PYRENEEËN

Het is inmiddels al weer 16 jaar geleden dat we een heerlijke vakantie hebben doorgebracht in de mooie Spaanse en Franse Pyreneeën. In september 2016 wordt het tijd om hier nog eens terug te komen, ditmaal brengen de katholieke roots ons voor een bedevaart in Lourdes. Daarnaast hopen we ook een bezoekje te brengen aan het nabij gelegen Pau en gaan we een dagje wandelen in de bergen nabij Gavarnie en Cauterets.

 

LOURDES

Aan het einde van de middag arriveren we op Tarbes Lourdes Pyrenees Aeroport waar we ons naar de bushalte begeven voor de bus die ieder uur vertrekt naar het station in Lourdes. Na een half uurtje komt de bus inderdaad aanrijden en met ons staat er nog een groepje mensen klaar om in te stappen. Maar eerst moet er iemand in een rolstoel met de lift in de bus geholpen worden. Dit gaat echter nogal moeizaam omdat de techniek van de elektrische lift hapert. Als met veel moeite de rolstoel uiteindelijk in de bus staat, weigert de lift om weer in te klappen. Het duurt uiteindelijk meer dan een uur voordat alles weer op z'n plaats zit en we kunnen vertrekken naar het centrum.

Op korte loopafstand van het station hebben we een pensionnetje gereserveerd voor de komende nachten. Het is inmiddels twee uur na de landing als we hier aankomen, normaal gesproken rijdt de bus deze afstand in een kwartiertje.

Het aanbod van accommodatie is hier zo groot dat je in dit pelgrimsoord voor weinig geld kunt slapen. De stad kent een enorme toeristische infrastructuur en heeft na Parijs de meeste hotels van heel Frankrijk. De kwaliteit van de hotels is goed en de prijzen zijn door de enorme concurrentie laag. Cafe's, restaurants en souvenirwinkels zijn er ook volop.

Jaarlijks mag de stad die zelf zo'n 17.000 inwoners telt, een goede 6 miljoen mensen uit alle uithoeken van de wereld ontvangen.

Hier vertrekken ook bussen naar diverse interessante plekken in de omgeving en daarmee is Lourdes tevens een van de weinige plekken in de omgeving waar de mogelijkheid is om de streek te verkennen zonder eigen vervoer. Van dit openbaar vervoer zullen we de komende dagen dan ook graag gebruik maken om deze toeristische kermis af en toe even te ontvluchten.

Maar eerst naar de heiligdommen om vertroosting te zoeken en een of meerdere kaarsjes te branden.

'De katholieke versie van Disneyland' schampert de Lonely Planet France. Hiermee gaat de reisbijbel voorbij aan de talloze pelgrims.

Natuurlijk, er zijn honderden hotels, ontelbare souvenirshops en in het hoogseizoen is het onuitstaanbaar druk. En toch is er iets. Het hangt in de lucht en je ziet het op de gezichten van de pelgrims.

Hoe zat het ook alweer?

In februari 1858 ging de 14- jarige Bernadette Soubirous brandhout sprokkelen langs de Gave. Toen ze even ging zitten, gebeurde het: er verscheen een dame in het wit met een rozenkrans op het hoofd. En het bleef niet bij die ene verschijning, 18 keer zag Bernadette 'aquero' (die daar) zoals ze in het lokale dialect de mysterieze witte dame noemde. 'Aquero liet het meisje een heilige bron blootleggen en maakte zich pas bij een van hun laatste ontmoetingen bekend als de 'onbevlekte ontvangenis'. Bernadette wist niet wat dat betekende en de lokale geestelijken wisten genoeg; dit meisje had Maria gezien.

Daarna ging het snel.

Een paar jaar na de verschijningen werd een basiliek gebouwd. Al in 1866 kwam er een treinverbinding om pelgrims naar Lourdes te kunnen vervoeren.

Inmiddels zijn er drie basilieken, kolossale pleinen en staat er elke dag een lange rij voor de grot. De pelgrims willen natuurlijk dé plek zien. Ze komen uit Italië, Spanje en Ierland, traditionele katholieke landen, maar ook steeds vaker van ver. Groepen uit Brazilië, India en Senegal zien we rondlopen.

 

Lourdes ligt aan de voet van een uitloper van de Pyreneeën en wordt gedomineerd door een heuveltop met een kasteel. Het stadje bestaat eigenlijk uit drie gedeeltes en wordt doorsneden door de Gave de Pau. Aan deze rivier ligt de zogenaamde Cité Religieuse met de heiligdommen, basilieken, ziekenhuizen en opvangcentra voor pelgrims. Tussen de religieuze stad en het oude centrum ligt een wijk vol hotels, restaurants en toeristenwinkels, waaronder de winkels met de bekende Mariabeeldjes die als waterflesje kunnen dienen en andere naar kitsch neigende voorwerpen.

Het gewone Lourdes is eigenlijk een doorsnee Franse provinciestad.

De bezienswaardigheden zijn duidelijk aangegeven en voorzien van veeltalig commentaar. Op het Musee Pyreneen na zijn de musea niet echt de moeite van het bezoeken waard.

Wij komen voor de heiligdommen waarvan de hoofdas wordt gevormd door de Esplanade du Rosaire, die naar de Rozenkranskerk loopt. Als we binnenkomen in de Cité zien we het grote grasveld liggen waaronder zich de ondergrondse Basilique Saint Pie X bevindt. Met een capaciteit van 20.000 man heeft het de omvang van een klein voetbalstadion en in bouwstijl lijkt de kerk daar ook wel enigszins op..

De weg vanaf de ingang voert recht naar de Esplanade du Rosaire, een plein dat omvat wordt door twee lange trappen die naar de Basilique Superieure voeren. Direct achter het plein ligt de Basilique du Rosaire met rijke mozaïeken en een grote koepel.

De crypte ligt tussen de Basilique du Rosaire en de Basilique Superieure in. Deze is alleen toegankelijk voor degenen die er komen om te komen bidden.

Langs de basilieken komen we bij de grot waar de verschijningen plaatsvonden. Het is overigens meer een holte dan een echte grot. Uit de grot loopt een lange waterleiding met vele kranen, waaruit de bezoeker onbeperkt water mag tappen. Voor dat doel zijn er in het commerciële centrum jerrycans in alle soorten en maten te koop. Overal lopen mensen te slepen met waterkannen.

Even verderop zijn de baden voor de zieken. Dag in dag uit flakkeren er in de heiligdommen reusachtige kaarsen, die door een speciaal aangestelde beambte dagelijks worden onderhouden.

 

 

's Avonds keren we terug naar het centrale plein van het sanctuaire voor de lichtprocessie. We zien duizenden pelgrims met brandende fakkels. In stilte krult de stoet langzaam richting de oudste basiliek. Nee, dit is geen speciale avond. Elke avond in het pelgrimseizoen is er deze massale Maria-processie, al sinds 1872. 

Er lopen jonge vrijwilligers rond die de ouderen en zieken begeleiden. Dat maakt Lourdes ook bijzonder; ze staan 18 uur per dag klaar om ze te verzorgen en rolstoelen te duwen, zonder dat ze de mensen die ze helpen kennen of iets terug verwachten.

 

Voor gelovige katholieken is Lourdes het pelgrimsoord bij uitstek. Hier realiseer je je echt dat het katholicisme een wereldgodsdienst is. Maar ook voor niet-gelovigen kan een bezoek aan de Cité Religieuse wonderbaarlijk zijn.

Behalve een strakke kerkelijke organisatie regeert hier ook de macht van het getal. Op het station van Lourdes arriveren dagelijks -ook buiten de hoogtijdagen- de pelgrims met hele treinen tegelijk. Er is een speciaal perron voor het uitladen van zieken die alleen per brancard vervoerd kunnen worden.

Daarnaast komt er iedere dag een stroom gelovigen per touringcar uit alle delen van Europa en ver daar buiten.

Voor dit alles is een enorm apparaat opgezet, zodat de hulpbehoevende patiënten en hun begeleiders in alle talen worden bijgestaan. Er is zelfs gedacht aan een speciale instantie voor het verifiëren van eventuele wonderen.

Het stadje heeft een permanente bevolking van 17.000 bewoners en er zijn meer dan 18.000 hotelkamers, wat alleen overtroffen wordt door Parijs. Lourdes wordt jaarlijks bezocht door meer dan 6 miljoen mensen uit alle uithoeken van de wereld en al die mensen hebben dezelfde rituelen en kennen dezelfde symboliek.

 

De aanleiding voor het ontstaan van Lourdes als bedevaartsoord waren de visioenen van Bernadette Soubirous.

Op 11 februari 1858 verscheen Maria voor de eerste keer aan Bernadette, er zouden nog zeventien verschijningen volgen. Het meisje is dan 14 jaar oud. Ze komt uit een arm gezin van 4 kinderen waarvan de vader een geruïneerde molenaar is.

Als de vader werkeloos wordt, gaat het met de familie steeds slechter. Ze moeten de molen verlaten en komen met de hele familie terecht in een tochtig kamertje in de afgekeurde gevangenis van Lourdes, het cachot.

Bernadette moet hard mee werken om de kost te verdienen door schapen te hoeden en hout te sprokkelen. Als ze met haar zusje en een vriendinnetje hout aan het sprokkelen is aan de oever van de rivier, ziet ze boven een open grote een mooie dame met een rozenkrans. Deze verschijnt tussen februari en  juli 1858 achtien keer aan haar. Bij de negende verschijning ondekt Bernadette op aanwijzing van de belle dame een verborgen bron. Pas tijdens de 16e verschijning zegt de dame dat ze de onbevlekte ontvangenis is.

De 14-jarige Bernadette had een vasthoudend karakter. Je zou haar gerust koppig kunnen noemen. Ze hield consequent vast aan haar versie van de verschijning, wat de dorpspastoor, de politiecommissaris die haar streng ondervroeg of de opgewonden dames uit Lourdes er ook maar van zeiden. 

In 1862 erkende de bisschop van Tarbes de verschijningen en in 1866 trad Bernadette in in het klooster van Nevers, waar ze in 1879 stierf.

Het onderzoek betreffende de zaligverklaring van Bernadette vereist de opgraving van haar lichaam. Dat gebeurt in drie keer: september 1909, april 1919 en april 1925. Tot grote verrassing van alle onderzoekers is het lichaam intact gebleven. Een mysterie dat nochtans niet uniek is in de wereld. Wetenschap en geneeskunde hebben er hypotheses over. In 1933 was dit echter het argument om haar heilig te verklaren.

Het behandelde lichaam werd als 'ongeschonden wonder' opgebaard en tentoongesteld in het klooster van Nevers waar ze tot haar dood gewoond heeft. Deze plaats wordt nog steeds door veel pelgrims bezocht.

 

 

GAVARNIE

 

Vanuit Lourdes rijdt er een lijnbus naar Gavarnie, een van de belangrijke toeristenbestemmingen in het Parc National des Pyrenees. Met ons trekt het dorp excursiebussen vol toeristen, hetzij gewapend met stevige bergschoenen, hetzij op slippers en met handtas, allen hebben maar één doel: het Cirque de Gavarnie. In dit hoogste deel van de Franse Pyreneen, waar indrukwekkende reuzen de omgeving bepalen is dit dorpje op een vrij eenvoudige manier de toegang tot het park met prachtige wandelroutes.

Het Cirque bestaat uit enorme, kale, steile kalkrotsen waarvan in het midden het water in een waterval naar beneden stort.

Door het gebied zijn wandelroutes uitgezet en in de winter is het een skigebied waar zowel geskied als gelanglauft wordt.

Wanneer de vorst voorbij is, stromen de hoogste watervallen van Europa langs de rotswanden naar beneden. De Grand Cascade stort zijn water in een afgrond van 422 meter de diepte in; hij wordt gevoed door het Lac Glacé. De laag ijs en sneeuw die op de treden in de rotswand ligt, zijn de laatste resten van de gletsjer die hier ooit begon. De cirques zijn tijdens de ijstijden gevormd door deze immense gletsjers die langzaam door het landschap schuurden en op hun weg naar beneden ontelbare kilo's gesteente meevoerden. Uiteindelijk heeft de gletsjer zich zo diep in de berg ingesneden dat, toen het ijs eenmaal gesmolten was, de contouren van een enorm ijsmeer achterbleven. De halve cirkel die het 'circus' vormt, doet denken aan een piste, vandaar zijn naam.

Het Cirque de Gavarnie vormt de grens met Spanje, de steile wanden zijn -vanaf het bekken gerekend- zesmaal zo hoog als de Eifeltoren.

De achterwand doet door zijn steilte aan de wand van een enorm stuwmeer denken. Vanaf deze wanden stort een flink aantal prachtige watervallen zich in de diepte die grote aantrekkingskracht blijken te hebben op de vele wandelaars die het circus bezoeken.

 

Oui madame, een keteldal. Cirque zeggen de Fransen. Een halfcirkelvormig dal dat is uitgesleten door een gletsjer. Eerst bedwingen we een bebost heuvelruggetje, met een prachtig uitzicht, dat wel. En dan ligt het daar in vol ornaat voor ons. Het Cirque de Gavarnie, een Shangri-La met azuurgroene beken, watervallen, grasvlaktes en plukken loofbos. Hierboven ontvouwt zich een rauwe rotskom waaraan plakken eeuwige sneeuw kleven. Een wandelparadijs, het mooiste zijn de verschillen. Het dal is lieflijk en zacht, daar kan iedereen wandelen. Langs de beken over de wandelpaadjes. Maar klim je 100m dan zit je tussen de rotsen in het hooggebergte, echt ruig.

Het niet ruige gedeelte is voor ons vandaag ook spannend genoeg. Een heerlijk relaxte wandeling onder de stralend blauwe lucht en een perfecte wandeltemperatuur.

 

CAUTERETS

Door de beboste vallei van de Gave de Cauterets bereiken we met de bus het wintersportdorp Cauterets. De oude thermaalbadplaats wordt wat bedorven door discotheken en veel nieuwbouw. Maar er valt heel wat te beleven, er is een kabelbaan, zwembad, kuuroord met geneeskrachtige bronnen en minstens zeven campings. Maar zijn naam als toeristische trekpleister dankt het dorp ongetwijfeld aan de nabijheid van het parc National des Pyrenees, dat ook van hieruit makkelijk bereikbaar is.

In het plaatsje zelf staan mooie gebouwen die met wat fantasie een Parijsachtig straatbeeld opleveren met Parijse balkonnetjes, en daken. Boven het dorp torenen de indrukwekkende bergen uit.

De bus levert ons af op het voormalige spoorwegstation ten noorden van het centrum, een houten gebouw uitgevoerd in westernstijl. Het was destijds bedoeld als een tijdelijk gebouw, maar heeft inmiddels de spoorweg overleefd en dient nu als busstation.

Van het busstation naar de stad lopen we onder de kabelbaan door die hier begint naar het Cirque du Lys.

Deze kabelbaan is buiten bedrijf en we besluiten de Pont d'Espagne op te zoeken. Er is een voetpad dat langs een heleboel watervallen loopt, een wandeling van een paar uurtjes. Helaas hebben we hiervoor niet de tijd vandaag en besluiten we de bus te nemen om bij het Lac de Gaube een wandeling te maken.

 

 

De bus brengt ons tot de parkeerplaats bij de Pont d'Espagne,  een oude stenen bruggetje dat zijn naam te danken heeft aan een oude (smokkel)route naar Spanje die hier langs liep.

Bij de parkeerplaats is een informatiecentrum met kaartjesverkoop voor de kabelbaan en even verderop het wandelpadje naar het bruggetje en het onvermijdelijke restaurant. Tegenover het restaurant is een grote waterval die met donderend geraas door een door water uitgesleten kloof bruist en zich verder, via kleinere watervalletjes een weg naar beneden baant.

Achter het restaurant door loopt een wandelpad voor een kleine wandeling naar het benedenstation van de stoeltjeslift naar het Belvedere du Telesiege. Van daaruit is het een wandelingetje van 20 minuten naar het Lac de Gaube. Met mijn hoogtevrees een heel avontuur, maar zeer de moeite waard en goed uitgangspunt voor diverse wandelpaden door het indrukwekkende Parc National des Pyrenees.

 

 

PAU