ook de pizza op het menu staat. Met dank aan de Italianen die deze regio ook ontdekt hebben om vakantie te vieren. Maar gelukkig zijn er nog voldoende rustige, schijnbaar onontdekte plekjes te vinden hier.
 
 
 
 
 

Kreta Samariakloof 1991