GRAN CANARIA

Omdat we het voorjaar in de bol hebben en de lente hier in ons koude kikkerlandje niet snel genoeg kan beginnen, reizen we begin maart 2018 af naar het altijd zonnige Spaanse eiland. Na de veel te lange winter willen we de betere temperaturen en wat zonnestralen gaan opzoeken. In verband met de onrust in mijn geliefde Midden Oosten ga ik me nu dan toch eens begeven in het drukke vakantieoord.

We hebben een appartementje geboekt buiten de grootste toeristenkermis en naast zon, zee en strand willen we ook enkele dagen genieten van het natuurschoon in de bergen. 
Door het perfecte klimaat trekt Gran Canaria natuurlijk massa's toeristen naar de bekende badplaatsen, maar dit eiland kent ook rustige en mooie plekken. 
Van de toeristenkermis en drukte aan de betonnen kust verwachten we snel genoeg te hebben en als we de reisgids mogen geloven is dit veelzijdige eiland buiten de vakantieresorts aan de zuidkust zeker de moeite waard. Dat gaan we nu zelf ontdekken. Met de bus die hier guagua (uitgesproken als wawa) wordt genoemd, maken we een tour dwars over het eiland en enkele mooie wandelingen.

 

MASPALOMAS

De tomatenvelden van weleer zijn veranderd in de entourage voor de rijkste oogst die Gran Canaria ooit heeft gekend: nergens is het toerisme lucratiever dan in hier en aan het Playa del Ingles. 

We verblijven er niet, maar komen toch even kijken wat het toerisme voor Gran Canaria heeft gedaan. De regio heeft zich ontwikkeld tot één groot vakantiepretpark dat het hele jaar open is. De stad bestaat alleen uit grote hotels, bungalows, appartementencomplexen, enorme inkoopcentra, talloze restaurants, cafés en discotheken.

Op sommige dagen lummelen hier enkele tienduizenden badgasten rond op het kilometerslange superstrand. Gelukkig is dit zwemparadijs met het fijne zand op enkele plaatsen meer dan 300m breed. 

Vanaf de strandpromenade heb je vooral 's avonds een schitterend uitzicht op het duinlandschap.

Net als vele anderen slenteren we even door de zandverstuivingen.

 

Gran Canaria wordt meteen vereenzelvigd met zon, stranden en alcohol. Door de reisorganisaties wordt het aangeprezen als het ideale vakantieoord met een perfect klimaat. De aanleg van hoogbouwsteden aan de zuidkust schaadde misschien de reputatie van het eiland, maar niet zijn economie. Een onzichtbare, maar goed geoliede machinerie zorgt ervoor dat zo'n 2,5 miljoen bezoekers uit heel Europa het prima naar hun zin hebben. Vakantiegangers worden in de watten gelegd door een heel leger aan toeristisch personeel, van de taxichauffeur die de gasten naar de luchthaven brengt, en het kamermeisje dat de bedden tiptop in orde maakt, tot de strandwacht die van bovenaf de zee in de gaten houdt. 

Zeker, je vindt hier massale toeristenoorden, fantasieloos en snel uit de grond gestampt en ook een aantal verouderde winkelcentra. Met de nodige problemen van dien, zoals vervuiling.

Maar de afgelopen jaren hebben de Canarios er van alles aan gedaan om hun imago op te poetsen. Hier en daar is er gemoderniseerd en verbouwd en nieuwe resorts en golfbanen zijn verrezen

 

Maspalomas wordt niet alleen bezocht door honderden duizenden toeristen, maar ook door trekvogels. De zandduinen zijn als natuurreservaat beschermd en helaas werd tijdens de bouwwoede van de jaren zestig en zeventig een deel verwoest. Van het palmenbos dat hier ooit was zijn nog maar een paar dadelpalmen over. Veel planten- en diersoorten zijn toen verdwenen, maar de overheid doet zijn best om die terug te halen.

Anders dan men altijd dacht komen de zandduinen niet overwaaien uit de nabijgelegen Sahara, maar is het zand uit het 400 ha grote gebied aangespoeld vanuit de oceaan. Een groot deel is constant in beweging, maar er is ook een stabiel gedeelte met een ecosysteem van planten en vogels.

Halverwege de vorige eeuw was maspalomas nog een woestenij. Niemand had kunnen denken dat het binnen één generatie een enorm vakantiecomplex zou worden, dat jaarlijks drie miljoen bezoekers trekt.

Amper vijftig jaar nadat de eerste bouwgolf ontketende  met de aanleg van een toeristische stad in het toen nog ongerepte gebied, bezint men zich opnieuw: in plaats van op steeds meer toeristen mikt men nu eerder op een geleidelijke groei, meer op kwaliteit dan op kwantiteit. 

 

INGENIO

Ingenio is een aardig plaatsje met een Spaanse sfeer. In vroeger tijden kende de gemeente hoogtijdagen door het suikerriet. De plaatsnaam komt van de suikerfabrieken, ingenios. Aan de weg naar Carrizal staat op de rotonde een suikerpers.
De smalle, kronkelende straatjes van het oude centrum en Plaza de la Candelaria worden gedomineerd door de kerk.

AGÜIMES

Vanuit Ingenio is het een kwartiertje met de bus het binnenland in en onderweg genieten van mooie uitzichten op het vulkaanlandschap met weelderige begroeiing.
In het stadje komen oude tradities en de moderne tijd samen. De ambachtelijke tradities worden nu in stand gehouden voor de toeristen en in de souvenirswinkeltjes worden keramiek, traditionele kledij en meer aangeboden.
Rond het plein voor de San Sebastian Iglesia zijn wat terrasjes en restaurants.

De van het Plaza del Rosario afgaande straatjes behoren tot de gezelligste steegjes van het eiland. De kleine huisjes zijn met uitgehakt natuursteen gebouwd en in warme pastelkleuren geverfd. 

 

PLAYA DEL BURRERO

LAS PALMAS

Aangekomen in de stad stappen we uit de bus in Vegueta, het oudste deel van Las Palmas. De grootste kerk van alle Canarische Eilanden domineert de skyline van Vegueta. Aan het door palmen omzoomde Plaza de Santa Ana voor de kathedraal ligt ook het historische stadhuis en het paleis van de aartsbisschop. Bij de kathedraal beginnen we een korte stadswandeling door de geplaveide smalle straatjes, schaduwrijke pleintjes en langs koloniale architectuur. Aan de overkant van de drukke autoweg ligt de aangrenzende wijk Triana, met levendige winkelstraten. Hierdoor lopen we naar Parque San Telmo om op het busstation de bus te zoeken naar de botanische tuin en Teror.

TEROR

Architectuur, religie, culinair genot, het is allemaal te vinden in deze Canarische plaats. Op een hoogte van 550m gelegen met een basiliek in het centrum, waaromheen de huizen zich lijken te verdringen. De stille Plaza Señora del Pino voor de kerk wordt beschaduwd door een oeroude laurierboom en omgeven door witte woonhuizen met verbleekte houten balkons en gevlekte dakspanen. De fraaie gevels langs de pittoreske Calle Real de Plaza is een lust voor het oog, de gehele oude binnenstad staat dan ook onder monumentenzorg.
In vroeger tijden zag een groep herders hier in de buurt een Mariaverschijning. Daarom is Teror nog steeds een belangrijk bedevaartsoord voor de Canarische Eilanden.

TEJEDA

Dit 1050m hoog gelegen dorpje met 2400 inwoners en wat dagjesmensen is een van de schilderachtigste plaatsjes van Gran Canaria.
Het strekt zich uit over diverse heuvels en plateaus bij de zonovergoten zuidhelling van een enorme kloof. Tejeda ligt beschermd tussen hogen bergen. Witgekalkte huizen met houten balkons benadrukken het traditioneel Canarische karakter van het dorp.
Rondom de kerk liggen steegjes, trapstraatjes en pleinen en het is een flinke klim van ons appartement aan de rand van het dorp naar de hoofdstraat. Daar wandelelen we even relaxt als op een boulevard met het uitzicht op de opvallende rotspartijen Roque Nublo en Roque Betaiga.

Hoewel Gran Canaria op het breedste punt nauwelijks 50km meet, is het vaak beschreven als een continent in miniatuur. Op dit kleine eiland vind je hoge bergen, diepe dalen, naald- en loofbossen, steile rotsen, duinen, kale hellingen en tropische dalen barstensvol rijp fruit. 

Het eiland is bijna rond van vorm en lijkt op een haast zuiver ronde vulkaankegel, met een top in het midden en een serie barrancos (ravijnen) die uitlopen naar zee als de spaken van een reusachtig fietswiel.

Bijna de helft van het oppervlak van Gran Canaria is door de Unesco verklaard tot biosfeerreservaat.

Binnen dit gebied liggen plattelandsdorpen waar de inwoners zich nog altijd bezighouden met traditionele activiteiten. Dit is een belangrijke voorwaarde om biosfeerreservaat te kunnen blijven.

het eiland biedt zowel de gewone wandelaar als de ervaren hiker prachtige wandelmogelijkheden. Er is een omvangrijk netwerk van paden door beschermde natuurgebieden, je kunt er bergbeklimmen en de barrancos doorkruisen of door de bossen en duinen dwalen. 

De heersende noordoostpassaat vanaf de kust brengt mistwolken mee, die door het centrale bergland worden tegengehouden en het eiland verdelen in een vochtig noorden en een kurkdroog, zonnig zuiden.

 

De bergpas Cruz de Tejeda, op ca 1500m hoogte, is altijd een soort van trefpunt geweest, voor pelgrims, schaapsherders en handelaren en tegenwoordig het doel van bijna alle toeristische toerbussen. 

Vanaf dit punt lopen de wegen stervormig in alle richtingen van het eiland.

Er heerst rondom het stenen kruis een bazaarachtige sfeer, hele busladingen toeristen stappen uit en straatventers proberen goedkope souverniers aan de man te brengen. 

Onder Canarische pijnbomen kun je genieten van het uitzicht op de vlakte van San Mateo aan de ene kant en Tenerife met de Teide aan de andere kant.

 

Als je de naam Gran Canaria hoort denk je waarschijnlijk aan strandvertier, watersport en het hele jaar door toeristen die nachten doorhalen in clubs.

Achter de schermen van dit vakantie-eiland krijg je een veel rijkere indruk.

Tijdens een verblijf op het platteland maakten we kennis met het prachtige landschap, waar niets meer doet denken aan de toeristenmassa's. In de rechtstreekse bus vanuit Maspalomas stapte maar een handjevol dagjesmensen uit in Tejeda. Onvoorstelbaar en zonde dat zoveel mensen niet verder komen dan de weg van het zwembad naar het strand.

Met het ideale klimaat hebben de reisgidsen niets te veel beloofd, in maart hebben we fantastisch weer gehad. Zowel aan de kust als in de bergen was het genieten van een stralend blauwe lucht en heerlijk zonnetje.