ITALIE

Repubblica Italiana

PISA, SIENA, FLORENCE & ELBA

 

In april 2011 vlieg ik weer eens naar Italie om een bezoekje te brengen aan onder andere Toscane.
Dit blijft een prachtige regio, welke andere provincie is in het bezit van Europa's belangrijkste kunstwerken, aantrekkelijke landschappen, een uitbundige natuur, interessante architectuur, prachtige oude dorpen, historische stadskernen, heerlijk eten én een van de beste wijnen?

Een hernieuwde kennismaking met Pisa en Florence staat dan weer op het programma.
Verder ga ik onder andere een kijkje nemen in Siena en op het eiland Elba.

PISA

 

De Ryanairvlucht gaat wederom naar Pisa en we verblijven een aantal dagen in deze aangename stad die als goed uitgangspunt fungeert voor de diverse uitstapjes in de regio.
Maar natuurlijk gaan we weer even langs het Campo dei Miracoli waar niet alleen de scheve toren, maar ook de kathedraal, het Bapisterium en een kerkhof te aanschouwen zijn.
En niet alleen de scheve toren is (heel erg) scheef, alle gebouwen op het Veld van de wonderen staan scheef! En deze keer niet alleen op mijn foto's....

 

 

 

De stad Pisa is zo met de scheve toren verbonden, dat je bijna vergeet dat er nog veel meer te zien is. Het plein, dat zijn naam eer aan doet is wonderlijk mooi met de prachtige kathedraal en de doopkapel, maar ook de stad zelf aan de rivier De Arno met op de oevers schilderachtige huizen en met de verschillende gezellige piazza's omringd door middeleeuwse gebouwen is de moeite waard.

 

 Op 7 januari 1990 werd de meer dan 800 jaar oude scheve toren gesloten voor publiek.
Het instortingsgevaar werd te groot, met het verstrijken van de jaren werd de toren steeds schever en volgens de wetenschappers zou de hij het zonder radicale interventie geen 25 jaar meer volhouden.
Hoe heeft het zo ver kunnen komen en wat is er gedaan om één van Europa's beroemdste monumenten de redden?

De fout voor de verzakking van de scheve toren ligt bij de 12e eeuwse bouwers die besloten de toren voor de kathedraal te bouwen op een zachte, moerassige bodem. Wie op dergelijke bodem zware gebouwen wil neerzetten moet voor een degelijke fundering zorgen, en daaraan ontbrak het. Niet zo'n slim idee om deze plannen op dit terrein te verwezenlijken, ook omdat de ene kant (zuidelijk) van het terrein nog zachter was dan de andere, wat ervoor zorgde dat de toren al tijdens de bouw van de 3e verdieping begon te verzakken. Ze probeerden dit te compenseren door een soort knik aan te brengen met als gevolg dat de toren naast scheef ook nog krom werd.
Werken aan de toren lagen daarna ongeveer 100 jaar stil, vanwege een oorlog. Dit gaf de grond tijd om te zetten - was de toren in één keer afgebouwd dan was hij zeker toen al omgevallen.

Destijds probeerde de ingenieurs al meteen de verzakking te corrigeren door de dikte van het marmer te wijzigen, maar dit mocht niet baten.
Toen de toren in 1350 klaar was, bedoeg de verzakking al 1,45 meter. In 1990 bij het sluiten van de toren stond hij 4,5 meter uit het lood en dit zou alleen maar verslechteren.
Het sluiten van de toren was één ding, maar beslissen hoe het 16.000 ton wegende bouwwerk gered moest worden, was een ander. Zo'n 15 Italiaanse regerinscomités hadden al eerder geprobeerd tot een oplossing te komen, maar allen faalden. Teams van internationale experts gaven hun gevraagde en ongevraagde mening. Japanners stelden voor een nieuwe toren te bouwen; Russen veranderden liever de basis en de Chinezen stelden een andere toren voor ter ondersteuning.
Terwijl de experts ruzieden, werd er een ondersteunende operatie verricht. Achttien stalen kabels werden om de toren gedaan, zodat hij niet nog schuiner zou komen te staan.
In 1993 werd er 661 ton lood aan de noordzijde van de toren bevestigd als tegenwicht voor de krachten die de verzakking veroorzaakten. Na zes maanden was de helling met 15 mm teruggedraaid.
Dé oplossing die ervoor zorgde dat de toren in november 2001 weer kon worden heropend, werd in 1998 uitgedokterd.
Er werden stalen kabels bevestigd en een wig van 70cm grond en klei weggehaald. Geleidelijk aan begon het bouwwerk zich in de holte te vestigen. Binnen vijf maanden was de toren weer in dezelfde positie als in 1890; na drie jaar was de verzakking met 14cm verminderd; goed op weg naar de 42 cm die de ingenieurs voor ogen hadden. De 'correctie' is te klein om gezien te worden.
Tot volle tevredenheid van de Toscaanse toeristenorganisaties en bezoekende buitenlanders zal de scheve toren altijd wel scheef blijven. Maar voor de toren is het de redding, aldus de wetenschappers. Alhoewel, wetenschappers hebben het vaker mis gehad......

 

SIENA

Vanuit Pisa neem ik de trein en met een overstap in Empoli ben ik anderhalf uur later in Siena. Het station ligt een kleine 2km onder het historische centrum, maar het is echter niet nodig om de klim te voet te ondernemen, de bus staat al te wachten. Voor 1 euro wordt ik comfortabel naar het Piazza Gramsci in het centrum gebracht.
Met de wirwar van steegjes en nauwe straten waarlangs hoge palazzi van roodbruine baksteen staan, is het net alsof Siena ook vandaag nog een middeleeuwse stad is. Het is nog heerlijk rustig op dit vroege uur, ik ben de toeristenbussen mooi voor. Het centrum heeft het historische karakter en de rust ook kunnen behouden dankzij het feit dat het, in tegenstelling tot veel andere Italiaanse binnensteden, afgesloten is voor het autoverkeer en de elders alom aanwezige scheurende schooters. Zo lijkt het even of de tijd hier eeuwen geleden is blijven stilstaan.
Desondanks is Siena allesbehalve een slaperig stadje, het is sinds de 13de eeuw een belangrijke universiteitsstad met de daarbij behorende studenten die zich naar de collegezaal spoeden.

 

 

 

Het middelpunt van de stad is een plein dat een van de mooiste van Italië wordt genoemd en zelfs van de hele wereld. Alle wegen leiden naar het Piazza del Campo, dat de vorm van een amfitheater heeft.
Il Campo wordt omgeven door sobere gotische palazzi en loopt schuin af waardoor het lijkt opgevangen te worden door de facade van het Palazzo Pubblico met de 88 meter hoge Torre del Mangia.
Ondanks de soberheid en de wat saaie bakstenen heeft het plein iets indrukwekkends, zoals het ligt te stralen in de ochtendzon.

Onder het plein ligt een van de best bewaarde geheimen van Siena, een 25km lange doolhof van middeleeuwse tunnels, waardoor vroeger water uit de heuvels naar de stad werd geleid. Dit ondergrondse aquaduct heeft twee hoofdtunnels die leiden naar twee fonteinen ten noordwesten van de Campo. Delen van het tunnelcomplex kunnen onder begeleiding van een gids bezichtigd worden.

 

De beroemdste kerk van Siena ligts slechts enkele passen van de Campo. De groen-wit gestreepte campanile staat aan de rechterzijde van de dom.

 

FLORENCE

Ze worden vaak in één adem genoemd en dan meestal met de toevoeging dat het tegenpolen zijn. Na de rust van Siena is Florence een drukke en hectische stad. Vanuit het station banen we ons een weg richting de dom tussen de drommen mensen en groepen toeristen die het wapperende vlaggetje van de gids maar met moeite kunnen volgen.
Toen we 5 jaar gelden ook hier waren stond de dom geheel in de steigers, nu zijn de renovatiewerkzaamheden nog niet klaar.

Een echte strategie om de stad te ontdekken heb ik ditmaal niet. We lopen gewoon naar het domplein en komen vervolgens als vanzelf op de Piazza della Signoria. Al wandelend leren we de stad en haar kenmerkende aspecten van binnenuit een beetje kennen. De chique kant met de dure mooie winkels en dichte bebouwing, de verkeersdrukte de paardenkoetsjes en de ontelbare toeristen. De sobere huizen en schone straten, het ontbreken van parken, het uitzicht op de Arno met die wonderlijke Ponte Vecchio, de prachtige bebouwing langs de oever die de rivier zo'n statig karakter verleent.

Om een goed overzicht over de stad te krijgen ploeteren we ons de trappen op naar de Piazzale Michelangelo. Op 50 meter boven de stad en de oever van de Arno gelegen, biedt dit plein een prachtige panorama over Florence met haar paleizen en torens en de alles beheersende koepel van Brunelleschi. Over de heuvels die de stad aan drie zijdes omsluiten en over de door vele bruggen overspannen rivier die in de vlakte verdwijnt. Bijzonder mooi is het uitzicht in de avondschemering.
De toeristische drukte nemen we graag voor lief.

 

Als we het wervelende plaatje met de domkoepel, de campanile, de torens van het Palazza Vecchio en Badia, Orsanmichele, Santa Maria Novella en Santa Croce lang genoeg op ons hebben laten inwerken, wapenen we ons met kalmte en geduld om ons in de toeristenmassa die Florence verstikt te storten. Maar wat wil je, Florence verzamelt dan ook op een klein oppervlak een aantal kunstwerken dat slechts door Rome wordt overtroffen.

 

 

 

Een lentedag in 1593.
Op de Ponte Vecchio is het een drukte van belang. De smeden dreunen met hun hamers op het aambeeld dat het een lieve lust is. Vonken spatten alle kanten op, zwerfhonden springen geschrokken opzij. Een slager is bezig ribstukken en karbonaadjes te snijden. Varkensbloed gutst over de staat en een passerende huishoudster moppert dat ze nu haar klompen weer kan gaan schuren. De slager haalt zijn schouders op en schopt een onoverzichtelijke kluwen darmen de rivier in. Iets verderop verspreidt de leerllooierij een stank die alleen Dante zou kunnen beschrijven.
Aldus het helse beeld dat oprijst bij het lezen van de Toscane Kunstreisgids.
Een beeld dat inmniddels tot het verre verleden behoort, want met dank aan hertog Fernando werd aan deze al te kleurrijke toestand in datzelfde jaar 1593 een einde gemaakt. Slagers, visverkopers, leerlooiers en smeden werden naar elders gestuurd en vervangen door juweliers en edelsmeden. Die gooiden hun afval niet in de steeds smeriger wordende rivier, de hertog had schoon genoeg van het lawaai, de stank en de rommel.

De juweliers zijn er ook vandaag de dag, de stank is verdwenen en in de Arno zie je de weerspiegeling van de blauwe lucht. En nog altijd is de wonderlijke Ponte Veccio al sinds jaar en dag een van de hoogtepunten van Florence.

 

Ook al is het gigantisch druk, ondanks de toeristenmassa's en het ontbreken van gezellige terrasjes of rustige parken, overheerst toch de opwinding en tevredenheid deze historische kunststad weer even gezien te hebben.
Het is zeker de moeite waard de stad meer dan eens te bezoeken om steeds weer nieuwe dingen te ontdekken.

 

 

ELBA

Met de trein vanuit Pisa bereiken we de haven van Piombino, door een industriegebied met hoogovens en fabrieken, om de oversteek te maken naar Elba. Het eiland ligt zo'n 10km uit de Toscaanse kust en na een uurtje varen we het haventje van de hoofdstad Portoferraio binnen.
Portoferraio is een mooi oud havenstadje en ligt prachtig aan de noordkant van het eiland. Het is tegen een heuvel gebouwd, waarop twee forten liggen, de vestingwerken van de Medici.

In het centrum van het stadje ligt een groot plein voor de parachiekerk die via een steile trap te bereiken is. Als we de trap verder bestijgen komen we bij het voormalige huis van Napoleon, het ziet er eenvoudig uit.
Een paar kilometer landinwaarts staat het buitenhuis van Napoleon, San Martino, dat gekocht werd met het diamanten halssnoer van zijn zuster.

 Aan het haventje voor vissersboten en plezierjachten liggen vooral de duur uitziende bootjes ten anker en liggen de terrasjes verleidelijk in een heerlijk zonnetje. Portoferraio is onlosmakelijk verbonden met Napoleon Bonaparte. Als gevolg van het Congres van Wenen in 1814 werd de gevallen vorst verbannen naar Elba, waarover hij de soevereiniteit kreeg. De meesta Elbanen waren er trots op dat hij het bestuur verbeterde, nieuwe wegen aanlegde, de mijnen tot ontwikkeling bracht en de vloot uitbreidde. De toezichthouders van de regeringen van de grote Europese mogendheden vreesden echter dat de adelaar zijn vleugels weer zou uitslaan. En terecht, want na negen maanden ontsnapte Napoleon, vergezeld van maar liefst duizend soldaten en van de sympatie van de Elbanen.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb