TSJECHIË

Na een dikke 10 jaar brengen we in september 2018 nogmaals een bezoekje aan Tsjechië en Praha, zoals de Tsjechen hun schilderachtige hoofdstad aan de Moldau noemen.

De stad die als één van de mooiste steden in Europa wordt beschouwd, een lustoord voor liefhebbers van architectuur, met de talrijke vergulde torenspitsen die schitteren in het zonlicht, de gevelornamenten, kloosters, kerken en paleizen.

Nu vliegen we met Ryanair, die ons vanuit Eindhoven naar Václav Havel Airport Prague brengt. De 16km naar het centrum overbruggen we met de Airport Express bus naar Hlavní nádraží, oftewel het centraal treinstation. Dit belangrijkste treinstation ligt ten oosten van het historische stadscentrum en dan is het nog een kwartiertje lopen naar het pension waar we een nacht slapen.

De volgende dag vertrekken we met de trein naar Tabor, van waaruit we door Zuid Bohemen gaan reizen met de trein van České dráhy.

 

PRAAG

Als we onze bagage in het pension hebben gedropt gaan we de stad bewonderen en de sfeer proeven op de pleinen met allemaal hun eigen geschiedenis.

Het oude centrum is vrij groot, maar alles wat we willen zien is op loopafstand en kan het beste te voet verkent worden.

Bij een vorig bezoek aan deze stad hebben we al veel van de bekende bezienswaardigheden en toeristische hotspots in het centrum bekeken. We hebben nu niet de pretentie om een alles omvattende sightseeing tour te houden, we gaan gewoon genieten van wat op ons pad komt tijdens een relaxte stadswandeling.

Praag is een paradijs om rond te slenteren. De keerzijde van de medaille is dat het niet alleen een van de mooiste steden is, maar tevens de drukstbezochte van Europa. 

Dit massatoerisme maakt, net als overal ter wereld, ook in Praag niet het beste in de locals los. Dat merkten we al gauw als we informatie vragen op het treinstation en op de terrasjes in de oude stad. Het personeel loopt er rond met een verveeld gezicht en alsof het opgeleid is om een zo hoog mogelijke fooi te vangen. En dan niet op de manier die je zou verwachten door vriendelijkheid en een goede service. De rekening wordt overhandigd met het zinnetje 'service not included'. Het staat natuurlijk vrij om al dan niet een tip te geven, maar de bediening geeft zonder schaamte aan hoe hoog de fooi mag zijn. 

Tsjechische kronen omrekenen in euro's doen ze ook graag voor je. Kijk het dan gerust maar even na, tientallen euro's extra rekenen durven ze ook best te doen.

 

Dit aparte gebouw doet verfrissend aan in het oude Praag. Het wordt liefkozend het Danshuis, Tančící dům, genoemd, omdat het lijkt op twee dansers. Dit moderne kantoorgebouw verrees aan de oever van de Vlatva, in het opvallendste deel in de ronde glazen toren zit bovenin restaurant Ginger & Fred.

Dit was ook de oorspronkelijke naam van het gebouw, genoemd naar de dansers Ginger Rogers en Fred Astaire. Het gebouw is eigendom van ING.

De nieuwe stad is nu het zakelijke en bestuurlijke hart van de stad waar nieuwe, moderne gebouwen pal naast oude liggen. 

 

 

Oud stadsplein

Staromestské náměstí

 

Je kan geen bezoek aan Praag brengen zonder op dit oudste plein van de hoofdstad te zijn geweest. Oorspronkelijk was het een markt, gelegen op een kruispunt van oude handelsroutes.

Er valt heel wat te bekijken, uiteraard fraaie gebouwen en in alle stijlen die je maar kan denken: renaissance, gotisch, rococo. Op dit plein staat het standbeeld van Jan Hus. Hij was priester en professor en ook verbonden als biechtvader aan het Koninklijk Hof. Omdat hij het aandurfde het katholieke gezag aan te vallen voor hun geldzucht werd hij ter dood veroordeeld. Hij stierf in 1415 op de brandstapel maar heeft een belangrijke beweging op gang gebracht met onlusten tot gevolg. Hij is nu een Praagse held. Aan zijn voeten liggen onderdrukten en opstandigen.

Op ditzelfde plein staat ook het oude raadhuis dat dateert uit de eerste helft van de 14de eeuw. Het was ook één van de weinige bouwwerken die flink wat beschadiging opliep tijdens de Tweede Wereldoorlog. Als dusdanig is die toren op zich niet zo bijzonder, afgezien van het astronomische uurwerk. Helaas wordt het gebouw op dit moment na 70 jaar gerestaureerd en staat de gevel nu in de steigers. De klok verblijft momenteel in een atelier waar het uurwerk helemaal uit elkaar wordt gehaald om de onderdelen te reinigen en krijgt een nieuw kalenderblad.

Het blijft spannend of alles over enkele weken klaar is voor de viering van de 100ste verjaardag van de oprichting van onafhankelijk Tsjecho-Slowakije en de 25ste verjaardag van de onafhankelijke Tsjechische Republiek. 

Na de renovatie kun je op het hele uur (tussen 10.00 en 22.00 uur) het defilé van apostelen weer zien. 

Aan de andere kant van het plein staat de Tynkerk (Tynsky chram). Deze typische Boheemse kerk was afgewerkt begin de 16de eeuw maar werd volledig verwoest door een brand in 1679. Het sombere en sobere interieur mist de warme kleuren van andere barokke kerken in Praag. De belangrijkste redenen om deze kerk te bezoeken zijn de mooie altaarstukken van Karl Skréta en de graftombe van de vermaarde astronoom Tycho Brahe. De torenspitsen zijn gotisch.

Het Oude Stadsplein is het duurste van de stad. Hier hebben zowat alle belangrijke figuren gewoond in de prachtige huizen rond het plein. Nu zijn er winkels of dure restaurants in gevestigd.

Na mijn bezoek van de vorige keer weet ik het weer, het lijkt hier wel een groot openluchtmuseum.

Elk gebouw heeft een opvallende kenmerk: een ballustrade, de dakgevel, een fresco, een rijkelijk versierde deur, een beeld ... Je raakt er niet op uitgekeken. 

Het complete centrum van Praag staat dan ook vermeld op de UNESCO Werelderfgoedlijst?

…...'<De gouden stad', 'kroon op de wereld', 'stenen droom', 'boek waarin de stenen spreken',

'stad met 100 torens', 'stad der steden', 'hart van Europa', 'moeder van alle steden>'.....

Door de geschiedenis heen, van de middeleeuwen via de renaissance tot de 19e eeuw kreeg praag vele bijnamen.

De stad met honderd klokkentorens (en torentjes, peperbussen, poedertoren en andere wachttorens) wordt geroemd als een van de mooiste steden ter wereld en van de schatten van Europa.

Praag werd gespaard voor de verwoestingen van de beide wereldoorlogen en grotendeels ook voor de monsterlijke verstedelijking die veel andere Europese hoofdsteden trof. 

 

Kleine stadsplein

Malé náměstí

 

Dit kleine, knusse pleintje ligt vlakbij het Oude Stadsplein. Rondom het pleintje staan leuke huisjes met mooie gevels en arcaden en in het midden een oude fontein met smeedijzer. Een van de huizen U Rotta heeft fresco's die oude beroepen voorstellen, smid, molenaar, maaier in oude klederdracht.

Hier vestigde zich halverwege de 19e eeuw het eerste warenhuis van Praag.

 

Wenceslasplein

Václavské náměstí

 

Het grootste plein van Praag ligt in de Nove Mesto. Het Wenceslasplein wordt ook wel het hart van Praag genoemd en dat is te danken aan de levendige sfeer die er hangt. Bars en terrasjes zijn van vroeg tot laat open. In het midden van het plein staan plantjes in alle kleuren van de regenboog en auto's rijden af en aan.

Het kolossale gebouw van het národni museum met zijn vergulde koepel domineert het Wenceslasplein,  dat eigenlijk een 750m lange boulevard is die bijna 24 uur per dag bruist van het leven. Niet alleen kun je er shoppen en snuffelen in muziekwinkeltjes, ook kun je er hamburgers en worstjes scoren in één van de vele tentjes die tegenover de winkels staan.
Het plein werd het toonbeeld van de moderne Tsjechische architectuur. Het moderne gebruik van staal en glas vermengd met de rijkelijk versierde art-nouveaufacades, representeert de verwelkoming van de moderniteit van de 20e eeuw.

Aantrekkelijk is de imposante koepel van de Moravische Bank uit 1916 en het schitterende Grand Hotel Evropa. Dit laatste gebouw is een prachtig voorbeeld van de art-nouveaustijl met mooie dubbele erkerramen van de facade en de rijkelijk versierde galerij, restaurant en café. Het Peterka Huis is een ander mooi art-nouveaugebouw.
's Avonds is het Wenceslasplein het toneel van het uitgaansleven van Praag. De lichtjes steken mooi af tegen de silhouetten van de gebouwen in het donker. Dan doet de knipperende neonverlichting nauwelijks meer denken aan de rijke geschiedenis van het plein.
Het plein kent een roerige geschiedenis. Zo vond in 1848 hier de vruchteloze opstand de Praagse Lente plaats, werd er zeventig jaar later de afkondiging van de Republiek Tsjechoslowakijke gevierd en in 1948 paradeerden hier gewapende fabrieksarbeiders ter ondersteuning van de staatsgreep door de Communistische Partij.

Op dit plein protesteerde Jan Palach in 1968 tegen de Tsjechische regering en pers, door zichzelf in brand te steken. Er was niet tegemoet gekomen aan zijn brief waarin hij opheffing van censuur en een verspreidingsverbod van het Russische blad Zpravy eiste. Palach werd door de Tsjechische bevolking gezien als een vrijheidsstrijder. Er is een gedenkplaat aan Jan Palach te zien op het plein.

Karelsplein

Karlovo náměstí

 

Het Karelsplein is het grootste plein van de Nove Mesto. Oorspronkelijk was het een veemarkt die was ontstaan bij de stichting van de Nieuwe Stad in 1348. In de straten rondom de toenmalige veemarkt werden allerlei soorten granen verkocht. Tegenwoordig is dat nog terug te zien aan de namen van de straten. In de 19e eeuw kreeg het plein een nieuw uiterlijk.

De uitgestrekte tuinen geven het plein meer het uiterlijk van een openbaar park. Er staan beelden van verschillende schrijvers en wetenschappers en in de noordoostelijk hoek staat het mooi gerestaureerde stadhuis van Nove Mesto uit de 15e eeuw. Het gebouw heeft een mooie gotische gevel. Aan de oostzijde, naast het oude Jezuïetencollege, staat de 17e-eeuwse kerk Sint Ignatiuskerk (sv Ignac). Deze is gebouwd naar het klassieke Jezuïetenmodel van de Gesukerk in Rome.

Kruisriddersplein

Křižovnické náměstí

 

Het Kruisridderplein verbindt de oude stad met de oostkant van de Karelsbrug. Eigenlijk is dit het voorplein van de Karelsbrug met daarop een standbeeld van Karel IV, de koning die deze brug liet bouwen. 

Ondanks het constant passerende verkeer is dit architectonisch misschien wel het mooiste plein in Praag door de bijzondere bouwwerken. Het wordt gedomineerd door de Brugtoren van de oude stad, het Klementinum, een vestingachtig complex en de Salvatorkerk.

Aan de noordkant van het plein staat de svatého Frantiska Dit is een barokke kerk van de Tsjechische ridders die ooit dienst deden als poortwachters. De koepel is ontworpen naar voorbeeld van de Sint Pieter in Rome. Binnen staan purperen zuilen en aan het plafond een fresco van Het Laatste Oordeel. 

Er staat een dankzuil op de hoek, ooit opgericht door wijnboeren.

De architect van kezier Karel IV bouwde de 45m hoge brugtoren, door zijn poortgewelf komen we op de Karelsbrug. 

Vanaf hier vertrekken de toeristenbootjes voor een rondvaart om de stad vanaf het water te bewonderen.

De korte boattrips zijn eigenlijk een regelrechte ordinaire touristtrap, maar soms is het wel leuk om de toerist uit te hangen en ook wel lekker om op een relaxte manier langs de bezienswaardigheden te varen.

Zo zien we de stad ook eens vanaf het water en kunnen we uitgerust onze stadswandeling vervolgen.

Karlsbrug

Karlův most

 

 

We hebben het advies uit de reisboekjes om voor dag en dauw op te staan en de brug zonder de mensenmassa te aanschouwen niet opgevolgd. Nu moeten we daarvoor boeten en aanschuiven in de drukte.

Praag heeft wel 18 bruggen maar de bekendste is met voorsprong de Karluv most of Karelsbrug. Deze brug werd gebouwd in opdracht van de koning Karel IV door Peter Parler in de tweede helft van de 14de
eeuw. Karel IV heeft Praag op de kaart geplaatst. Dankzij hem wijzigde de stad architecturaal heel sterk. Deze brug over de Moldau was en is nog steeds een belangrijke verbinding tussen de stad en de
regeringszetel (Praagse burcht). Aan beide zijden staan torens. Delen van de torens die aan de kant van de Mala Strana staan, zijn een overblijfsel van de allereerste stenen brug (12de eeuw), de Judithbrug.
Maar de brugtoren die toegang geeft tot de Stare mesto (oude stad) moet zeker niet onderdoen qua schoonheid. De brug verbindt beide oevers van de Moldau (Vltava) over een afstand van 510 m en ze is 10
m breed.
Normaal kun je over de hele lengte van de brug 30 beeldhouwwerken tellen, allemaal een heilige voorstellend. Soms is er eentje toe aan restauratiewerken en gaapt er een leegte. Sommige zijn replica’s, de originele staan in het Nationaal Museum bij het Wenceslasplein.

Het begon allemaal met een houten kruisbeeld dicht tegen de toren aan langs de Stare Mesto
zijde. Het allereerste beeld was dat van de Heilige Johannes van Nepomuk (1683). Nu staat er er een file. Het beeld, merk de sterrenkrans rond het hoofd op, aanraken zou geluk brengen. Hij is de beschermheilige om scheepsrampen en overstromingen te voorkomen. De ernstige overstromingen van 2002, tot 4 meter hoog steeg het water, had hij allicht niet zien aankomen.

De meeste beelden werden geplaatst tussen 1706 en 1714. De brug is pas vanaf 1956 autovrij
en vormt het toeristische hart van de stad. Met allerhande straatartiesten maar ook knielende bedelaars. De vraag die iedereen zich stelt is allicht met hoeveel je over de brug loopt. Ooit kwam men op een mooie zomerse dag tot het cijfer van 250.000 of dus méér dan 10.000 per uur ...

 

 

Men kan erover twisten waar in Praag het eigenlijke hart van de stad klopt.

Onbetwist blijft waarheen alle wegen leiden: naar de Karelsbrug. Niet alleen toeristen maar ook de Pragenaars zelf en dagjesmensen uit heel Bohemen houden van deze plek, een toneel voor goochelaars en straatmuzikanten. De orgelman speelt hier naast de dixielandband, sneltekenaars voor portretten en souvenirstalletjes met snuisterijen en klatergoud vinden hier kopers onder de zeker honderdduizenden voetgangers die zich hier iedere dag in het seizoen verdringen.

Een dag in Praag kan niet eindigen zonder een keer de Karelsbrug over te hebben gestoken...…...

Tsjechië is een land van vele sages en verhalen. 

Omdat men bij het bouwen van de brug aan het cement ook eieren en wijn heeft toegevoegd, zal deze brug nooit instoten en eeuwig blijven staan, vertelt zo'n sage.

Burchtplein

Hradcanske náměstí

 

Het Burchtplein hoort bij de Praagse Burcht en wordt omzoomd door prachtige, historische gebouwen.

Met zijn majesteitelijke voorkomen domineert de burcht de hele burchtwijk Hradčany en is al meer dan 1000 jaar het centrum van de macht in Tsjechië.

De burcht is een geheel van paleizen en kerken waar de koningen hun residentie hadden. Elk van die Boheemse vorsten heeft wel een wijziging laten aanbrengen zodat het een allegaartje is van bouwstijlen. Nu nog heeft de president van Tsjechië hier zijn kantoren. Omdat het complex op een heuvel
ligt, heb je een unieke kijk op de benedenstad.

Met de mensenstroom mee lopen we zomaar overal smeedijzeren hekken binnen en komen op binnenplaatsen en weer andere pleinen terecht. Hoewel, er is hier zoveel te zien in dit ‘dorp’ van 45 ha groot, heb ik niet echt het gevoel onderdeel van de massa te zijn en er zijn ook nauwelijks wachtrijen.  

Op een volgende plein 'botsen' we ineens bijna op een majestueus kerkgebouw, de st Vituskathedraal. In het gebouw links daarvan zal de president vanuit zijn kantoor regelmatig neerkijken op de toeristenstroom.

Aan de fraaie buitenkant van de kathedraal bewonderen we de torens, de klokkentoren en aan de zijkant het Gouden Portaal. Het koor, het roosvenster, en de Wenceslaskapel met het graf van de heilige
Wenceslas, het graf van de heilige Vitus (patroonheilige van de kathedraal) vormen de hoogtepunten binnenin. De klokkentoren bevat de grootste klok van Tsjechië, liefst 15 ton zwaar. Op een infobord bij de toren lezen we dat een ongelukje met de klepel in juni 2002 de voorbode was van een rampspoed. Twee maanden later, augustus 2002, kreeg de Praagse binnenstad af te rekenen met zware overstromingen ...

 

Het Gouden Straatje (Zlata Ulicka), klinkt veel belovend maar is een regelrechte tourist trap, je kunt er alleen maar in met een toegangsbewijs. In het pittoreske straatje met karaktervolle huisjes waarvan het merendeel gebouwd is eind van de 16de eeuw, schuifelen nu hordes toeristen op zoek naar souvenirs en is het misschien wel de meest gefotografeerde plek van Praag.

Door de mensenmassa is er weinig van te zien, je loopt over de koppen. In werkelijkheid is het een smal gangetje vol met toeristen, cafe's, een museum en souvenirwinkeltjes.  Achter glas kun je de huisjes inkijken als je de kans krijgt om door de rijen mensen heen te komen. Met een opstelling van voorwerpen, meubelen en werkattributen wordt getracht een beeld op te hangen hoe het toen eraan toeging als woonplaats of werkplaats. Het meest bezochte is het nummer 22 omdat de beroemde Praagse schrijver Kafka er een tijdje heeft gewoond.
De naam is ontleend aan de goudsmeden die er hebben gewoond tijdens de 17de eeuw, hoewel ze het beroep er nooit hebben uitgeoefend.

Op het eerste binnenhof bij de ingang van de burcht vindt elk uur de wisseling van de wacht plaats in de schaduw van enorme barokbeelden van strijdende titanen.

Iedere dag is er om 12:00 uur de grote ceremonie waarbij de overdracht gepaard gaat met groots militair vertoon begeleid door muziek, trompetgeschal en trommels.

Petřín

Petrinske Sady

Een mooi uitkijkpunt is de 318 meter hoge Petřín heuvel. Waar ooit heidenen offers brachten aan hun goden en middeleeuwse vorsten hun vijanden lieten executeren is nu een oase van rust met een panorama op de stad.

Je kunt lopend de berg op maar een leuke en minder vermoeiende manier is om vanaf Ujezd het kabelbaantje naar boven te nemen. In 2 stops staan wij  boven op de berg. 
Dit kabelbaantje werd gebouwd om bezoekers van de jubileumtentoonstelling in 1891 naar de top van de heuvel te brengen. Toen de kabelbaan in gebruik werd genomen, werd het hoogteverschil door waterkracht overbrugd. De treinen waren voorzien van een watertank die boven werd gevuld en beneden geleegd. Op deze wijze werden de treinen die naar boven reden, aangedreven door het gewicht van de wagon die naar beneden ging. In de jaren zestig van de vorige eeuw zijn de watertanks verwijderd en omdat de heuvel door steenkoolwinning begon in te storten is de kabelbaan in 1964/1965 gesloten. Het heeft 20 jaar geduurd voordat alles weer gemaakt was en vanaf 1985 rijden de treintjes op elektriciteit. 

 

Op de top van de heuvel ligt een spiegeldoolhof, de Laurentiuskerk, een observatorium met een telescoop, een rozentuin, en de Petrin Observatietoren. Praag heeft hiermee zijn eigen kleine eiffeltoren, de 60 meter hoge Petrin toren lijkt erop. Deze werd naar Parijs voorbeeld voor de nationale tentoonstelling in 1891 gebouwd. 

Rondom de heuvel ligt de Hongermuur, die Karel IV in 1360 liet bouwen om werkgelegenheid te creëren in een tijd van hongersnood.

Vanaf het eindstation loopt een pad door het park naar het Strahov Klooster, vooral beroemd om zijn bibliotheek. 

Met een verrekijker zou je van hieruit het kantoor van de president kunnen zien. De burcht Hradsjin ligt namelijk hierboven aan je voeten, maar door de hoge bomen is het mooie uitzicht is niet meteen te vinden.

Naar beneden gaan we lopend, een mooie wandeling met onderweg tussen de bomen door toch af en toe afwisselend uitzicht op de oude stad en de burcht van Praag.

 

 

 

Aan de voet van de Petrin heuvel, links van het benedenstation staat een kunstwerk dat daar twaalf jaar na de val van het communisme werd geplaatst, ter nagedachtenis aan de slachtoffers.

Het is een heel bijzonder en een beetje bizar kunstwerk....Er komen diverse personen de heuvel via een trap naar beneden. Maar iedere persoon mist iets...een stukje hoofd een rechter arm... 

 

De hele binnenstad voelt als openluchtmuseum, gewone rijhuizen zoals bij ons hebben we bijna niet aangetroffen in deze wijken. Ofwel is het een musea, een ambassade, een ministerieel gebouw, een café of restaurant, een winkel, kantoor...
Zowat 80 % van de Pragers woont aan de buitenrand van de stad, vaak in grote appartementsblokken. Een goed beeld daarvan krijgen we als we langs het Nationaal Museum door de Mezibranska straat naar ons pension lopen, waar we in de verte de communistische blokken nog zien staan.
Verder is er amper nog iets te zien van het communistische juk dat Praag moest dragen, ook het autoverkeer toont niets van het vroegere bewind. Ook daarin is Praag dus ‘verwesterd’. Het valt op dat er veel nieuwe auto's rondrijden die er veelal kraaknet uitzien, alsof ze nog maar recent in het verkeer zijn gekomen.

 

Na een paar dagen in de toeristenmassa's, drukte en hektiek van de hoofdstad wordt het tijd om het platteland in Zuid-Bohemen op te zoeken.

Vanuit Praag is een direkte treinverbinding met het 80km verderop gelegen Tabor. Onderweg in de trein trekt het gevarieerde landschap van midden Tsjechië aan ons voorbij met rivieren die door de dalen slingeren en dichte bossen. Deze streek is een soort Tsjechisch Loiredal, want hier staan tientallen burchten en kastelen langs de Moldau.

 

Het was leuk om weer eens in Tsjechië en in Praag te zijn. Met name door het bezoekje aan de Tsjechische hoofdstad werd ik er aan herinnerd waarom ik steeds meer allergisch wordt voor massatoerisme. 

Hier werd weer eens duidelijk dat massatoerisme weinig goeds voortbrengt en duidelijk niet echt het beste in mensen naar boven haalt. De Praagse bevolking in het algemeen kwam bij mij niet bepaald over als vriendelijk en gastvrij. Alhoewel hier de loketten op de stations nog bemand zijn, was de service bij de Tsjechische spoorwegen slecht en het personeel vaak ronduit onvriendelijk of zelfs onbeschoft, een enkele vriendelijke en behulpzame conducteur daar gelaten. 

Desondanks was de stad, vooral in de vroege ochtend zonder de mensenmassa's, toch wel de moeite waard en ik sluit niet helemaal uit hier nog eens terug te willen komen. Wellicht in een rustiger seizoen, als dat nog bestaat in Praag...... 

 

 

VERDER NAAR ZUID-BOHEMEN -klik op de foto-

Maak jouw eigen website met JouwWeb